direct naar inhoud van 4.2 Provinciaal & regionaal beleid
Plan: Poelsestraat 1a 1b Winssen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0209.BPpoelsestraat1ab-vadf

4.2 Provinciaal & regionaal beleid

4.2.1 Streekplan Gelderland 2005

Het Streekplan Gelderland 2005 is door Provinciale Staten van Gelderland op 29 juni 2005 vastgesteld.

Op grond van de Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening wordt een streekplan, dat onder de oude Wet

op de Ruimtelijke Ordening tot stand is gekomen, gelijkgesteld aan een structuurvisie onder de nieuwe

Wro.

De provincie beschrijft in het Streekplan Gelderland 2005 ruimtelijke kenmerken en kwaliteiten van

Gelderland in nationaal perspectief en van de samenstellende regio's. De provincie onderkent in haar

plan de landschappelijke diversiteit en de regionale verscheidenheid, die hebben geleid tot een

structureel verschillende, ruimtelijke opbouw. De structuurvisie geeft – in provinciaal perspectief – op

hoofdlijnen aan waar welke ontwikkelingen gewenst zijn. De ruimtelijke kenmerken en kwaliteiten spelen

daarbij een bepalende rol. Daarbij zijn kwetsbare kwaliteiten aan de orde, die bescherming behoeven of

een specifieke ontwikkeling, maar het gaat ook om het geleiden van hoogdynamische ontwikkelingen

om de kansen op maatschappelijke meerwaarde te vergroten en nieuwe kwaliteiten toe te voegen.

De provincie hanteert voor het ruimtelijke beleid in het Streekplan Gelderland 2005 de volgende

uitgangspunten:

  • regionale inzet:

ontwikkelingsgerichtheid en afstemming op regionale schaal staan hierbij centraal. Het Regionaal

Structuurplan vormt als het ware grotendeels de uitwerking van het provinciale beleid op regionaal

niveau;

  • versterking ruimtelijke kwaliteit:

ruimtelijke kwaliteit werkt op alle schaalniveaus door en heeft betrekking op de betekenissen die

aan de kenmerken van de ruimte kunnen worden ontleend. Die betekenis kan worden uitgedrukt in

de gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde. Ruimtelijke plannen moeten dan ook een

minimale basiskwaliteit hebben, zoals vastligt in diverse wetten, regelgeving en beleid.

Multifunctioneel gebied

Het plangebied is op de beleidskaart 'ruimtelijke structuur' gelegen in het multifunctioneel gebied met de

nadere aanduiding 'multifunctioneel platteland'. In het provinciaal planologisch beleid wordt op deze

gebieden geen expliciete provinciale sturing verricht. De vitaliteit van multifunctionele platteland wordt

bevorderd door planologische beleidsvrijheid te geven aan gemeenten onder andere wat betreft de

regionale behoefte aan 'dorps' wonen te accommoderen.

Functieverandering naar wonen

In het streekplan is generiek beleid voor functieverandering van vrijkomende (agrarische) gebouwen

opgenomen. De provincie wil bevorderen dat gebouwen in het buitengebied die hun huidige functie

verliezen of verloren hebben, op een goede wijze kunnen worden (her)gebruikt. Dit moet bijdragen aan

een impuls voor de leefbaarheid, vitaliteit en ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied.

Bij functieverandering naar wonen geldt dat:

  • aanwezige gebouwen kunnen worden hergebruikt met meerdere wooneenheden in 1 of hoogstens 2

gebouwen die bij elkaar staan. Uitgangspunt is reductie van de bebouwing met tenminste 50 %;

  • als hergebruik van de bestaande bebouwing niet mogelijk is, dan kan na sloop van alle

bedrijfsgebouwen vervangende nieuwbouw plaatsvinden in 1 woongebouw met meerdere

wooneenheden met een oppervlakte van maximaal 50 % van de gesloopte bebouwing.

Daarnaast dient kwalitatieve verevening plaats te vinden. Uitgangspunt daarbij is dat door de

initiatiefnemer wordt bijgedragen aan de verbetering van de omgevingskwaliteit en publieke functies van

het buitengebied, gerelateerd aan de locatie waar de functieverandering aan de orde is.

Inmiddels heeft de provincie de Ruimtelijke Verordening Gelderland (RVG) vastgesteld en is deze in

werking getreden. De verordening betekent geen verandering in het ruimtelijk beleid van de provincie,

maar is de 'juridische vertaling' van het streekplan.

4.2.2 Ruimtelijke Verordening Gelderland

Op basis van de Wro kunnen door middel van een provinciale verordening regels gesteld worden omtrent

de inhoud en de toelichting van bestemmingsplannen, voor zover provinciale belangen dat met het oog

op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken. Provinciale Staten van Gelderland hebben op 15

december 2010 de RVG vastgesteld. Op 27 juni 2012 is de RVG deels herzien. Deze herziening is per

5 juli 2012 in werking getreden en verwerkt in de geconsolideerde versie.

