direct naar inhoud van 5.7 Ecologie
Plan: Kloosterhof Weurt
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0209.BpKloosterhofWeurt-vadf

5.7 Ecologie

Door Bureau Bleijerveld is onderzoek uitgevoerd naar de aanwezige natuurwaarden (Flora- en faunaonderzoek De Kloosterhof Weurt, 22 april 2013 ). De conclusies zijn als volgt:

Gebiedsbescherming

Het plangebied ligt niet in of in de omgeving van beschermde gebieden. Op grond van de ligging, de aard van de ingreep en de bestemming van het terrein is een effect op beschermde gebieden uit te sluiten.

Flora

Er zijn geen bedreigde of beschermde plantensoorten aangetroffen. Het voorkomen van bedreigde en strikter beschermde soorten is uit te sluiten.

Fauna

  • De ingreep kan een negatief effect hebben op tabel 1-soorten uit de groepen zoogdieren en amfibieën. Voor dergelijke soorten geldt een algemene vrijstelling in geval van ruimtelijke ontwikkelingen.
  • Het complex is gedeeltelijk geschikt als verblijfplaats voor vleermuizen (tabel 3/bijlage IV HR), met name Gewone en Ruige dwergvleermuis. De twee oude lindes aan de oostzijde zijn mogelijk geschikt als verblijfplaats voor soorten als Rosse vleermuis, Grootoorvleermuis en Ruige dwergvleermuis.
  • In de opgaande begroeiing zijn broedsels van vogels zonder vaste nestplaatsen te verwachten, met name in de oudere bomen. Onder de loodslabben van het dak van het dorpshuis zijn broedgevallen van bijvoorbeeld Spreeuw niet geheel uit te sluiten.
  • Het voorkomen van vaste nestplaatsen van vogels binnen het plangebied is uit te sluiten.
  • Het plan is niet van invloed op strikter beschermde zoogdieren, reptielen, strikter beschermde amfibieën, vissen en ongewervelden.

Uit het onderzoek komen naar voren dat het plan – wat de strikter beschermde soorten betreft – een negatief effect kan hebben op de broedvogels zonder vaste nestplaats en vaste verblijfplaatsen van vleermuizen. Het is verboden broedsels van vogels en vaste nest- en verblijfplaatsen te verstoren of te vernielen.

Wat betreft broedsels van vogels zonder vaste nestplaats, dient het rooien van groen en het slopen van de gebouwen buiten de periode half maart – half juli te gebeuren. Eerdere en latere nestgevallen zijn mogelijk. Het is veiliger om niet te werken in de periode half maart - half augustus. In de periode november-februari is de kans op verstoring van broedsels nihil. Wat betreft vaste verblijfplaatsen van vleermuizen is nader onderzoek gewenst. Dit onderzoek zal plaatsvinden in het najaar van 2013 en in het voorjaar van 2014. Met de uitkomsten van dit onderzoek zal bij de uitvoering van het bestemmingsplan rekening worden gehouden.