direct naar inhoud van Artikel 5 Wonen
Plan: Schrijland - Lange Dreef
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0216.BPLangedreef-VG01

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving
5.1.1 Algemeen

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. aan huis verbonden beroep of bedrijf;
  • c. kleinschalige kampeerterreinen, paalkamperen en kleinschalige logiesaccommodatie, uitsluitend na verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in 5.4.1 respectievelijk 5.4.2;
  • d. een paardenbak en/of stapmolen uitsluitend voor hobbymatig gebruik en uitsluitend achter (het verlengde van) de voorgevel van het dichtst bij de weg gelegen gebouw;
  • e. hobbymatig houden van (klein)vee;
  • f. het behoud, beheer en herstel van de aanwezige cultuurhistorische en monumentale waarden van het rijksmonument aan de Lange Dreef 35, bestaande uit dwarshuisboerderij Huize De Sleutel, bakhuis en tuinhek;
  • g. water en voorzieningen voor de waterhuishouding ten behoeve van de waterhuishoudkundige situatie;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven en groenvoorzieningen, en overeenkomstig de in 5.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.

5.1.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 5.1.1:

a Aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit

Binnen deze bestemming is de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of bedrijf toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende regels van toepassing zijn:

  • a. de vloeroppervlakte ten behoeve van de activiteit mag maximaal 60 m² bedragen;
  • b. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
  • c. detailhandel mag alleen plaatsvinden ondergeschikt aan en in direct verband met de aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;
  • d. de activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de omgeving;
  • e. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner(s).
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken ten dienste van de bestemming, zoals woningen met bijbehorende bouwwerken en bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

5.2.2 Landschappelijke inpassing

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1' is het bouwen van bouwwerken uitsluitend toegestaan wanneer de landschappelijke inpassing binnen deze bestemming en de bestemming 'Groen - Landelijk groen' overeenkomstig het beplantingsplan als opgenomen in Bijlage 2 en het erfadvies als opgenomen in Bijlage 3 voldoende is verzekerd.

5.2.3 Bouwvlak

Indien en voorzover in een bestemmingsvlak een aanduiding 'bouwvlak' is opgenomen, dan zijn hoofdgebouwen uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'.

5.2.4 Hoofdgebouwen

Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. per bestemmingsvlak is een woning toegestaan en maximaal één per bestemmingsvlak;
  • b. de goothoogte bedraagt niet meer dan 3 m;
  • c. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 8 m;
  • d. de inhoud van een hoofdgebouw bedraagt niet meer dan 600 m3;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder b, c en d geldt voor het rijksmonument aan de Lange Dreef 35 dat de goot- en bouwhoogte en de inhoud niet meer mogen bedragen dan de bestaande goot- en bouwhoogte en inhoud;
  • f. de oppervlakte van de woning ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1' mag niet meer bedragen dan 288 m2.
5.2.5 Bijbehorende bouwwerken

Aangebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gezamenlijke oppervlakte maximaal 100 m2;
  • b. goothoogte maximaal 3 m;
  • c. bouwhoogte maximaal 6 m.
5.2.6 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mag maximaal 1 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mag maximaal 2 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de paardenbak bedraagt maximaal 1,5 m;
  • d. ten behoeve van een paardenbak mogen geen lichtmasten en andere voorzieningen voor verlichting worden opgericht;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 2 m bedragen.
5.3 Specifieke gebruiksregels
5.3.1 Landschappelijke inpassing

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1' is het verboden de gronden en de bebouwing te gebruiken voor het in lid 5.1 omschreven gebruik zonder dat een passende landschappelijke inpassing overeenkomstig het beplantingsplan als opgenomen in Bijlage 2 en het erfadvies als opgenomen in Bijlage 3 aanwezig is en in stand wordt gehouden.

5.3.2 Verlichting paardenbakken

Verlichting van paardenbakken is niet toegestaan.

