direct naar inhoud van 4.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Kloosterhof Weurt
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0209.BpKloosterhofWeurt-vadf

4.3 Gemeentelijk beleid

4.3.1 Strategische visie

In 2008 – 2009 onderzoek gedaan naar de gewenste toekomst van de gemeente. Uit dit onderzoek is de strategische visie voorgekomen. In overleg met bewoners, ondernemers, ambtenaren en deskundigen heeft de gemeenteraad zes strategische hoofdlijnen bepaald:

  • 1. De vier verschillende kernen en gemeenschappen zijn uitgangspunt;
  • 2. De gemeente Beuningen wil een compacte, servicegerichte en ondersteunende organisatie zijn;
  • 3. In de gemeente Beuningen kun je duurzaam wonen en leven;
  • 4. De gemeente Beuningen is zuinig op het buitengebied;
  • 5. De economische ontwikkeling van de gemeente Beuningen past binnen het landschappelijke karakter;
  • 6. De gemeente Beuningen is sterk verbonden met de regio en biedt goede leef- en recreatieruimte.

Een belangrijke troef van de gemeente Beuningen in de regio is het zeer uiteenlopende aanbod aan woningen met een tuin. De gemeente stuurt al meer dan 20 jaar op de kwaliteit van leven die in deze regio zo hoog is. Wonen is dan ook de belangrijkste bijdrage aan de omringende regio. De sferen in de gemeente lopen uiteen van uitgesproken dorps in Winssen en Weurt, via het suburbaan en groeiend Weurt tot het netwerkgewijze, meer kleinstedelijke klimaat van Beuningen.

De gemeente Beuningen is en blijft vooral een woongemeente. Een belangrijke ontwikkeling is het verdwijnen van de scheiding tussen wonen en werken voor steeds meer mensen. De hoeveelheid bedrijven aan huis neemt gestaag toe; mensen werken meer thuis en recreëren meer op en rond hun werk. De provincie voorziet bovendien op termijn een forse afname van de beroepsbevolking; tot 2040 zelfs met meer dan 25 %. Grootschalig, industrieel ondernemen past niet meer in de gewenste identiteit van gemeente. Wel worden karakteristieken als (kleinschalig) initiatief, durf en toekomstgerichtheid genoemd.

4.3.2 Structuurvisie Gemeente Beuningen

De gemeenteraad heeft de Structuurvisie Gemeente Beuningen vastgesteld op 8 mei 2012.

Hoofdopgaven

De hoofdopgaven van Weurt:

  • 1. Verbinden van Weurt. Weurt wordt doorsneden door de van Heemstraweg. Deze weg vormt een barrière in het dorp die de inwoners van Weurt graag zien verdwijnen. De gemeente Beuningen wil zich sterk maken de barrière zoveel als mogelijk te verzachten zodat de beide zijden van Weurt beter met elkaar verbonden zijn.
  • 2. Op zoek naar een hart. Het dorp Weurt kent geen duidelijk dorpshart. De bevolking van Weurt zou graag zien dat er een dorpsplein zou zijn waar voorzieningen meer geconcentreerd liggen en waar ontmoetingen kunnen plaatsvinden. Gezien de beperkte ruimtelijke en financiële speelruimte kiest de gemeente voor een realistische insteek waarin de opgave niet is 1 hart te creëren maar voorzieningen vooral te verbeteren en beter met elkaar te verbinden.
  • 3. Versterken van synergie tussen voorzieningen. Weurt beschikt over een redelijk voorzieningenniveau. Het is naar de toekomst toe een opgave deze voorzieningen te behouden en te versterken. De centrale opgave is meer synergie te bereiken. Met onderhavig bestemmingsplan wordt invulling gegeven aan dit visieonderdeel.
  • 4. Accupunctuur, verbeteren van de openbare ruimte. De openbare ruimte in Weurt en de structuur van verschillende woongebieden is tamelijk schraal. De structuurvisie reikt ideeën aan hoe de belevingswaarde en functionaliteit van de ruimte in de toekomst verbeterd kan worden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0209.BpKloosterhofWeurt-vadf_0006.png"

Voor onderhavig bestemmingsplan is met name beleidsdoelstelling 3 van belang.

