direct naar inhoud van Artikel 9 Groen - Landgoed
Plan: Buitengebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0216.BPBuitengebied-VG02

Artikel 9 Groen - Landgoed

9.1 Bestemmingsomschrijving
9.1.1 Algemeen

De voor Groen - Landgoed aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • b. kantoren en/of sociale, culturele, medische en/of onderwijsinstellingen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • c. bos;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. water en voorzieningen voor de waterhuishouding ten behoeve van de waterhuishoudkundige situatie;
  • f. kleinschalige agrarische doeleinden;
  • g. aan huis verbonden beroep of bedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • h. een paardenbak uitsluitend voor hobbymatig gebruik en uitsluitend na verlening van omgevingsvergunning als opgenomen in 9.4.2;
  • i. het behoud, beheer en herstel van de aanwezige cultuurhistorische en monumentale waarden van de gebouwen en de directe omgeving, als opgenomen in Bijlage 2 Rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten;
  • j. water en voorzieningen voor de waterhuishouding ten behoeve van de waterhuishoudkundige situatie;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven en groenvoorzieningen, en overeenkomstig de in 9.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.

9.1.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 9.1.1:

a Kantoren

De vloeroppervlakte ten behoeve van de functie kantoren mag maximaal 500 m2 bedragen.

b Sociale, culturele, medische en/of onderwijsinstellingen

De vloeroppervlakte ten behoeve van de functie sociale, culturele, medische en/of onderwijsinstellingen mag maximaal 800 m2 bedragen.

c Kleinschalige agrarische doeleinden

Onder kleinschalige agrarische doeleinden wordt verstaan: het hobbymatig houden en stallen van dieren en het hobbymatig kweken van groente en fruit, ondergeschikt aan en passend binnen de functie landgoed.

d Aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit

Binnen deze bestemming is de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of bedrijf toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende regels van toepassing zijn:

  • a. de vloeroppervlakte ten behoeve van de activiteit mag maximaal 60 m² bedragen;
  • b. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
  • c. detailhandel mag alleen plaatsvinden ondergeschikt aan en in direct verband met de aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;
  • d. de activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de omgeving;
  • e. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner(s).
9.2 Bouwregels
9.2.1 Algemeen

Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken ten dienste van de bestemming, zoals woningen met bijbehorende bouwwerken en bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

9.2.2 Bouwvlak

Gebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'.

9.2.3 Hoofdgebouwen

Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. per bestemmingsvlak zijn maximaal 3 woningen toegestaan;
  • b. het aantal bouwlagen van woningen bedraagt niet meer dan 2.
9.2.4 Bijbehorende bouwwerken

Aangebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. goothoogte maximaal 2,5 m;
  • b. bouwhoogte maximaal 6 m;
9.2.5 Inhoud bebouwing

De gezamenlijke inhoud van de bebouwing ten dienste van het wonen (hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken) bedraagt niet meer dan 2.000 m3.

9.2.6 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het dichtst bij de openbare weg gelegen gebouw niet meer dan 1 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 3 m;
  • c. paardenbakken en stapmolens zijn niet toegestaan.
9.2.7 Herbouw woning

Herbouw van een woning is uitsluitend toegestaan op de bestaande locatie binnen het bestemmingsvlak met inachtneming van het bepaalde in artikel 9.2.3.

9.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, ten aanzien van de situering van de gebouwen nadere eisen te stellen ten behoeve van behoud van stedenbouwkundige kwaliteit en verkeersveiligheid, voorzover deze gebouwen worden gebouwd binnen een afstand van:

  • a. 30 m vanaf de as van de met 'specifieke vorm van verkeer - gebiedsontsluitingsweg' aangeduide weg;
  • b. 20 m vanaf de as van de met 'specifieke vorm van verkeer - erftoegangsweg' aangeduide weg.
9.4 Afwijken van de bouwregels
9.4.1 Verplaatsing van de woning

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.7 ten behoeve van het verplaatsen van de woning, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

  • a. de nieuwe locatie is in ruimtelijk, stedenbouwkundig, milieuhygiënisch en/of verkeerstechnisch opzicht aanvaardbaar;
  • b. er wordt een reële zekerheid verschaft dat de oude woning wordt afgebroken;
  • c. er wordt voldaan aan de bepalingen bij of krachtens de Wet geluidhinder;
  • d. er is blijkens een landschapsplan sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • e. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en de in de omgeving aanwezige waarden;
  • f. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
9.4.2 Omgevingsvergunning paardenbak

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9.2.6 onder d teneinde een paardenbak met bijbehorende voorzieningen toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • a. de paardenbak en de bijbehorende voorzieningen zijn niet toegestaan vóór de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan;
  • b. overigens wordt voldaan aan het bepaalde in 9.2.6;
  • c. ten behoeve van een paardenbak zijn geen lichtmasten of andere verlichtingsvormen toegestaan;
  • d. er is blijkens een landschapsplan sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • e. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en de in de omgeving aanwezige waarden;
  • f. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
9.5 Afwijken van de gebruiksregels
9.5.1 Omgevingsvergunning groter vloeroppervlak aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.1.2 onder d teneinde binnen een woning en/of daarbij behorende bijbehorende bouwwerken de uitoefening van een huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit toe te staan met een groter vloeroppervlak. Hiervoor dient aan de volgende criteria te worden voldaan:

  • a. de vloeroppervlakte van de activiteit mag niet meer bedragen dan 90 m2;
  • b. het gebruik mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluiting- en parkeersituatie ter plaatse;
  • c. opslag en stalling vinden uitsluitend inpandig plaats;
  • d. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner;
  • e. detailhandel is niet toegestaan, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en wel in verband met de activiteit;
  • f. de activiteit moet qua aard, uitstraling en milieubelasting passend zijn in een woonomgeving;
  • g. de activiteit heeft een milieucategorie 1 of 2 conform de VNG-bedrijvenlijst en mag niet vergunningplichtig zijn krachtens de Wet milieubeheer danwel ingevolge het Activiteitenbesluit zijn aan te merken als een inrichting type B.
9.6 Wijzigingsbevoegdheid
9.6.1 Woningsplitsing

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het splitsen van woningen in twee woningen, mits:

  • a. het de splitsing van een rijksmonument dan wel gemeentelijk monument betreft, zoals opgenomen in Bijlage 2 Rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten;
  • b. de te splitsen woning, met eventueel bestaande voormalige inpandige bedrijfsruimten, een inhoud heeft van minimaal 1000 m3;
  • c. de gesplitste woningen een inhoud hebben van minimaal 400 m3;
  • d. de bouwmassa niet wordt vergroot;
  • e. de kenmerkende vorm van het gebouw blijft gehandhaafd;
  • f. de woningsplitsing past binnen het provinciaal meerjarenprogramma voor woningbouw;
  • g. er wordt voldaan aan de bepalingen bij of krachtens de Wet geluidhinder;
  • h. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en de in de omgeving aanwezige waarden;
  • i. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;
  • j. voor de nieuwe woning een aanvaardbaar woonklimaat kan worden gerealiseerd;
  • k. het maximum aantal wooneenheden wordt op de verbeelding aangeduid.