direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Partiële Herziening, Buitengebied 2008, Markt 11 en Smalriemseweg ong. te Beusichem
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0214.BUIBP201200009-vg01

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0214.BUIBP201200009-vg01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);

1.2 plan

het bestemmingsplan "Partiële Herziening, Buitengebied 2008, Markt 11 en Smalriemseweg ong. te Beusichem" van de gemeente Buren;

1.3 aanbouw

een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 achtergevel

de gevel van de tegenoverliggende zijde van de voorgevel van een gebouw;

1.7 afwijking

een afwijking als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3o van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);

1.8 agrarisch bedrijf

een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen waaronder boomteelt en/of het houden van dieren;

1.9 agrarisch gebruik

het gebruik van gronden en/of gebouwen voor het telen van gewassen of het houden van dieren;

1.10 ander-werk

een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid;

1.11 archeologische waarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende waardevolle resten of de aanwezigheid van een bodemarchief met daarin sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, welke zodanig van wetenschappelijk belang kunnen zijn en het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigen;

1.12 assimilatieverlichting

kunstmatige belichting van gewassen, gericht op de beinvloeding van het groeiproces van de gewassen, waarvan het geinstalleerde elektrische vermogen op enig moment meer bedraagt dan 20 W/m2;

1.13 bebouwd oppervlak

het totaal van de oppervlakken van bouwwerken voor zover deze een grotere hoogte hebben dan 1,2 meter;

1.14 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.15 bebouwingspercentage

een in de planregels of op de verbeelding aangegeven percentage dat de grootte van het deel van een bestemmingsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;

1.16 bedrijfsgebouw

een gebouw c.q. bouwwerk dat dient voor de uitoefening van een of meerdere bedrijfsactiviteiten;

1.17 bedrijfswoning/dienstwoning

een woning in of bij een gebouw of op een bestemmingsvlak, die uitsluitend is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van het gebouw of het bestemmingsvlak, noodzakelijk is;

1.18 bestaand
  • 1. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van de inwerkingtreding van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van inwerkingtreding is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
  • 2. bij gebruik: gebruik dat op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan, voor zover betrekking hebbend op het desbetreffende gebruik, legaal bestond;
1.19 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.20 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.21 bijbehorend bouwwerk

een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand, gebouw dat in bouwkundig en functioneel opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde perceel gelegen hoofdgebouw;

1.22 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.23 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.24 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.25 bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel;

1.26 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.27 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.28 containerteelt

het kweken van planten/bomen in potten op een gesloten bed-ondergrond of een open bed ondergrond met drainage;

1.29 dak

iedere bovenbeeindiging van een gebouw;

1.30 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.31 dienstverlening

het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden, met of zonder rechtstreeks contact met het publiek;

1.32 dubbelbestemming

een bestemming die doeleinden omschrijft waarvoor gronden, die reeds voor een andere bestemming zijn aangewezen, tevens zijn bestemd;

1.33 erf- en tuinafscheiding

een bouwwerk dat dient ter afscheiding van een erf of terrein;

1.34 functie

doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan zijn toegestaan;

1.35 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.36 gebruiken

gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;

1.37 glastuinbouw

een vorm van niet-grondgebonden agrarische productie, waarbij het voortbrengen van producten, door middel van het telen van gewassen, plaatsvindt in kassen en/of in permanente kunststoftunnels;

1.38 grondgebonden agrarische productie

de agrarische productie, waarbij het voortbrengen van producten afhankelijk is van de groeikracht van de bodem waarop de productie plaatsvindt en waarbij het voortbrengen van producten in hoofdzaak plaatsvindt in de open lucht;

1.39 hoofdfunctie

een functie waarvoor het hoofdgebouw en/of gronden in hoofdzaak bedoeld zijn;

1.40 hoofdgebouw

een gebouw, dat door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;

1.41 kampeermiddel

een tent, tentwagen, kampeerauto, caravan, stacaravan of hiermee gelijk te stellen onderkomens, die zijn bestemd voor recreatief verblijf en waarbij de gebruikers het hoofdverblijf elders hebben;

1.42 kas

een bouwwerk, bestaande uit onder meer een steunconstructie en een afdichting van glas, bedoeld om gewassen te beschermen tegen weersinvloeden;

