11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Natuur" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden;
-
b. waterhuishoudkundige voorzieningen;
met de daarbij behorende bouwwerken geen gebouwen zijnde;
11.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
11.3.1
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de gronden binnen deze bestemming de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
-
a. ophoging, egalisering van gronden en afgraven van de bodem;
-
b. aanleggen en verharden van wegen, het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
-
c. aanleggen en dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen;
-
d. werken en werkzaamheden die de waterhuishouding beïnvloeden, zoals bemalen, onderbemalen, het slaan van putten;
-
e. aanbrengen van ondergrondse leidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
-
f. vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en handelingen die de dood of beschadiging van de beplanting tengevolge kunnen hebben;
-
g. bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden;
-
h. diepploegen.
11.3.2 Uitzonderingen vergunningsplicht
Het in artikel 11.3.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden:
-
a. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden in het kader van het normale beheer, gebruik en onderhoud;
-
b. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden in het kader van natuur- en bosbeheer;
-
c. werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden die op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan legaal in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning zijn of mogen worden uitgevoerd.
11.3.3 Afwegingscriteria
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 11.3.1 wordt slechts verleend indien en voor zover:
-
a. de aanvrager de noodzaak van het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden aantoont op basis van een onderzoek door een ter zake deskundige partij waarbij tevens de mogelijke significante (nadelige) gevolgen voor de ecologische waarden en de waterhuishoudkundige kwaliteiten in beeld zijn gebracht;
-
b. de werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden, waarop de vergunning betrekking heeft, noodzakelijk zijn voor een doelmatig gebruik van de gronden overeenkomstig hun bestemming;
-
c. geen significante aantasting plaatsvindt van de ruimtelijke kwaliteiten van de gronden;
-
d. geen significante aantasting plaatsvindt van de waterhuishoudkundige situatie met betrekking tot de waterkwaliteit en -kwantiteit;
-
e. geen significante aantasting plaatsvindt van de natuur-, landschappelijke -, en/of ecologische waarden van de gronden.