vastgesteld |
NL.IMRO.0203.4017-0002 |
In de Wet milieubeheer zijn de belangrijkste bepalingen over luchtkwaliteitseisen opgenomen. Hierin is opgenomen dat bij een ruimtelijk besluit de gevolgen voor de luchtkwaliteit getoetst moet worden. Om te bepalen of de kwaliteit van de lucht ter plaatse voldoet aan de eisen uit de Wet milieubeheer en de daarop gebaseerde regelgeving, dient bij nieuwe ontwikkelingen onderzoek gedaan te worden naar de luchtkwaliteit. Projecten waarvan aannemelijk is dat deze niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging hoeven niet getoetst te worden aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit.
Met het afwijkend bouwen (van de eerder verleende omgevingsvergunning voor het bouwen van de rundveestal) zullen verder geen veranderingen tot gevolg hebben (ten opzichte van de al vergunde situatie) dat dit nadelige gevolgen zal hebben voor de luchtkwaliteit. De afwijkende locatie verandert niets in de mogelijkheden voor de activiteiten die binnen de vergunde stal op dit moment al kunnen worden uitgeoefend.