direct naar inhoud van 4.3 Provinciaal beleid
Plan: Sportpark Schoenaker
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0209.BPSportpark-onhe

4.3 Provinciaal beleid

Streekplan Gelderland 2005, Kansen voor de regio's

Op 1 juli 2008 is de Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. Het provinciale streekplan is vervangen door de provinciale structuurvisie. De provincie Gelderland heeft geen nieuwe provinciale structuurvisie gemaakt, maar het streekplan van rechtswege, beleidsneutraal, omgezet. Hierdoor is het beleid, zoals opgenomen in het streekplan, nog steeds van toepassing.

De uitgangspunten van het Streekplan Gelderland 2005 zijn:

  • regionale inzet;
  • versterking ruimtelijke kwaliteit;
    • 1. water en ruimtegebruik;
    • 2. bundeling infrastructuur en ruimtegebruik;
    • 3. bundeling stedelijke functies - stedelijke netwerken.

De provincie stuurt in het streekplan meer op hoofdlijnen, waarbij ruimtelijke kwaliteit voorop staat. Ruimtelijke kwaliteit wordt vertaald in de begrippen gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde. Met een plan dient ingespeeld te worden op de specifieke omstandigheden van de plek, waardoor de ruimtelijke identiteit versterkt wordt. Ruimtelijke plannen dienen aan basiskwaliteitsnormen te voldoen. Hiermee wordt gedoeld op de condities van de ruimte die voor de gezondheid en veiligheid van alle burgers van belang zijn.

De algemene doelstelling van de provincie Gelderland voor de planperiode 2005 – 2015 is om de ruimtebehoefte zorgvuldig in regionaal verband te accommoderen en te bevorderen dat het rijk, de provincie, gemeenten, waterschappen en private partijen de benodigde ruimte vinden, op een wijze die meervoudig ruimtegebruik stimuleert, duurzaam is en de regionale verscheidenheid versterkt, gebruik makend van de aanwezige identiteiten en ruimtelijke kenmerken.

De provincie wil bijdragen aan de versterking van de ecologische, economische en sociaal-culturele positie van Gelderland als een van de Europese regio's. De volgende doelen als uitwerking van de hoofddoelstelling zijn hierbij gesteld:

  • sterke stedelijke netwerken en regionale centra bevorderen;
  • de vitaliteit van het landelijk gebied en de leefbaarheid van daarin aanwezige kernen versterken;
  • de waardevolle landschappen verbeteren en de economische hoofdstructuur versterken;
  • de watersystemen veilig en duurzaam afstemmen op de veranderende water aan- en afvoer en de benodigde waterkwaliteit;
  • een gezonde en veilige milieu(basis)kwaliteit bewerkstelligen;
  • met ruimtelijk beleid bijdragen aan de verbetering van de bereikbaarheid van en in de provincie;
  • bijdragen aan een evenwichtige regionaal gedifferentieerde ruimtelijke ontwikkeling.

De verschillen in regionale identiteit en diversiteit zijn kenmerkend voor de ruimtelijke structuur van Gelderland, evenals het ruimtelijk contrast tussen stad en platteland. Het landelijk gebied van Gelderland bevat vele kwaliteiten die gevrijwaard dienen te blijven van verstedelijking. In regionale structuurvisies kunnen (samenwerkende) gemeenten voorstellen doen voor het behoud van deze kwaliteiten en het versterken van de ruimtelijke kwaliteit. Deze regionale visies zullen het kader vormen voor de lokale ontwikkelingen.

De gemeente Beuningen is in het Streekplan onderdeel van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen. Voor deze Stadsregio geldt als hoofdopgave 'regionale transformatie' met als doel de Stadsregio verder te ontwikkelen als een aantrekkelijke regio voor huishoudens, bedrijven en bezoekers. Een regio die de concurrentie aan kan met vergelijkbare stedelijke netwerken in binnen- en buitenland. Voor ruimtelijke ontwikkelingen betekent dit:

  • externe profilering Stadsregio als (inter)nationaal stedelijk netwerk;
  • versterken van vitaliteit van (dorpen in) het landelijk gebied;
  • regiorail als ruggengraat voor stedelijke ontwikkeling;
  • water sturend voor de ontwikkeling van de regio;
  • kwaliteitsimpuls voor de bestaande steden.

Specifiek voor groei- en opvangkernen waartoe ook de gemeente Beuningen behoort, geeft de regiovisie in het streekplan aan dat een kwaliteitsimpuls nodig is om sociaaleconomisch vitaal te blijven. Wat betreft sociale aspecten gaat het om leefbare wijken, dorpen en steden en een adequaat voorzieningenniveau op het gebied van werk, inkomen, onderwijs, zorg, welzijn, kunst, cultuur en sport en de bereikbaarheid hiervan. Om kwaliteit van de samenleving te garanderen is de sociaal-culturele infrastructuur van belang. Uitgangspunt hierbij is om bij ruimtelijke inrichtingsplannen ook voorzieningen te realiseren die nodig zijn om een goede sociaalculturele infrastructuur in stand te houden of op te bouwen. Door een gunstige situering van functies ten opzichte van aanwezige voorzieningen kan er een goede bereikbaarheid worden gerealiseerd en voldoende draagvlak blijven bestaan.