5.4 Afwijken van de gebruiksregels
5.4.1 Kleinschalig kampeerterrein

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken als bedoeld in 5.1.1 onder c. teneinde een kleinschalig kampeerterrein toe te staan als nevenactiviteit bij de woning, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • a. het kleinschalige kampeerterrein mag een omvang hebben van maximaal 5000 m2;
  • b. het kleinschalige kampeerterrein moet op of direct aansluitend aan het agrarisch bouwvlak dan wel bestemmingsvlak met de bestemming 'Wonen' worden gesitueerd, waarbij maximaal 50% van het oppervlak voor kamperen buiten het agrarisch bouwvlak dan wel bestemmingsvlak met de bestemming 'Wonen' mag worden gesitueerd;
  • c. het kleinschalig kampeerterrein mag uitsluitend worden gebruikt in de periode van 1 maart tot 1 november;
  • d. er mogen op het kleinschalige kampeerterrein geen stacaravans worden geplaatst;
  • e. sanitaire voorzieningen ten behoeve van het kleinschalig kampeerterrein moeten binnen de bestaande gebouwen worden gerealiseerd;
  • f. er dient ten behoeve van het kleinschalige kampeerterrein op eigen terrein te worden voorzien in de parkeerbehoefte;
  • g. het betreft een duurzame ontwikkeling die landschappelijke, hydrologische, cultuurhistorische en natuurwaarden, alsmede omliggende functies en milieuwaarden niet onevenredig beperkt of aantast;
  • h. er is blijkens een landschapsplan sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • i. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
5.4.2 Kleinschalige logiesaccommodatie

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken als bedoeld in 5.1.1 onder c teneinde een kleinschalige logiesaccommodatie toe te staan als nevenactiviteit bij een woning, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • a. de logiesaccommodatie wordt opgericht binnen de op het moment van het verlenen van de omgevingsvergunning bestaande gebouwen;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de kleinschalige logiesaccommodatie mag maximaal 250 m2 bedragen, waarbij de maximale oppervlakte per slaapverblijf maximaal 60 m2 mag bedragen;
  • c. er dient op eigen terrein te worden voorzien in de parkeerbehoefte;
  • d. het betreft een duurzame ontwikkeling die landschappelijke, hydrologische, cultuurhistorische en natuurwaarden, alsmede omliggende functies en milieuwaarden niet onevenredig beperkt of aantast;
  • e. er is blijkens een landschapsplan sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • f. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
5.4.3 Omgevingsvergunning groter vloeroppervlak aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1.2 onder a teneinde binnen een woning en/of daarbij behorende bijbehorende bouwwerken de uitoefening van een huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit toe te staan met een groter vloeroppervlak. Hiervoor dient aan de volgende criteria te worden voldaan:

  • a. de vloeroppervlakte ten behoeve van de activiteit mag niet meer bedragen dan 90 m2;
  • b. het gebruik mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluiting- en parkeersituatie ter plaatse;
  • c. opslag en stalling vinden uitsluitend inpandig plaats;
  • d. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner;
  • e. detailhandel is niet toegestaan, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en wel in verband met de activiteit;
  • f. de activiteit moet qua aard, uitstraling en milieubelasting passend zijn in een woonomgeving;
  • g. de activiteit heeft een milieucategorie 1 of 2 conform de VNG-bedrijvenlijst en mag niet vergunningplichtig zijn krachtens de Wet milieubeheer danwel ingevolge het Activiteitenbesluit zijn aan te merken als een inrichting type B.
5.5 Wijzigingsbevoegdheid
5.5.1 Woningsplitsing

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het splitsen van woningen in twee woningen, mits:

  • a. het de splitsing van het rijksmonument aan de Lange Dreef 35 betreft;
  • b. de te splitsen woning, met eventueel bestaande voormalige inpandige bedrijfsruimten, een inhoud heeft van minimaal 1000 m3;
  • c. de gesplitste woningen een inhoud hebben van minimaal 400 m3;
  • d. de bouwmassa niet wordt vergroot;
  • e. de kenmerkende vorm van het gebouw blijft gehandhaafd;
  • f. de woningsplitsing past binnen het provinciaal meerjarenprogramma voor woningbouw;
  • g. er wordt voldaan aan de bepalingen bij of krachtens de Wet geluidhinder;
  • h. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en de in de omgeving aanwezige waarden;
  • i. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;
  • j. voor de nieuwe woning een aanvaardbaar woonklimaat kan worden gerealiseerd;
  • k. het maximum aantal wooneenheden wordt op de verbeelding aangeduid.