1.43 kunststof tunnel

een bouwwerk, bestaande uit onder meer een steunconstructie en een afdichting van kunststoffolie, bedoeld om gewassen te beschermen tegen weersinvloeden;

1.44 monument

een bouwwerk of een werk dat van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, zijn betekenis voor de wetenschap of zijn cultuurhistorische waarde en dat als zodanig is opgenomen in de lijst van beschermde monumenten van rijk of gemeente, waardoor op het desbetreffende bouwwerk of werk de Monumentenwet, respectievelijk de gemeentelijke monumentenverordening van toepassing is;

1.45 natuurwaarde

de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door de hydrologie en door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk, als in onderlinge samenhang;

1.46 nevenfunctie/nevenactiviteit

een bedrijfs- of beroepsmatige activiteit die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de in het plan toegestane hoofdfunctie op een bestemming;

1.47 neventak

een ander gebruik dan het bestaande gebruik, waarbij het bestaande gebruik volwaardig blijft bestaan;

1.48 normaal onderhoud

werkzaamheden met het doel objecten in zodanige conditie te houden of te brengen dat voortbestaan van deze objecten op ten minste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt;

1.49 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemanningsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie;

1.50 omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);

1.51 opslag

het bewaren van goederen, materialen en stoffen zonder dat ter plaatse sprake is van productie, bewerking, verwerking, handel en/of activiteiten van administratieve aard;

1.52 overkapping

een bouwwerk, bestaande uit onder meer een steunconstructie en een afdekking van kunststoffolie, bedoeld om gewassen te beschermen tegen weersinvloeden;

1.53 paardenbak

een buitenrijbaan ten behoeve van paardrijdactiviteiten, met een bodem van zand, hout, boomschors of ander materiaal om de bodem te verstevigen al dan niet te voorzien van een omheining;

1.54 peil
  • 1. voor bouwwerken die onmiddellijk aan de weg grenzen:
    de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdingang;
  • 2. in alle andere gevallen:
    de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
  • 3. indien in of op water wordt gebouwd:
    de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabijgelegen punt waar het water grenst aan het vaste land;
1.55 perceelsgrens

een kadastrale grens van een perceel;

1.56 permanente teeltondersteunende voorzieningen

teeltondersteunende voorzieningen die langer dan 5 maanden worden gebruikt, zoals bakken op stellingen, regenkappen en containervelden;

1.57 teeltondersteunende voorziening

voorziening in, op of boven de grond die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten wordt gebruikt voor:

  • 1. verbetering van de productie door teeltvervroeging, teeltverlating, terugdringing van onkruidgroei en vraatschade;
  • 2. verbetering van de arbeidsomstandigheden door gewassen verhoogd te telen;
  • 3. voor het bereiken van positieve effecten op milieu en water door bodembescherming, terugdringing, onkruidbestrijding en effectief omgaan met water;
1.58 tijdelijke teeltondersteundende voorziening

teeltondersteunende voorziening, die maximaal 5 maanden op dezelfde locatie gebruikt mogen worden waaronder worden verstaan folies, insectengaas, acryldoek, vraatnetten, boogkassen tot 0,5 meter, hagelnetten, wandelkappen en schaduwhallen;

1.59 tunnel- en boogkas

verankerde en menstoegankelijke kassen met een tijdelijk karakter, behorende bij een teeltbedrijf ter teeltondersteuning;

1.60 uitbouw

een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.61 uitvoeren

uitvoeren, het doen uitvoeren, het laten uitvoeren en in uitvoering geven;

1.62 volwaardig agrarisch bedrijf

een agrarisch bedrijf dat de arbeidsomvang heeft van tenminste een volledige arbeidskracht en waarvan de continuiteit ook op lange termijn in voldoende mate verzekerd is;

1.63 voorgevel

de naar de wegzijde gerichte gevel van een gebouw;

1.64 waterberging

het (in tijden van overvloedige neerslag) tijdelijk vasthouden van water;

1.65 waterhuishouding

de wijze waarop water in een bepaald gebied wordt opgenomen, zich verplaatst, wordt gebruikt, wordt verbruikt en wordt afgevoerd;

1.66 wijziging

een wijziging als bedoeld in artikel 3.6, lid 2 van de Wet ruimtelijke ordening;

1.67 woning

een (gedeelte van een) gebouw, uitsluitend geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan een huishouden, of een ander daarmee te vergelijken economische eenheid.