direct naar inhoud van Regels
Plan: Paraplubestemmingsplan Parkeernormen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0216.BPParkeernormen-VG01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan:

het paraplubestemmingsplan Parkeernormen van de gemeente Culemborg.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0216.BPParkeernormen-VG01 met de bijbehorende regels en bijlage.

Artikel 2 Relatie met onderliggende bestemmingsplannen

De in dit bestemmingsplan opgenomen regels die betrekking hebben op het parkeren gelden in aanvulling op de regels van de in bijlage 1 genoemde bestemmingsplannen en laten de regels uit die onderliggende bestemmingsplannen ongewijzigd.

Hoofdstuk 2 Algemene regels

Artikel 3 Parkeren

Voor het parkeren gelden de volgende regels:

  • a. Een omgevingsvergunning voor het bouwen, veranderen of uitbreiden van gebouwen wordt verleend indien wordt aangetoond dat in voldoende mate wordt voorzien in ruimte voor het parkeren of stallen van auto's. Hierbij wordt rekening gehouden met de omvang van het gebouw en de activiteiten die plaatsvinden in het gebouw.
  • b. Het parkeren of stallen van auto's dient plaast te vinden in, op of onder het gebouw, danwel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.
  • c. Het benodigde aantal parkeerplaatsen wordt vastgesteld aan de hand van de Nota Parkeernromen en wijizgingen daarvan.
  • d. De onder a. genoemde parkeergelegenheid dient in stand te worden gehouden.
  • e. Het college kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a:
    • 1. indien het voldoen aan de parkeernorm door bijzoindere omstandigheden op zwaarwegende bezwaren stuit: of
    • 2. voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- en stallingsruimte is voorzien.
  • f. Het college kan aan de omgevingsvergunning, als bedoeld onder e. (financiele) voorwaarden verbinden.
  • g. Indien het onder c. genoemde Nota Parkeernormen na vaststelling van dit plan wordt gewijzigd, moet bij het bouwen en het uitbreiden of veranderen van activiteiten of functies op grond van deze planregels worden voldaan aan deze gewijzigde nota.

Artikel 4 Bouwregels

De voorschriften van de bouwverordening (onderwerpen van stedenbouwkundige aard) met betrekking tot parkeren blijven buiten toepassing.

Artikel 5 Antidubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 6 Overgangsrecht

6.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag,
    • 1. mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 2. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het bepaalde onder a met maximaal 10%.
  • c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
6.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 7 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het paraplubestemmingsplan 'Parkeernormen'.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van

De griffier, de voorzitter,