direct naar inhoud van Artikel 6 Waarde - Archeologie
Plan: Alde Steeg (Gemeente Beuningen)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0209.BPaldesteeg-dfva

Artikel 6 Waarde - Archeologie

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de archeologische informatie in de bodem.

6.2 Bouwregels

Ten opzichte van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:

  • a. Voor het oprichten van bouwwerken groter dan 100 m² dient de aanvrager een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarden van de gronden waarop het bouwen betrekking heeft naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
  • b. In afwijking van het gestelde onder a hoeft geen rapport als bedoeld onder a te worden overlegd, indien:
    • 1. het bouwen betrekking heeft op het vervangen van bestaande bebouwing, waarbij de bebouwing op dezelfde fundering plaatsvindt als de te vervangen bebouwing en niet dieper wordt uitgegraven dan de onderzijde van de bestaande fundering;
    • 2. het bouwen betrekking heeft op het vervangen van bestaande bebouwing, waarbij de bebouwing op maximaal 2,5 meter ter weerszijden van de bestaande fundering wordt gerealiseerd;
    • 3. in verband met het bouwen geen grondwerkzaamheden plaatsvinden dieper dan 0,30 meter onder het 'peil';
  • c. Wanneer uit het onder a genoemde rapport, of uit andere beschikbare archeologische informatie, blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het oprichten van het bouwwerk zullen worden verstoord, mag alleen worden gebouwd:
    • 1. tot een diepte van maximaal 0,30 meter onder het 'peil' en bij de grondwerkzaamheden voor dit bouwen een door de gemeente aangewezen archeoloog aanwezig is;
    • 2. voorafgaand aan de werkzaamheden opgravingen zijn gedaan.

6.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2 voor het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op de gronden liggende hoofdbestemmingen overeenkomstig het bepaalde binnen deze hoofdbestemmingen, indien hiervoor uit hoofde van de bescherming van de archeologische informatie geen bezwaar bestaat; daartoe wordt voor verlening van de omgevingsvergunning voor het bouwen door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij de betreffende provinciaal archeoloog.

6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.4.1 Verboden werkzaamheden

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van gesloten oppervlakteverhardingen;
  • b. het wijzigen van het bodemniveau;
  • c. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze drijven van voorwerpen in de grond;
  • d. het verrichten van graafwerkzaamheden anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • e. het graven of dempen van sloten;
  • f. het leggen van ondergrondse kabels of leidingen;
  • g. het vellen en/of rooien van diepwortelende beplantingen of bomen;
  • h. het aanbrengen van diepwortelende beplanting of bomen;
  • i. het permanent opslaan van goederen.

6.4.2 Toegestane werkzaamheden

Het onder 6.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden:

  • a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is verleend;
  • b. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren en waarvoor tot het van kracht worden van het bestemmingsplan geen vergunning vereist was;
  • c. welke betreffen het normale onderhoud.

6.4.3 Voorwaarden

De in 6.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen het behoud van de archeologische informatie niet in het geding komt. Vooraf wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de betreffende provinciaal archeoloog.

6.5 Afwijken

Het bevoegd gezag is bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 6.2 voor het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op de gronden liggende hoofdbestemmingen overeenkomstig het bepaalde binnen deze hoofdbestemmingen, indien hiervoor uit hoofde van de bescherming van de archeologische informatie geen bezwaar bestaat; daartoe wordt voor verlening van de vergunning advies ingewonnen bij de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek.