Plan: | Kloosterhof Weurt |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0209.BpKloosterhofWeurt-vadf |
In de omgeving van het plangebied zijn geen bedrijven gelegen die een belemmering kunnen zijn voor de realisatie van gevoelige functies in het plangebied zelf. Het plangebied is buiten de geluidzone van industrieterrein Nijmegen-West gelegen. Daarnaast dient na gegaan te worden of de te realiseren functies in het plangebied leiden tot hinder in de omgeving.
Om te voorkomen dat bedrijven milieubelastend zijn ten opzichte van gevoelige functies en daarmee de leefbaarheid en woonkwaliteit verslechteren, wordt gebruik gemaakt van milieuzonering. Door het hanteren van afstandsmaten wordt de overlast ten gevolge van de bedrijfsactiviteiten zo laag mogelijk gehouden. De afstandsmaten volgen onder andere uit de publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' van de VNG (editie 2009). Hierbij wordt onderscheid gemaakt in type bedrijvigheid en soort overlast (geluid, stank). De afstanden van de brochure zijn, indien zij worden aangehouden tussen een hinderveroorzakende activiteit en een hindergevoelige functie, afstanden op basis waarvan de conclusie kan worden getrokken dat sprake is van een goede ruimtelijke ordening. De afstanden worden gemeten vanaf de grens van het bedrijfsperceel tot aan de gevel van het gevoelige object.
De afstand die de brochure noemt is een indicatieve afstand. Er kan worden afgeweken van die afstand, indien uit milieuhygiënisch onderzoek (met name akoestisch onderzoek) blijkt dat een goed woon- en leefklimaat (een goede ruimtelijke ordening) te garanderen is. In bepaalde gebieden kan, vanwege het karakter van die gebieden, volstaan worden met een minder grote richtafstand. Dit betreft de zogenaamde 'gemengde gebieden':
Gemengd gebied: een gebied met een matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Ook lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid kan als gemengd gebied worden beschouwd. Gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen, behoren eveneens tot het omgevingstype gemengd gebied. Hier kan de verhoogde milieubelasting voor geluid de toepassing van kleinere richtafstanden rechtvaardigen. Geluid is voor de te hanteren afstand van milieubelastende activiteiten veelal bepalend. Het begrip wordt gebruikt om richtafstanden aan te geven tussen een hinderveroorzakende activiteit en een hindergevoelige functie die gelegen is in een gebied met een variatie aan functies (zoals wonen, horeca, kleine bedrijvigheid) of ligging nabij drukke wegen. Van belang is of de functies 'zwaarder' zijn dan enkel wijkgebonden voorzieningen.
-> gemengd gebied is de typering van een gebied waarin de hindergevoelige functie is gelegen.
-> de (algemene) richtafstand kan met één afstandsstap worden verkleind.
De richtafstanden uit de brochure (bijlage 1) zijn gericht op functiescheiding. Voor bepaalde gebieden is in het kader van een goede ruimtelijke ordening in plaats van functiescheiding, functiemenging acceptabel (of zelfs wenselijk). 'Gebieden met functiemenging' zijn (volgens de brochure pag. 25) geïntroduceerd om in bepaalde situaties te voorkomen dat een vergaande scheiding van functies leidt tot een inefficiënt ruimtegebruik en een verlies aan ruimtelijke kwaliteit.
Gebied met functiemenging: dit begrip wordt gebruikt om aan te geven welke functies binnen een gebied met functiemenging onder welke voorwaarden acceptabel zijn.
-> het begrip 'gebied met functiemenging' heeft geen betrekking op de typering van een gebied maar op de toelaatbaarheid van hinderveroorzakende functies.
-> voor functiemenging wordt niet gewerkt met de richtafstandenlijst (bijlage 1 van de brochure) maar met een toelaatbaarheidslijst (bijlage 4 van de brochure). Deze toelaatbaarheidslijst gaat uit van de volgende categorieën:
Bij functiemengingsgebieden kan volgens de brochure gedacht worden aan stadscentra, dorpskernen, winkelcentra, horecaconcentratiegebieden, zones met functiemenging langs stedelijke toegangswegen en (delen van) woongebieden met kleinschalige dan wel ambachtelijke bedrijvigheid.
Het begrip 'gebied met functiemenging' wordt gebruikt om aan te geven welke functies binnen een gemengd gebied (gebied met een matige tot sterke functiemenging) onder welke voorwaarden toelaatbaar zijn.
Naast bovengenoemde zijn de milieunormen (onder andere geluid) volgens het Activiteitenbesluit van toepassing.