Regionaal Plan 2005 - 2015

Het Regionaal Plan 2005-2015, vastgesteld door de KAN-raad en goedgekeurd door de provincie Gelderland wordt een tiental speerpunten vastgesteld. Deze speerpunten zijn:

  • verbetering aansluiting Europese infrastructuurnetwerken;
  • een samenhangend regionaal OV-netwerk;
  • stedelijke ontwikkeling rondom enkele multimodale knooppunten;
  • herstructurering van bestaande bedrijventerreinen en hoofdwegennet;
  • ruimte voor innovatie;
  • versterken grootstedelijk klimaat van Arnhem en Nijmegen;
  • ontwikkeling van de eigenheid en identiteit van de dorpen;
  • ontwikkeling van een recreatief routenetwerk;
  • kwaliteitsverbetering van de natuur;
  • zichtbaar maken van cultuurhistorische relicten en monumenten.

De leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit van de dorpen zijn een belangrijk aandachtspunt binnen het plan. Demografische ontwikkelingen zoals vergrijzing en ontgroening hebben een grote invloed op de sociaal-economische vitaliteit van de dorpen. De regio zet eveneens in op een 'gezonde regio', waar sport en educatie, verblijfsrecreatie, studie- en congresfaciliteiten, ontspanning en gezondheidsprogramma's in een groene omgeving onderdeel van uitmaakt. De voorgestane ontwikkeling is zodoende functioneel gezien passend binnen de doelstellingen van het Regionaal Plan.

De sportvelden liggen in de zone 'Zoekzone landschapsversterking' van het Regionaal Plan, niet binnen de woningbouwcontour. Binnen de zoekzone landschapsversterking kan het toevoegen van een beperkt aantal woningen mogelijkheden bieden voor een versterking van het landschap. Het landelijk wonen kan zorgen voor een kwaliteitsimpuls in de vorm van functiecombinaties van water, natuur en wonen. Landelijk wonen is het meest kansrijk op goed bereikbare plekken in een aantrekkelijke landschappelijke omgeving.

Naar analogie van het Regionaal Plan - waarbij in de zone 'Zoekzone landschapsversterking' op beperkte schaal woningbouw wordt toegelaten - kan gesteld worden dat ook minder intensieve stedelijke functies, zoals sport, in deze zone voorstelbaar/afweegbaar zijn. Onderstaand is aangegeven op welke wijze dit kan plaatsvinden.

Het vastgestelde Regionaal Plan, goedgekeurd door de provincie en daardoor materieel gezien geldend als uitwerking van het Streekplan Gelderland 2005, bepaalt in beleidsregel 8.3 dat de programmering van de woningbouw plaats dient te vinden met inachtneming van de per gemeente vastgestelde kwalitatieve afspraken en inspanningsverplichtingen in de Concessie Wonen. De Concessie Wonen 2004 - 2009 voor de gemeente Beuningen regelt dat het gebied tussen Beuningen en Ewijk, gelegen buiten de bebouwingscontouren van beide kernen, in aanmerking komt voor maatwerk. In dit gebied is de bouw van maximaal 150 woningen mogelijk. Planontwikkeling in dit gebied was gebaseerd op de Structuurschets voor uitbreiding van Ewijk, uit 2001.

Door voortschrijdend inzicht heeft de gemeente Beuningen geconcludeerd dat de bouw van 150 woningen buiten de contour stedenbouwkundig en landschappelijk minder eenvoudig is in te passen in het beschikbare gebied. Bovendien is de bouw van 150 woningen in deze 'open zone met een landschappelijk inrichting' niet meer noodzakelijk, aangezien binnenstedelijk een nieuwe locatie gevonden is. Het gaat hierbij om het voetbalcomplex van de Beuningse Boys in het centrum van Beuningen. Op deze locatie is de bouw van eveneens 150 woningen mogelijk. Realisatie van woningen op deze locatie betekent wel dat het voetbalcomplex verplaatst moet worden naar de 'open zone met landschappelijke inrichting' tussen Beuningen en Ewijk.

De provincie Gelderland en de Stadsregio Arnhem Nijmegen hebben inhoudelijk geen problemen met de wijziging van de plannen. Voor het gebied tussen Ewijk en Beuningen was immers een maatwerkoplossing vastgelegd in de concessieafspraken. Het wijzigen van de plannen voor dit gebied, waarbij woningbouw wordt ingeruild voor een sportcomplex past volgens de Stadsregio binnen deze vigerende afspraken.