direct naar inhoud van 3.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Voorsterweg 163
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0213.BPBG700008-va01

3.3 Gemeentelijk beleid

3.3.1 Ruimtelijke Ontwikkelingsvisie 'Ligt op groen'

De ontwikkelingsvisie 'Ligt op groen !' heeft als doel sturing te geven aan de gemeentelijke ruimtelijke ontwikkeling in Brummen. De visie bevat naast een inspirerend wensbeeld de koers die moet worden gevolgd in de richting van dat wensbeeld. De gemeente Brummen kiest voor een gedifferentieerde, ontwikkelingsgerichte strategie, waarbij de bestaande groene kwaliteiten van de gemeente het referentiepunt zijn. Deze kwaliteiten dienen te worden behouden en waar mogelijk middels nieuwe ontwikkelingen te worden versterkt.

3.3.2 Bestemmingsplan Buitengebied 2008

Het plangebied valt binnen de grenzen van het 'Bestemmingsplan Buitengebied 2008'. De gronden en de bebouwing van het perceel hebben de bestemming 'Bedrijf (niet-agrarisch)' (zie fragment verbeelding in paragraaf 3.1) en mogen gebruikt worden voor een manege. De bebouwing mag bestaan uit de bijbehorende bedrijfsbebouwing, waaronder één dienstwoning. De maximum bebouwde oppervlakte van de bedrijfsbebouwing, inclusief de overkappingen en exclusief de dienstwoning, bedraagt 1088 m2.. Deze oppervlakte mag bij rechte met 10 % worden uitgebreid. De oppervlakte van de dienstwoning mag maximaal 150 m2 bedragen.

De bebouwing kan verder nog tot een bepaalde oppervlakte gebruikt worden voor het uitoefenen van een aan huis gebonden beroep of bedrijf en het op hobbymatige wijze houden van dieren.

Middels een wijzigingsbevoegdheid is het mogelijk om het perceel een woonbestemming te geven. De gewenste uitbreiding van de voormalige dienstwoning is in het kader van deze wijzigingsbevoegdheid echter niet mogelijk. Daarom kan van de betreffende wijzigingsbevoegdheid geen gebruik worden gemaakt.

3.3.3 Beleidsregel functieverandering in het buitengebied Gemeente Brummen 2009

De 'Beleidsregel functieverandering in het buitengebied Gemeente Brummen 2009' biedt een aanvulling op de regels van het Bestemmingsplan Buitengebied welke betrekking hebben op de functieverandering van vrijgekomen en vrijkomende gebouwen. In deze aanvullende regels is het regionale beleid van de nota 'Waar de stallen verdwijnen' verwerkt.

De beleidsregel is van toepassing op verzoeken voor functieverandering van (agrarische) bedrijven in het buitengebied welke in strijd zijn met het geldende bestemmingsplan en waarvoor geen mogelijkheden bestaan om deze te realiseren middels een binnenplanse ontheffing of een wijzigingsbevoegdheid.

De beleidsregel biedt dus een toetsingskader voor verzoeken tot ontheffing ex artikel 3.23 Wro of een herziening van het Bestemmingsplan Buitengebied ex artikel 3.1 Wro.

Het initiatief past niet binnen de wijzigingsregels van het Bestemmingsplan Buitengebied die het mogelijk maken om een bestemming van een niet-agrarisch bedrijf te wijzigen in een woonbestemming. Daarom is het initiatief getoetst aan de 'Beleidsregel functieverandering in het buitengebied Gemeente Brummen 2009'.

De belangrijkste criteria voor functieverandering naar wonen uit de beleidsregel die relevant zijn voor het voorliggende initiatief zijn de volgende.

  • Vrijkomende bedrijfsgebouwen die niet kunnen worden hergebruikt moeten worden gesloopt, met uitzondering van monumentale en karakteristieke gebouwen.
  • Nieuwbouw en hergebruik van (bij)gebouwen mag een omvang hebben van maximaal 50% van de gesloopte en hergebruikte bedrijfsgebouwen.
  • Voor het perceel wordt een erfinrichtingsplan gemaakt dat door een onafhankelijke, ter zake kundige organisatie wordt getoetst.
  • Minimaal 500 m2 van de vrijkomende bedrijfsbebouwing moet worden gesloopt.
  • De oppervlaktemaat van een woning is maximaal 150 m2, hiervan kan beargumenteerd worden afgeweken.

Uit de toetsing is gebleken dat het initiatief binnen de beleidsregel past.