direct naar inhoud van 4.5 Flora en fauna
Plan: Voorsterweg 163
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0213.BPBG700008-va01

4.5 Flora en fauna

De Flora- en faunawet (Ffwet) regelt de soortbescherming van de in Nederland in het wild voorkomende planten- en diersoorten. De wet verbiedt handelingen of ontwikkelingen die de instandhouding van de wettelijk beschermde soorten in gevaar kan brengen (artikel 8 t/m 12). Daarnaast spreekt de wet over een zorgplicht, waarbij iedereen 'voldoende zorg' in acht moet nemen tegenover in het wild voorkomende planten en dieren. De wet verdeelt de beschermde planten- en diersoorten in drie categorieën die zijn ingedeeld in 3 tabellen. Soorten van tabel 1 genieten de lichtste vorm van bescherming, terwijl voor de soorten van tabel 3 de zwaarste bescherming geldt. Onder bepaalde voorwaarden kan een vrijstelling gelden. Daarnaast geldt een algemene zorgplicht, welke inhoudt dat menselijk handelen geen nadelige gevolgen voor flora en fauna mag hebben. De zorgplicht geldt voor alle planten en dieren, beschermd of niet. Wanneer sprake is van mogelijke overtreding van een van de verbodsbepalingen is een ontheffingsprocedure aan de orde. Het Ministerie van LNV (Dienst Regelingen) kan aan de ontheffing voorwaarden verbinden ten aanzien van uitvoering van werkzaamheden en het uitvoeren van mitigerende en compenserende maatregelen.

Ten behoeve van dit plan is in mei 2011 de wettelijk vereiste natuurtoets verricht. Het bijbehorende rapport is als bijlage aan dit bestemmingsplan toegevoegd. De conclusies van de toets kunnen als volgt worden samengevat.

In de omgeving komen twee Natura 2000-gebieden voor, namelijk 'Landgoederen Brummen' en 'Uiterwaarden IJssel'. Daarnaast wordt de boerderij aan drie zijden omringd door EHS.

De maatregelen vinden enkel plaats op het erf en hebben geen effect op de instandhoudingsdoelstellingen van beschermde gebieden of de kernkwaliteiten van de EHS. Er zijn dus geen vervolgstappen nodig in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998.

Tijdens het veldonderzoek zijn veel (broedende) boerenzwaluwen waargenomen. De werkzaamheden moeten daarom buiten het broedseizoen plaatsvinden. Er zijn geen jaarrond beschermde nesten aangetroffen en geen rust- of verblijfplaatsen van zwaar beschermde soorten (tabel 2 en 3). Omdat een groot deel van de nestgelegenheid van boerenzwaluwen verdwijnt door de maatregelen, wordt geadviseerd hiervoor te compenseren.

Ook vleermuizen kunnen in het plangebied aanwezig zijn. Er zijn echter geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van vaste rust- of verblijfplaatsen. Daarnaast kunnen licht beschermde soorten in het plangebied aanwezig zijn. Voor deze soorten geldt de zorgplicht.

Ten aanzien van de wettelijk beschermde soorten is geen nader onderzoek in het kader van de Flora- en faunawet nodig.