Keuzes hoofdopgaven

1. Verbinden van Weurt
De wens is dat de van Heemstraweg op meerdere plaatsen goed oversteekbaar wordt. Ook kan de route Pastoor Jonckerstraat – Broekmanstraat hersteld worden. Het is tevens wenselijk dat het wegprofiel van de Van Heemstraweg heringericht wordt zodat het hard rijden onaantrekkelijk is. Het verleggen van de komgrens wat verder westelijk zou daarbij een verbetering zijn; zo voelen automobilisten eerder dat ze het dorp in rijden.

2. Op zoek naar een hart
Deze visie kiest er voor om – in samenhang met de te versterken synergie tussen de voorzieningen – Laan 1945 te gaan verbeteren als een “voorzieningenas” in het dorp. Deze as verbindt de sportvelden met het dorpshuis De Kloosterhof.

De ambitie is aan Laan 1945 een pleintje te realiseren waar ruimte is voor activiteiten en het prettig verblijven is. Dit pleintje zou kunnen ontstaan door de supermarkt te herontwikkelen.

Laan 1945 kan veel interessanter worden ingericht met voldoende ruimte voor voetgangers en fietsers. In de uitwerking van dit idee kunnen de bestaande kleine plantsoenen bij deze weg worden betrokken zodat er wat meer ruimte ontstaat om een echt pleintje te realiseren. Overwogen kan worden het parkeren beter te organiseren.

De gemeente wil meer planologische mogelijkheden bieden zodat er ook meer activiteiten een plek kunnen krijgen aan het pleintje en Laan 1945. Het is een meerwaarde als er een cafeetje of restaurant zou worden gerealiseerd en als de voorzieningen die nu gevestigd zijn aan de zuidzijde van de Postkantoorstraat zouden worden verplaatst naar Laan 1945. De gemeente zal daar ruime planologische mogelijkheden voor bieden, bijvoorbeeld met flexibele bestemmingen in het bestemmingsplan.

3. Versterken van de synergie tussen voorzieningen
Binnen Weurt bestaan diverse gebouwen voor maatschappelijke functies die verouderd zijn en op korte of wat langere termijn om vernieuwing vragen. De Basisschool de Ruyter staat daarbij bovenaan de prioriteitenlijst. Ook het gemeenschapshuis De Kloosterhof is oud en voldoet niet meer aan de eisen van deze tijd. Weurt beschikt daarnaast over een uitstekende sportzaal die voor de schaal van de kern groot is. Als er op dit moment een nieuwe binnensportaccommodatie gebouwd zou moeten worden zou deze op grond van de actuele normen niet zo groot zijn als de huidige sporthal. Met andere woorden Weurt heeft een nu geweldige sportzaal die ze graag willen behouden op de huidige locatie. Het is alom bekend dat verschillende maatschappelijke functies beter tot hun recht komen als er een goede afstemming en samenhang tussen deze functies bestaat. Zowel voor de gebruikers als voor beheer en exploitatie biedt meer samenhang voordelen. Concepten die hier het bewijs van zijn en die steeds meer ontwikkeld worden, zijn het ‘Kulturhus’ en de ‘brede school’.

Het is de ambitie van de gemeente om deze synergie te bereiken en daarvoor gaat ze onderzoeken of het haalbaar is om de Basisschool de Ruyter te herbouwen in samenhang met een nieuwe voorziening van de Kloosterhof bij de bestaande sportzaal. Een eerste programmastudie toont aan dat deze integrale herontwikkeling hier ruimtelijk-planologisch mogelijk is. De vrijkomende locatie van Basisschool de Ruyter zou dan door middel van nieuwe woningen een positieve impuls kunnen geven aan de woonomgeving.

Onderhavig bestemmingsplan vormt het planologisch-juridisch instrument om bovengenoemd visieonderdeel te realiseren.

