direct naar inhoud van 2.2 Provinciaal beleid
Plan: Rhienderen, partiële herziening Knoevenoordstraat ongenummerd
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0213.BPBRKOM100002-on01

2.2 Provinciaal beleid

Het streekplan verdeelt Gelderland ruwweg in drie soorten gebieden. Voor elk van deze gebieden is het beleid verschillend:

Het rode raamwerk

Hier moet vooral de verstedelijking van Gelderland plaatsvinden. Het gaat om de zogeheten stedelijke netwerken:

  • Stadsregio Arnhem-Nijmegen
  • De Stedendriehoek Apeldoorn-Zutphen-Deventer
  • Wageningen-Ede-Rhenen-Veenendaal
  • De regionale centra Tiel, Doetinchem en Harderwijk.

Nota bene: ook de landbouw-ontwikkelings-gebieden (LOG's) worden tot het rode raamwerk gerekend vanwege het provinciale belang daarvan.

Het groen-blauwe raamwerk

Hier geeft de provincie alle ruimte aan natuur. Verstedelijking is hier niet toegestaan, tenzij er een groot belang in het geding is. Dan moeten er wel compensatie-maatregelen worden getroffen.

Het groene raamwerk omvat onder meer de Veluwe, de grote rivieren en grote delen van de nationale landschappen in de Achterhoek, het Rivierenland en de Gelderse Poort.

Het multifunctionele gebied

Hier heeft de provincie geen eigen belangen geformuleerd. Het staat gemeenten vrij hier zelf het ruimtelijk beleid bepalen. Wel wil de provincie dat gemeenten rekening houden met waardevolle landschappen in deze gebieden.

Verstedelijkingsopgave

De koers voor de regio Stedendriehoek wordt voor wat betreft de ruimtelijk-economische structuur gekenmerkt door het stedelijk netwerk Apeldoorn, Zutphen en Deventer. Het regionale programma voor wonen en werken moet zoveel mogelijk gebundeld en gekoppeld aan knooppunten van infrastructuur worden gerealiseerd in het bundelingsgebied van het stedelijk netwerk Stedendriehoek. De kansrijke knooppunten hiervoor zijn Zutphen-Centrum, Kanaalzone zuid, Osseveld/Biezematen en Twello (zie beleidskaart 'ruimtelijke structuur'). Daarnaast zijn ook de regionale bedrijventerreinen Beekbergen en Biezematen aan te merken als knooppunt. Bundeling wordt ingezet om te voorkomen dat de ruimteclaims al te zeer worden verspreid en zal leiden tot éénvormigheid en verrommeling van het landschap.

De verstedelijkingsopgave is zowel gericht op inbreiden binnen de steden als uitbreiden buiten de steden. De regionale structuurvisie voor het stedelijk netwerk geeft aan dat een aanzienlijk deel van de regionale woningbouw opgave zal plaats vinden in de vorm van inbreiding. Bij inbreiden gaat het om herstructurering en intensivering van het bestaand stedelijk gebied. Van de drie steden neemt Apeldoorn het leeuwendeel van de herstructurerings- en intensiverings-opgave voor haar rekening. Deze opgave vraagt om maatwerk en vindt in principe verspreid over de gehele stad plaats. In Zutphen concentreert de stedelijke inbreiding en herstructurering zich in de binnenstedelijke randzone in combinatie met herontwikkeling van specifieke locaties. Herstructurering is echter niet alleen voorbehouden aan de steden, maar vindt evenzeer plaats in de bestaande dorpen.

Als het gaat om een verstedelijkingsopgave in de vorm van uitbreiding wordt gestreefd naar gedifferentieerde vormen en locaties met in achtneming van de te bepalen zoekzones voor stedelijke functies en de betreffende gebiedskwaliteiten.

Tevens valt er te lezen dat:

Duidelijk gekozen wordt er voor verdere herstructurering en intensivering van bestaand stedelijk gebied. 45% van de nieuw te bouwen woningen wordt gerealiseerd door herontwikkeling van bestaand stedelijk gebied, ook in de betreffende dorpen.

Voor deze locatie geldt dat er sprake is van intensivering van het grondgebruik (historisch lint), deze valt onder het regionale beleid van intensivering bestaand stedelijk gebied.