direct naar inhoud van 3.3 Provinciaal en regionaal beleid
Plan: Eerbeekse Enk
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0213.BPEEKOM300002-on01

3.3 Provinciaal en regionaal beleid

3.3.1 Ruimtelijke verordening Gelderland

Met een ruimtelijke verordening, die door de provincie Gelderland is vastgesteld op 15 december 2010, stelt de provincie regels aan bestemmingsplannen van gemeenten. De provincie richt zich hierbij op onderwerpen die van provinciaal belang zijn, zoals verstedelijking, natuur, nationale landschappen, water en glastuinbouw. Gemeenten krijgen op sommige terreinen meer beleidsvrijheid, terwijl ze op andere gebieden te maken krijgen met strikte provinciale richtlijnen. 

De regels in de verordening kunnen betrekking hebben op het hele provinciale grondgebied, delen of gebiedsgerichte thema's. Gemeenten moeten binnen een bepaalde termijn hun bestemmingsplan op deze regels afstemmen.

'Verstedelijking' en 'Wonen' zijn twee van de onderwerpen die de provincie belangrijk vindt en waarvoor regels in de verordening zijn opgenomen. Het plangebied valt binnen het gebied aangemerkt als bestaand stedelijk gebied. Nieuwe bebouwing voor wonen en werken is toegestaan binnen bestaand stedelijk gebied. Hiermee past het plan binnen de regels in de verordening van de provincie.

3.3.2 Streekplan Gelderland

In het streekplan kiest de provincie voor versterking van de ruimtelijke kwaliteit. Dat gebeurt door op provinciaal niveau te sturen op kenmerken en waarden die van provinciaal belang worden geacht: natuur en water (groenblauw raamwerk), maar ook de ruimtelijke ontwikkelingen in het 'rode raamwerk' van stedelijke functies en infrastructuur. De rest van de provincie, het multifunctioneel gebied wordt meer dan in het verleden het domein van de gemeente. Zij werken daartoe samen in regionaal verband. De bemoeienis van de provincie met dit multifunctioneel gebied is beperkt. De vitaliteit van de kernen in het landelijk gebied staan onder druk door ontgroening. Verhoudingsgewijs vestigen veel jongeren zich elders, waardoor de kleinere kernen sterk vergrijzen. In combinatie met schaalvergrotingstendensen in voorzieningen tast dit de leefbaarheid aan.

3.3.3 Regio Stedendriehoek/Stadsregio Arnhem Nijmegen

De gemeente Brummen behoort bestuurlijk tot de regio Stedendriehoek, maar heeft feitelijk ook relaties met de Stadsregio Arnhem Nijmegen. De regio Stedendriehoek bestaat uit verschillende gemeenten in Gelderland en Overijssel. Deze gemeenten en de provincies Gelderland en Overijssel buigen zich samen over de ruimtelijke toekomst van de regio. De Stadsregio Arnhem Nijmegen is een regionaal samenwerkingsverband tussen 20 gemeenten met als doel het behouden en versterken van de kwaliteiten van het gebied om daarmee bewoners en bedrijven te binden aan deze regio. De stadsregio richt zich met name op het ontwikkelen van beleid met betrekking tot verkeer en vervoer, economische ontwikkeling, wonen, ruimtelijke ontwikkeling en milieu.

Verstedelijking wordt gebundeld in/nabij de grote steden in beide regio's. In regionaal verband is de ligging van deze bundelingsgebieden bepaald. Een klein deel van het noordoostelijke gedeelte van de gemeente Brummen maakt deel uit van het bundelingsgebied.

Daarnaast kan in de gemeente Brummen verstedelijking plaatsvinden om te voorzien in de lokale behoefte. Voor woningbouw betekent dit een uitbreiding. Gezien de aanwezige kwaliteiten en de functie van de gemeente Brummen in het regionale netwerk wordt nadruk gelegd op de aanwezige waarden en kwaliteiten. Het betreft onder meer het Veluwemassief, de IJsselvallei, cultuurhistorische waarden en landschappelijke waarden. Gezocht moet worden naar een passende functiemenging, zodat deze kwaliteiten duurzaam behouden blijven, maar toch sprake is van een vitaal gebied. Deze uitdaging dient door gemeenten opgepakt te worden, voor zover het gebieden buiten de provinciale ruimtelijke hoofdstructuur betreft.

Onderhavige ontwikkeling betreft een herstructurering in bestaand stedelijk gebied, waarmee wordt beoogd de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse te verbeteren.

3.3.4 Kwalitatief Woonprogramma (KWP3)

De afspraken over het aantal woningen, de kwaliteit en de typen woningen per regio worden regionaal vastgelegd in het Kwalitatief Woonprogramma. Gedeputeerde Staten hebben op 12 januari 2010 het Kwalitatief Woonprogramma 2010-2019 (KWP3) vastgesteld. Deze afspraken kwamen tot stand door een goede en intensieve samenwerking met de regio's, de gemeenten en de woningcorporaties. De gevolgen van KWP3 zijn groot voor de gehele Stedendriehoek. Mochten er op de schaal van de Regio Stedendriehoek in KWP2 nog 24.000 woningen in tien jaar worden gebouwd, in KWP3 is dit bijgesteld tot 8.500 woningen. Op dit moment zijn de gemeenten in de regio met elkaar en met andere partners in overleg hoe deze aantallen onderling verdeeld wordt. Naar verwachting zal het regionale woningbouwprogramma in december 2011 worden afgerond. Het college van B&W constateert dat deze ontwikkelingen in het provinciale en regionale woningbouwbeleid Brummen nopen tot een herijking van het woningbouwprogramma en een (meer omvattende) actuele woonvisie. Hier wordt op dit moment (april 2011) aan gewerkt.

De voorgenomen ontwikkeling betreft de toevoeging van slechts 7 sociale woningen binnen het stedelijke gebied. Deze ontwikkeling past binnen de uitgangspunten verwoord in het KWP3 en het gemeentelijke woningbouwprogramma en zijn niet van invloed op deze ontwikkeling.