Overige keuzes

Kwaliteitsverbetering oude linten
Het is de ambitie om de herkenbaarheid van de oudere linten te versterken. De linten die de Van Heemstraweg kruisen (Pastoor van der Marckstraat, Jonkerstraat, Postkantoorstraat, Kerkstraat) kunnen weer aangesloten worden op de Van Heemstraweg. Het is tevens de ambitie deze routes fraaier en in aansluiting op de historische karakteristiek her in te richten. De gemeente Beuningen geeft in haar recente “Handboek Kwaliteit Openbare Ruimte (HKOR)” meer sturing aan.

Woningbouw
Binnen Weurt bestaan er in de toekomst enkele mogelijkheden om woningen te realiseren. Inmiddels is in 2011 het plan Roozenburg vastgesteld. Hier zijn/ worden de komende jaren 43 woningen gerealiseerd. Als Basisschool de Ruyter verplaatst wordt, zal de vrijkomende locatie met woningbouw kunnen worden ingevuld. De opgave is daarbij een woningtype en buitenruimte toe te voegen die een kwaliteitsimpuls aan de wijk geven. Wenselijk zijn woningen voor senioren. Ook boven de supermarkt worden kansen gezien woningen te realiseren.

4.3.3 Groenbeleidsplan

De gemeenteraad van Beuningen heeft eind 2012 het groenbeleidsplan vastgesteld. Met de ontwikkeling van de groenstructuurkaart is het groene netwerk van de gemeente vastgelegd. De elementen en structuren op de groenstructuur:

  • hebben een hogere status dan overig groen;
  • hebben een streefbeeld en kwaliteit waar de gemeente actief aan werkt;
  • krijgen een hogere prioriteit bij beheer en onderhoud;
  • worden beschermd tegen kap of andere vormen van beschadiging of vernietiging.

Het plangebied is niet opgenomen op de groenstructuurkaart. De wens bestaat om enkele bomen/groen rondom de Kloosterhof in het nieuwe plan in te passen. Het gaat daarbij om de lindes aan de Jonkerstraat en de eikenbomen in de zuidwesthoek van het plangebied.

4.3.4 Bomenverordening

De gemeenteraad van Beuningen heeft eind 2012 de Bomenverordening 2012 vastgesteld. De Bomenverordening is gekoppeld aan een 'Groene Kaart' (inclusief administratieve lijst). Hierop staan monumentale en waardevolle particuliere en gemeentelijke houtopstanden. Bomen op de Groene Kaart vallen onder het kapverbod. Voor de monumentale en waardevolle bomen geldt een ontheffingsstelsel. Voor gemeentelijke bomen zonder monumentale of waardevolle status geldt een vergunningsstelsel.

De 2 lindes aan de oostzijde van het plangebied staan op de lijst met monumentale bomen en de nog vast te stellen bomenverordening. De kroonprojecties worden daarom voorzien van een aanduiding, die ziet op de bescherming van deze bomen.

4.3.5 Kadernota Duurzaam Beuningen 2009 - 2012

Deze kadernota (vastgesteld door de gemeenteraad op 14 april 2009) biedt inzicht in de maatschappelijke verantwoordelijkheid die Beuningen neemt met betrekking tot de onderwerpen:

  • Klimaat & Energie;
  • Duurzaam inkopen;
  • Millenniumdoelstellingen.

De kaderstellende nota biedt een overkoepelend kader ten behoeve van diverse deelprojecten. Het biedt inzicht in de mate waarin huidige en nieuwe projecten een bijdrage kunnen leveren aan de overkoepelende doelen.

De gemeenteraad heeft op 14 april 2009 de volgende Duurzaamheidsdoelstelling vastgelegd:

  • Beuningen in 2020: 20 % CO2-reductie in 2020 (ten opzichte van 2005) en 20 % duurzame energie (Rijksdoelen CO2 beleid);

De ambitie sluit aan op de Rijksdoelen voor 2020 voor CO2-reductie en duurzame energie, het VNG Klimaatakkoord uit 2007 en de MARN klimaatdoelen.

