direct naar inhoud van Artikel 4 Verkeer
Plan: Alde Steeg (Gemeente Beuningen)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0209.BPaldesteeg-dfva

Artikel 4 Verkeer

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. fiets- en voetpaden;
  • b. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
  • c. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • d. keerwanden;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. verblijfsgebied;
  • g. verkeersvoorzieningen;
  • h. waterlopen;
  • i. wegen, straten en paden;
  • j. wegverkeer;
  • k. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van verkeer niet zijnde garages voor auto's, zoals fietsenstallingen, hellingbanen en ondergrondse opslag voor afval.

4.2 Bouwregels

De bouwmogelijkheden zijn begrensd door het opnemen van situerings- en maatvoeringseisen voor gebouwen en andere bouwwerken in de hieronder opgenomen regels.

4.2.1 Situering gebouwen en andere bouwwerken

Gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde moeten zodanig zijn gesitueerd dat zij geen verkeersbelemmerende werking hebben noch het gebruik van de verkeersfunctie op wegen, straten, paden, fiets- en voetpaden verhinderen of bemoeilijken.

4.2.2 Maatvoering in de zones

In dit artikellid worden de bouwmogelijkheden verder begrensd door de maatvoering te beperken.

  • a. Gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde mogen, behoudens de hierna aangegeven bouwwerken, een maximale bouwhoogte hebben van 3,5 meter en een maximale oppervlakte van 15 m²;
  • b. Lichtmasten en vlaggenmasten mogen een maximale bouwhoogte hebben van 9 meter.
  • c. Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van verkeer mogen een maximale oppervlakte per gebouw van 25 m² en een maximale bouwhoogte van 3 meter hebben. Voor de ondergrondse opslag geldt een maximale diepte van 4 meter.

4.3 Specifieke gebruiksregels
4.3.1 Toegestaan gebruik

Ter plaatse van de aanduiding 'waterberging' is tevens een waterberging toegestaan.

4.3.2 Verboden gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend:

  • a. buitenopslag.

4.4 Afwijken van de gebruiksregels
4.4.1 Hondenuitlaatplaatsen

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van de inrichting van hondenuitlaatplaatsen, waarbij aan de volgende voorwaarden moet worden voldaan:

  • a. een hondenuitlaatplaats dient afgeschermd te worden, waarbij een gebouwde afscherming niet hoger mag zijn dan 1,5 meter;
  • b. de procedure van artikel 9 dient te worden gevolgd.