Functieverandering

In artikel 2.2 van de RVG is opgenomen dat nieuwe bebouwing ten behoeve van wonen en werken in een

bestemmingsplan in het plangebied slechts is toegestaan:

  • binnen bestaand bebouwd gebied;
  • binnen de woningbouwcontour van de Stadsregio Arnhem - Nijmegen;
  • binnen de zoekrichting woningbouw van de Stadsregio Arnhem - Nijmegen, mits 90 % van de

woningen wordt gebouwd in de betaalbare huur en/ of koopsector;

  • binnen de zoekzones bedrijventerreinen van de Stadsregio Arnhem - Nijmegen;

Het plangebied is gelegen buiten deze gebieden.

In afwijking van het bepaalde in 2.2 kan in een bestemmingsplan nieuwe bebouwing ten

behoeve van wonen en werken tevens mogelijk worden gemaakt:

a. indien de nieuwe bebouwing functioneel gebonden is aan het buitengebied;

b. in geval van functieverandering naar een niet-agrarische functie, mits 1) de

functieverandering in overeenstemming is met een door Gedeputeerde Staten

geaccordeerd regionaal beleidskader; 2) sprake is van de vervanging van bestaande

bebouwing, met inbegrip van bouwwerken ten behoeve van glastuinbouw, door

nieuwe bebouwing, welke leidt tot een substantiële vermindering van het bebouwde

oppervlak; 3) buiten de concentratiegebieden glastuinbouw en de regionale clusters

glastuinbouw gelegen; en 4) in de toelichting bij een bestemmingsplan wordt

aangegeven op welke manier nieuwe bebouwing landschappelijk wordt ingepast;

c. bij oprichting van nieuwe landgoederen, mits 1) sprake is van een substantiële

verbetering van in de directe omgeving aanwezige kwaliteiten van natuur, water of

landschap of de recreatieve mogelijkheden van die omgeving,en 2) in de toelichting

bij een bestemmingsplan wordt aangegeven op welke manier nieuwe bebouwing

landschappelijk wordt ingepast;

d. ten behoeve van uitbreiding van bestaande niet-agrarische bedrijvigheid tot een

maximum van 20% van het bebouwd oppervlak, met dien verstande dat de

maximale bedrijfsoppervlakte na uitbreiding niet groter is dan 375m2, waarbij een

grotere uitbreiding kan worden toegestaan, indien deze uitbreiding in

overeenstemming is met een door Gedeputeerde Staten geaccordeerd regionaal

beleidskader;

In het geval van nieuwe bebouwing in het kader van functieverandering kan voor de maatvoering en

specifieke voorwaarden ten aanzien van het bepaalde in artikel 2.3 onder b worden aangesloten bij het

bepaalde in paragraaf 2.3 van het streekplan en de als uitwerking hiervan door Gedeputeerde Staten

vastgestelde regionale beleidskaders.

Het door de Stadsregio Arnhem - Nijmegen vastgestelde beleidskader 'Notitie functieverandering

buitengebied' is door Gedeputeerde Staten, voor zover dit het multifunctioneel gebied betreft, als

streekplanuitwerking vastgesteld.

Aangezien het plangebied volgens de beleidskaart ruimtelijke structuur uit het Streekplan Gelderland

2005 is gelegen in het multifunctioneel gebied is het regionale beleidskader 'Notitie functieverandering

buitengebied' voor functieverandering van toepassing.

Daarnaast dient bij functieverandering sprake te zijn van volledige omzetting van het (voormalige) (agrarische-) bedrijf. Dit wil zeggen dat de bestemming in zijn geheel wordt omgezet naar een woonbestemming en dat ook alle opstanden gesloopt moeten worden. Omdat er op deze locatie sprake is van een bijgebouw dat oorspronkelijk behoorde bij de hoeve aan de overkant van de straat maar tijdelijk was gekoppeld aan het agrarische bedrijf verderop in de straat hoeft niet de gehele agrarische bestemming te worden omgezet. Het agrarische bedrijf wordt ook immers voortgezet. Slopen is ook niet van toepassing omdat er sprake is van monumentale bebouwing.

4.2.3 Regionale notitie functieverandering buitengebied

De 'notitie functieverandering buitengebied' van de Stadsregio Arnhem - Nijmegen stelt de voorwaarden

waaronder een functieverandering van een (agrarisch) bedrijf naar wonen, werken en

woon-werkcombinaties mogelijk is. Een belangrijk aspect bij functieverandering is het bewerkstelligen

van kwaliteitsverbetering in het buitengebied.

Functieverandering naar wonen

Functieverandering naar wonen is mogelijk bij volledige beëindiging van de bedrijfsmatige activiteiten. Dit

kan plaatsvinden door hergebruik van de bestaande woning of door nieuwbouw. De regeling schrijft voor dat karakteristieke of monumentale bebouwing in stand moet worden gehouden. Op de locatie worden 2 nieuwe wooneenheden gerealiseerd in een monumentale schuur, waarmee wordt voldaan aan de

beleidsuitgangspunten.