De gemeente Beuningen is in de perdiode 2009 – 2012 pragmatisch aan de slag gegaan met een groot aantal Duurzaamheids-, Energie- en Klimaatprojecten, zoals:

  • Energiezuinige woningbouw;
  • Energieafspraken met woningcorporatie over nieuwbouw en bestaande bouw;
  • Liefst alle woningen in Beuningen over 10 jaar gemiddeld een energielabel B;
  • Groene welkomstbox voor nieuwe en verhuizende bewoners;
  • Stimuleren van duurzame energiebronnen, zoals warmte-/ koudeopslag (WKO, warmteterugwinning uit grond- of oppervlaktewater) voor nieuwbouw;
  • Subsidie voor isolatie in de bestaande bouw;
  • Collectieve inkoop zonnepanelen;
  • Energiebesparing bij kantoren, scholen, zorginstellingen en supermarkten;
  • Stimulering elektrisch vervoer door realisatie E-netwerk met oplaadpunten;

De kansen in grote nieuwbouwprojecten en de bestaande woningbouw en bedrijven moeten benut worden. Daarbij verdient het aanbeveling om vroegtijdig randvoorwaarden te stellen aan de energieprestaties van de nieuwbouwwoningen. De wettelijke energieprestatie-coëfficiënt (EPC) voor nieuwbouw wordt stapsgewijs aangescherpt, met als doelstelling dat de gemeente Beuningen energiezuinig (ver)bouwen stimuleert door voor nieuwbouw uit te gaan van een minimaal 10% scherpere energieprestatie-coëfficiënt (EPC) dan in het bouwbesluit is opgenomen.

Voor de andere thema's zoals verkeer worden kansen op natuurlijke momenten benut, zoals bij nieuwe ontwikkelingen.

4.3.6 Milieubeleidsplan 2010 - 2014

In het Milieubeleidsplan zijn diverse kaders opgenomen met betrekking tot ontwikkelingen binnen verschillende milieubeleidsvelden. In het hoofdstuk 'Milieu & Ruimtelijke Ordening' is het volgende ten aanzien van nieuwbouwprojecten (woningen) opgenomen:

Duurzaamheid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de gemeente en haar partners (projectontwikkelaars, aannemers, architecten, makelaars etc.). Samenwerking en partnerschap is daarom cruciaal. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling wordt: leren in de praktijk, het uitwisselen van ervaringen, een multidisciplinaire aanpak, partnerschappen en netwerken, inspraak en participatie, innovatieve voorlichtingsmethoden en bewustmaking.

De gemeente Beuningen streeft naar:

  • het toepassen van duurzaamheid als sturend principe bij ruimtelijke inrichting;
  • het verankeren van duurzame ontwikkeling bij ruimtelijke processen.

Bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen / nieuwbouwprojecten worden o.a. de volgende randvoorwaarden gehanteerd:

  • energieprestaties (EPC-norm) nieuwbouw minimaal 10 % lager dan de geldende eis in het Bouwbesluit (uit de Kadernota Duurzaam Beuningen);
  • optimale woning-oriëntatie op de zon (maakt verlichtingsbehoefte geringer);
  • optimale dakvlak-oriëntatie op de zon (maakt latere plaatsing van zonnepanelen mogelijk);
  • een laag temperatuur-afgiftesysteem in de vloeren en wanden (voor latere aansluiting op warmtepomp of collectief systeem).

Realisatie van deze randvoorwaarden biedt toekomstwaarde, want energietarieven stijgen en duurzame energietechnieken worden goedkoper.

4.3.7 De Stadsregionale Duurzaamheids-Agenda: De Groene Kracht

De stadsregioregio heeft een nieuwe Groene Agenda vastgesteld onder het motto: 'De Groene Kracht'. Met De Groene Kracht werken de gemeenten in de Stadsregio Arnhem Nijmegen samen aan een duurzame, groene economie. De Groene Kracht rust op drie pijlers, namelijk duurzame energie, duurzame mobiliteit en een duurzame gebouwde omgeving. Daarmee is de relatie met Duurzaam Bouwen gelegd.

