Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Recreatiegebied Eiland van Maurik, Herziening ASR
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0214.MAUBP20100002-VG01

Artikel 4 Bedrijventerrein - Recreatief bedrijventerrein

4.2 Bouwregels

  1. Op de gronden met de bestemming: "Bedrijventerrein - Recreatief bedrijventerrein" mogen uitsluitend worden gebouwd:
    1. bedrijfsgebouwen ten behoeve van de bestemming;
    2. 2 bedrijfswoningen;
    3. 2 bijgebouwen ten behoeve van de bedrijfswoningen;
    4. klimtorens en uitkijktorens;
    5. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de bestemming;
    6. bouwwerken van lichte constructie en tentconstructies. 
  2. Bij de bouw van de in artikel 4 lid 2 sub 1 onder a, artikel 4 lid 2 sub 1 onder b, artikel 4 lid 2 sub 1 onder c, artikel 4 lid 2 sub 1 onder d bedoelde bouwwerken dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
    1. de bebouwing mag uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
    2. alleen de gebouwen en afmetingen opgenomen in de "Staat van oppervlakten" bij deze planregels zijn toegestaan;
    3. het bebouwd oppervlak van ieder afzonderlijk gebouw mag maximaal 10% worden vergroot ten opzichte van de in de bij deze planregels "Staat van oppervlakten" genoemde afmetingen;
    4. de inhoud van ieder afzonderlijk gebouw mag maximaal 10% worden vergroot ten bestaande inhoud van het betreffende, onder artikel 4 lid 2 sub 2 onder c bedoelde, gebouw;
    5. in plaats van ieder afzonderlijk gebouw mag het gestelde onder artikel 4 lid 2 sub 2 onder c en artikel 4 lid 2 sub 2 onder d ook worden toegepast op naar functie en op hetzelfde perceel bij elkaar behorende gebouwen. 
  3. Bij de bouw van de in artikel 4 lid 2 sub 1 onder a en artikel 4 lid 2 sub 1 onder b bedoelde gebouwen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
    1. de hoogte mag niet meer bedragen dan 9 meter;
    2. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 4 meter. 
  4. Bij de bouw van de in artikel 4 lid 2 sub 1 onder c bedoelde bijgebouwen ten behoeve van de bedrijfswoningen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
    1. de hoogte mag niet meer bedragen dan 7 meter;
    2. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter. 
  5. Bij de bouw van de in artikel 4 lid 2 sub 1 onder d bedoelde bouwwerken ten behoeve van klimtorens en uitkijktorens mag de hoogte niet meer bedragen dan 10 meter. 
  6. Bij de bouw van de in artikel 6 lid 2 sub 1 onder e bedoelde overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
    1. de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 10 m2;
    2. de hoogte mag niet meer bedragen dan 2,5 meter. 
  7.  Bij de bouw van de in artikel 4 lid 2 sub 1 onder f bedoelde bouwwerken van lichte constructie en tentconstructies, dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden
    1. de oppervlaktes mag in totaal niet meer bedragen dan 600 m2;
    2. de hoogte mag niet meer bedragen dan 5 meter;
    3. de oprichting van de in artikel 4 lid 2 sub 1 onder f bedoelde bouwwerken, zijn zowel binnen als buiten de met de aanduiding 'bouwvlak' toegestaan.

4.3 Specifieke gebruiksregels

  1. Als gebruik in strijd met de bestemming "Bedrijventerrein - Recreatief bedrijventerrein", dat ingevolge artikel 14 is verboden, wordt in ieder geval begrepen de opslag van goederen en materieel in de openlucht.