direct naar inhoud van 5.6 Waterhuishouding
Plan: Petronella
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0209.BPPetronella-vadf

5.6 Waterhuishouding

In de loop van de tijd hebben maatschappelijke ontwikkelingen veel ruimte aan het water onttrokken. Door de klimaatverandering komen er steeds meer extreem natte en extreem droge periodes, met de nodige gevolgen. Stijging van de zeespiegel, en een verhoogde afvoer van de rivieren. Daarnaast blijft in laag-Nederland ook de bodem dalen. Dat alles vraagt om ruimtelijke plannen die rekening houden met deze ontwikkelingen.

Een van de instrumenten om het nieuwe waterbeleid voor de 21e eeuw vorm te geven is het watertoetsproces. Het watertoetsproces moet ervoor zorgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle ruimtelijke plannen en besluiten die relevant zijn voor de waterhuishouding.

Er is een waterhuishoudingsplan opgesteld (BOOT organiserend ingenieursburo, nr. P11-0428-049, d.d. 19 juni 2012). Doel van het waterhuishoudingplan is bepalen op welke wijze de waterhuishouding in het plangebied vorm kan worden gegeven om daarmee aan te sluiten bij de ambitie voor duurzaam waterbeheer.

Gezien de grondwaterstand en de aanwezigheid van een afdekkende kleilaag binnen het plangebied wordt het infiltreren van hemelwater naar de bodem niet wenselijk geacht.

Conform de notitie van Royal Haskoning d.d. 19 juli 2007 is voor het onderhavige plan ‘Petronella’ reeds hemelwaterberging verzorgd in het totale plan ‘Den Elt’ . Daarnaast is in het plangebied, conform opgave van de gemeente, reeds een wadi aangelegd conform de voormalige planopzet. Deze wadi zal vanwege de huidige planopzet komen te vervallen. Tevens is het verharde oppervlak in de nieuwe planopzet toegenomen ten opzichte van het voormalige plan in de genoemde notitie van Haskoning. Dit is in deze rapportage herberekend.

De toekomstige bewoners/ gebruikers van plan ‘Petronella’ betreffen dementerende mensen. Zij zullen in een gesloten woongroep binnen het plangebied verblijven. Vanwege deze achtergrond wordt het door alle partijen niet wenselijk geacht om open bergingssystemen (watergang/ retentievijver/ wadi) binnen het plangebied toe te passen.

De benodigde ruimte om het afstromende hemelwater van de bebouwing en verharding tijdelijk te bergen kan worden gevonden in de vorm van waterpasserende verharding met een bergend funderingspakket. Deze constructie wordt reeds toegepast rondom de MFA ten westen van het plangebied en komt daarmee de uniformiteit van het watersysteem ten goede.

Hemelwater, afkomstig van de waterpasserende verharding rondom het paviljoen aan de oostzijde van het plangebied, stroomt rechtstreeks naar de waterbergende funderingsconstructie onder de verharding. De fundering zal vlak worden aangelegd, zodat de berging maximaal kan worden benut. In deze funderingsconstructie is een holle ruimte tussen het funderingsmateriaal aanwezig, waarin hemelwater kan worden geborgen. Tevens heeft de funderingsconstructie een filterende werking, waardoor de ‘first-flush’ wordt gezuiverd.

De drain, gesitueerd aan de onderzijde van het pakket, zorgt voor de afvoer van het hemelwater en werkt tevens als bodempassage c.q. debietregulerende constructie. Deze drain wordt aangesloten op de te realiseren HWA-afvoerleiding naar de watergang ten westen van het plangebied.

Afstromend hemelwater van het nieuw te realiseren dakoppervlak van de 3 meest oostelijk gelegen paviljoens wordt via een HWA-verzamelleiding ondergronds naar de waterbergende funderingsconstructie onder de verharding getransporteerd. De HWA-verzamelleiding zal rechtstreeks op het funderingspakket worden aangesloten middels speciaal hiervoor ontworpen kunststof blokken, om een goede spreiding van hemelwater in het pakket te waarborgen.

Rondom de 3 westelijke paviljoens zal een ringleiding worden aangelegd, die wordt aangesloten op de te realiseren HWA-leiding, onder het voetpad centraal binnen het plan. Deze leiding zal middels een uitstroomvoorziening uitstromen in de bestaande B-watergang aan de westzijde van het plangebied. De voetpaden binnen het plangebied zullen oppervlakkig afwateren op het aangrenzende groen.

Vanwege de minimale vervuilingsgraad van de oppervlakken in het plangebied is het toepassen van overige zuiverende voorzieningen niet noodzakelijk.

In de rapportage is berekend dat er 187,5 m3 retentie gerealiseerd moet worden. Binnen het totaalplan 'Den Elt' wordt reeds voor een deel (117,5 m3) van de toename van het verhard oppervlak van het plangebied in retentie voorzien . Hieruit voortvloeiend dient binnen het plangebied nog 70 m3 waterberging te worden gerealiseerd. De beschikbare berging (géén infiltratie naar de ondergrond) in het waterbergende funderingspakket onder de waterpasserende verharding voorzien in een berging van 85,4 m3. Deze berging is groter dan de benodigde berging van 70 m3. Hiermee zijn de eisen van het waterschap geborgd.