4.3.7.1 Convenant Het Groene Akkoord - Duurzaam Bouwen in de Stadsregio

Duurzaam bouwen gaat overigens niet alleen over energieverbruik en –besparing. Het gaat ook om goed omgaan met materialen en toekomstwaarde van een woning of gebouw. En niet in de laatste plaats ook om de portemonnee van de burgers die zich geconfronteerd zien met toenemende energieprijzen. Het gaat om de woonlasten (vaste lasten plus energierekening).

Doel en aanpak

Al in 2000 werd het KAN Convenant Duurzaam bouwen afgesloten door de regiogemeenten, marktpartijen en de Stadsregio Arnhem Nijmegen (toen nog Knooppunt Arnhem Nijmegen). Dit convenant was lange tijd het kader voor afspraken over duurzaam bouwen. Tijdens een Themabijeenkomst Wonen op 25 mei 2011 bleek dat er zowel bij gemeenten als marktpartijen groot draagvlak was voor een vernieuwing van dit convenant. Afgesproken werd gebruik te maken van het instrument GPR Gebouw. De afkorting GPR staat voor Gemeentelijke Praktijk Richtlijn. Het instrument bestaat reeds 15 jaar en wordt gebruikt door zowel gemeenten als corporaties en marktpartijen. Er zijn inmiddels ruimt 300 licentiehouders.

Voor het stedenbouwkundig aspect wordt het pakket GPR Stedenbouw gehanteerd en voor de meerjarenonderhoudsplanningen GPR Onderhoud.

Het doel van het implementatietraject GPR Gebouw in de Stadsregio Arnhem Nijmegen is het op termijn verduurzamen van de gebouwde omgeving. Dit wil de regio bereiken door voor de komende jaren afspraken te maken over duurzaam en energiezuinig te (ver)bouwen. De eerste mijlpaal is gezet met de ondertekening van het vernieuwde convenant, Het Groene Akkoord, op 26 april 2013. We kiezen ervoor om eerst brede ervaring op te doen met GPR (gebouw, stedenbouw en onderhoud) door het zoveel mogelijk in projecten toe te passen. Alle partijen leren zo hetzelfde kader te hanteren. Na de ervaring komen de afspraken en de ambitie.

4.3.8 Handboek Kwaliteit Openbare Ruimte

De gemeenteraad van Beuningen heeft eind 2012 het Handboek Kwaliteit Openbare Ruimte (HKOR) vastgesteld . Het HKOR beschrijft zestien ruimtelijke eenheden (naoorlogs wonen, historische dorpskern, dijklint etc.). Per ruimtelijke eenheid zijn de ambities voor het beeld, belang en beheer van de openbare ruimte vastgelegd. Hierbij is onderscheid gemaakt in een kwaliteitsambitie voor de korte termijn 2013 - 2017 en een kwaliteitsambitie voor de lange termijn 2018 - 2030. Het handboek maakt gebruik van 4 kwaliteitsambities: 'basis', 'basis -/-', 'bijzonder' en 'bijzonder -/-'.

De ambities voor de openbare ruimte zijn samengevat in vier thema's:

  • Een levensloopbestendige ruimte (toekomstkwaliteit);
  • Een ruimte die uitnodigt tot ontmoeten (belevingskwaliteit);
  • Een flexibele ruimte (gebruikskwaliteit);
  • Een gedeelde en veilige ruimte (gebruikskwaliteit).

Het plangebied behoort tot de ruimtelijke eenheid 'Wonen in erven' uit het handboek. De inrichting van het openbare gebied dient aan te sluiten bij kwaliteitsniveau basis. D.w.z. dat de inrichting is afgestemd op reguliere onderhoudsmaatregelen en het materiaalgebruik behoort tot de veel gebruikte en beproefde materialen binnen de gemeente.