De locatie is gelegen aan het einde van de Laan 1945 en wordt op dit moment overwegend omringd door woningen. Circa 120 meter ten noorden van het plangebied is de (doorgaande) Van Heemstraweg gelegen. Laan 1945 vormt een belangrijke ontsluiting voor het zuidelijk deel van Weurt. In de huidige situatie is halverwege deze laan een voorzieningencluster gelegen, met onder andere een horecavoorziening en een supermarkt. Ook op de hoek met de Postkantoorstraat zijn enkele (winkel)voorzieningen gelegen.
Zoals reeds besproken in 4.3.2 is in de gemeentelijke structuurvisie vastgelegd dat – in samenhang met de te versterken synergie tussen de voorzieningen – Laan 1945 zich gaat ontwikkelen als een “voorzieningenas” in het dorp. Deze as verbindt de sportvelden met het dorpshuis De Kloosterhof. De gemeente wil daarbij meer planologische mogelijkheden bieden zodat er ook meer activiteiten een plek kunnen krijgen. Het is een meerwaarde als er een cafeetje of restaurant zou worden gerealiseerd en als de voorzieningen die nu gevestigd zijn aan de zuidzijde van de Postkantoorstraat zouden worden verplaatst naar Laan 1945. De ruimere planologische mogelijkheden kunnen met name worden vertaald in het leggen van flexibele bestemmingen in een bestemmingsplan.
Gezien bovenstaande is het wenselijk dat het onderhavige plangebied en de zone rondom de Laan 1945 kunnen worden gekarakteriseerd als een “gebied met functiemenging”. De begrenzing van dit gebied wordt aangegeven op onderstaande afbeelding en wordt derhalve bij de vaststelling van onderhavig bestemmingsplan geformaliseerd.
Bovenstaande betekent dat de toelaatbaarheidseisen uit bijlage 4 gehanteerd worden.
Functie | Bijlage 1 | Bijlage 4 | |
categorie | richtafstand (m) | categorie conform toelaatbaarheidslijst | |
Sporthal (bestaand) | 3.1 | 50 | B |
Dorpshuis | 2 | 30 | B |
Basisschool | 2 | 30 | B (incl. speelruimte) |
Peuterspeelzaal | 2 | 30 | B (incl. speelruimte) |
Artsenpraktijk | 1 | 10 | A |
De afstand tussen het plangebied en de woningen aan de overzijde van de Marienweerd is circa 13 m. De afstand ten opzichte van de woningen aan de overzijde van de Kloosterstraat bedraagt circa 21 m en de afstand tot de woning Jonkershof 2 bedraagt circa 15m. Deze woningen hebben overigens door de orientatie richting het Kloosterhof wel overwegend een geluidluwe achterzijde. De percelen van de woningen aan de noordzijde zijn direct aangelegen aan het plangebied. De afstand tot de woningen bedraagt enkele meters. Daarmee wordt voor de woningen buiten het experimentgebied niet voldaan aan de richtafstanden.
Voor de woningen binnen het functiemengingsgebied geldt het volgende. De voorzieningen zijn conform bijlage 4 maximaal gelegen in categorie B. Aangezien de bebouwing los ten opzichte van de omgeving is gesitueerd, kan aan de toelaatbaarheidseisen worden voldaan. Het aspect Bedrijven en milieuzonering levert hier derhalve geen belemmering op in het kader van de vaststeling van het bestemmingsplan.
Omdat niet voldaan wordt aan de richtafstanden conform bijlage 1 van de brochure is onderzoek verricht om na te gaan of kan worden voldaan aan een goed woon- en leefmilieu. Daarbij is voor een integrale benadering vanzelfsprekend gekeken naar de percelen die gelegen zijn buiten het bestemmingsplan,. De resultaten van het onderzoek zijn weergegeven onder paragraaf 5.5.3.
Een deel van de woningen gelegen binnen het 'gebied met functiemenging' zijn op korte afstand van de te ontwikkelen voorziening gelegen. Omdat er sprake is van een gebied met functiemenging, waarbij de menging van functies uitgangspunt is in plaats van de scheiding van functies, zijn de richtafstanden uit bijlage 1 niet maatgevend. Wel dient er sprake te zijn van een goede ruimtelijke ordening. In dit kader heeft de gemeente onderzoek laten verrichten om antwoord te kunnen geven of voldaan kan worden aan een goed woon- en leefmilieu. De resultaten van het onderzoek vormen bovendien onderdeel van het afwegingskader voor de nadere inrichting van de gronden.
Door De Roever omgevingsadvies is een akoestisch onderzoek verricht, Akoestisch onderzoek Bestemmingsplan de Kloosterhof Kapittelweg/Mariënweerd/Jonkerstraat te Weurt, document 20130426/D01/SB, d.d. 23 september 2013.
