direct naar inhoud van Artikel 8 Cultuur en ontspanning
Plan: Overige locaties Brummen en Eerbeek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0213.BPBREEOL900000-va02

Artikel 8 Cultuur en ontspanning

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Cultuur en ontspanning" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. conferentiedoeleinden;
  • b. horecabedrijven van categorie 1, 2 en 4;
  • c. maximaal twee bedrijfswoningen in de bestaande bebouwing;
  • d. opslag uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
  • e. een parkeerterrein uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
  • f. het behoud en de bescherming van de cultuurhistorische waarden in de vorm van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing en daarmee samenhangende cultuurhistorisch waardevolle omgevingselementen zoals kasteeleiland en voorburchtterrein met grachten, tuinen en oprijlaan ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';
  • g. voorzieningen van algemeen nut;

met de daarbij behorende:

  • h. tuinen, erven en terreinen;
  • i. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • j. wegen en paden;
  • k. groenvoorzieningen;
  • l. parkeervoorzieningen;
  • m. waterlopen en waterpartijen;
  • n. speelvoorzieningen.
8.2 Bouwregels
8.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - serre' is uitsluitend een serre toegestaan;
  • c. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • d. de goot- en bouwhoogte mogen maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven goot- en bouwhoogte bedragen.
8.2.2 Gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van algemeen nut gelden in afwijking van artikel 8.2.1 de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt maximaal 4 meter;
  • b. de maximale oppervlakte van gebouwen bedraagt 15 m2.
8.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. bouwwerken geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak gebouwd worden;
  • b. de totale oppervlakte aan bouwwerken per bestemmingsvlak mag maximaal 20 m2 bedragen;
  • c. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 2 meter;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder c mag de bouwhoogte van antennes, (tuin)verlichting, vlaggenmasten en andere vergelijkbare bouwwerken maximaal 6 meter bedragen.
8.3 Nadere eisen
8.3.1

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de cultuurhistorische waarden van het gebied;
  • b. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • c. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  • d. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • e. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • f. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • g. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
8.3.2

Op de voorbereiding van een besluit tot het stellen van nadere eisen is de procedure zoals bepaald in artikel 28.2 van toepassing.

8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.4.1 Vergunningplicht

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. ophoging, egalisering van gronden en afgraven van de bodem;
  • b. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • c. aanleggen en dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen;
  • d. werken en werkzaamheden die de waterhuishouding beïnvloeden, zoals bemalen, onderbemalen, het slaan van putten;
  • e. aanbrengen van ondergrondse leidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • f. vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en handelingen die de dood of beschadiging van de beplanting tengevolge kunnen hebben;
  • g. diepploegen.
8.4.2 Uitzonderingen vergunningsplicht

Het in artikel 8.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden:

  • a. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden in het kader van het normale beheer, gebruik en onderhoud;
  • b. werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden die op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan legaal in uitvoering zijn danwel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning zijn of mogen worden uitgevoerd.
8.4.3 Afwegingscriteria

De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.4.1 wordt slechts verleend indien en voor zover:

  • a. de aanvrager de noodzaak van het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden aantoont op basis van een onderzoek door een terzake deskundige partij waarbij tevens de mogelijke significante (nadelige) gevolgen voor de cultuurhistorische waarden in beeld zijn gebracht;
  • b. geen significante aantasting plaatsvindt van de cultuurhistorische -waarden van de gronden.