De invulling van het plangebied is ten tijde van het opstellen van voorliggend onderzoek nog niet definitief. Vanwege de komst van een nieuwe basisschool met speelruimte en een nieuw dorpshuis moet door middel van geluidonderzoek worden vastgesteld welke varianten van de invulling tot welke geluidsniveaus leiden. Dit kan worden meegewogen bij de definitieve keuze.
De rekenresultaten uit dit onderzoek worden gebruikt ter beoordeling van de vraag:
De uitgangspunten bij de onderzochte varianten worden in deze rapportage vermeld.
Het complex omvat een drietal hoofdonderdelen, te weten de sporthal, dorpshuis en basisschool/peuterspeelzaal. Op de hoofdonderdelen bevindt zich een aantal bronnen waarvan vast staat dat daar maatregelen aangetroffen kunnen worden. Hierbij kan gedacht worden aan luchtverversingsinstallaties, geluidsproductie binnen in de gebouwen zoals oefenen van dansen met 'mechanische' muziek en sportactiviteiten in de hal. Per hoofdonderdeel kan vastgelegd worden dat de geluidsbelasting op de omliggende woningen een geluidsbelasting van maximaal 35 dB(A) mag veroorzaken. Voor al deze bronnen kunnen namelijk maatregelen getroffen worden.
Door deze geluidsbronnen nu uit te sluiten resteert een overzichtelijk geheel en verzandt het onderzoek niet in een onnodig groot aantal aannames en dus varianten.
Het onderzoek richt zich derhalve in eerste instantie op de geluidbronnen waaraan in principe geen maatregelen kunnen worden getroffen, zoals spelende kinderen, rijden en parkeren van auto's en laden en lossen van vrachtwagens. Deze bronnen bevinden zich in de buitenlucht en het dichtst bij de woningen. Deze bronnen zullen de meeste hinder naar de omgeving kunnen veroorzaken, afhankelijk van de locatie.
In het onderzoek worden de geluidsniveaus berekend voor diverse varianten, namelijk:
De positie van de bestaande sporthal wordt als een vaststaand gegeven beschouwd.
Het akoestisch onderzoek is uitgevoerd op basis van bureau-ervaringscijfers en algemeen aanvaarde kengetallen. Berekeningen zijn uitgevoerd in het programma Geomilieu.
Toetsing vindt plaats volgens de systematiek van de VNG-publicatie "Bedrijven en milieuzonering" en de geluidsvoorschriften van het Activiteitenbesluit.
Uit het onderzoek blijkt dat de ongeacht de invulling van het terrein realistische geluidreducerende maatregelen kunnen worden getroffen aan het dorpshuis en de installaties, zodat deze het leefklimaat in de omgeving niet verstoren.
Voor de buitenactiviteiten zijn de optredende geluidsniveaus voor verschillende locaties binnen het plangebied berekend. Hieruit kan de meest gunstige invulling van het terrein worden bepaald, op basis van de geluidsaspecten.
Uit het onderzoek blijkt dat bij de akoestisch meest gunstige indeling het speelterrein zich in het zuidoostelijke gedeelte van het plangebied bevindt. De bewegingen op het terrein vinden dan bij voorkeur ten westen hiervan (zijde Kapittelweg) plaats, en het laden en lossen aan de westzijde. In onderstaande afbeelding is verbeeld op welke locaties de laagste geluidsniveaus ten gevolge van de buitenactiviteiten zullen optreden.
Het onderzoek is uitgegaan van een worstcasescenario, de exacte ligging van (buiten)activiteiten ligt niet op voorhand vast en er is een veelheid aan situeringsmogelijkheden. Op basis hiervan blijkt dat de ontwikkeling van het voorzieningencluster, gezien vanuit het aspect milieuzonering, een beperking kent (afhankelijk van de gekozen situering van de buitenactiviteiten) voor het woon- en leefklimaat van de omliggende woningen. Aangezien er echter sprake is van een gebied met functiemenging, weegt een beperkt effect van het voorzieningencluster op de omgeving niet op tegen het algemeen belang van de aanwezigheid van de onderhavige voorziening. Belangrijk uitgangspunt is echter wel, dat bij het opstellen van het programma van eisen, een zodanige situering van de buitenruimte zal plaatsvinden, dat er zo min mogelijk belemmeringen voor de omgeving zullen worden veroorzaakt. Daarmee wordt de vestiging van een voorzieningencluster ter plaatse, gelet op de geluidsaspecten, aanvaardbaar geacht