direct naar inhoud van 5.13 Water
vastgesteld
NL.IMRO.0203.4017-0002

5.13 Water

Om water als één van de principes voor de ruimtelijke ordening verder te ontwikkelen, heeft de Commissie Waterbeheer 21e eeuw doelstellingen geformuleerd om water prominenter in beeld te krijgen. Één van die doelstellingen is het uitvoeren van een 'Watertoets' bij alle ruimtelijke plannen en besluiten. Hiertoe dient de initiatiefnemer van een plan de waterbeheerder vroegtijdig bij de planvorming te betrekken. Het betreft het hele proces van informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. Het doel is om te waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundige relevante ruimtelijke plannen en besluiten. De resultaten van het overleg tussen initiatiefnemer en waterbeheerder worden verwoord in de waterparagraaf.

Initiatiefnemer heeft via de digitale watertoets van het voormalige waterschap Vallei & Eem een wateradvies voor de planontwikkeling (de sloop van schuren en de bouw van een rundveestal) aangevraagd. Het waterschap heeft een positief wateradvies afgegeven, onder de voorwaarden dat bij de verdere uitwerking rekening gehouden moet worden met de aandachtspunten “vasthouden, bergen en afvoeren”, “grondwaterneutraal bouwen” en “schoon houden, scheiden en schoon maken”. Dit wateradvies is als Bijlage 3 bij onderhavige onderbouwing opgenomen.

De planontwikkeling is verder getoetst aan het beleid van de gemeente Barneveld met betrekking tot omgang met water in nieuwbouwplannen. Het algemene uitgangspunt is dat met de ontwikkeling geen afwenteling van de waterafvoer op de omgeving (en in de tijd) plaatsvindt.

Waterhuishouding
De planontwikkeling zal naar verwachting geen gevolgen hebben voor de waterhuishouding in het plangebied. Omdat het verhard oppervlak (daken en/of terreinen) gelijk blijft, treedt bij neerslag geen wijziging in de afstroming van het hemelwater op. De oppervlakte van de gesloopte bebouwing is gelijk aan de oppervlakte van de nieuwbouw.

Hemelwater
Het hemelwater dat op het verharde oppervlak valt, dient op eigen terrein geborgen en/of geïnfiltreerd te worden. Het mag niet op de drukriolering in de Laageinderweg worden aangesloten.

Huishoudelijk afvalwater
Door de planontwikkeling komt mogelijk extra huishoudelijk afvalwater vrij dat aangesloten dient te worden op de drukriolering. Voor een nieuwe aansluiting op het riool, of bij een substantiële toename van de hoeveelheid afvalwater, is een aansluitvergunning nodig. Deze kan bij de afdeling Beheer Openbare Ruimte van de gemeente Barneveld worden aangevraagd.

Bedrijfsmatig afvalwater
Wellicht is voor de (toekomstig) beoogde activiteit een omgevingsvergunning voor milieu vereist. Bij een dergelijke vergunning worden vervolgens voorschriften opgenomen over de behandeling van (eventueel) vrijkomend bedrijfsmatig afvalwater.

Grondwater
Om grondwateroverlast te voorkomen, dient rekening te worden gehouden met de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG). Een indicatie van de GHG voor de omgeving is 25-40 cm onder maaiveld (website provincie Gelderland). Dit kan betekenen dat ophoging van het terrein nodig is. Geadviseerd wordt om een goed beeld te krijgen van de grondwaterstanden. Het structureel onttrekken van grondwater is geen duurzame oplossing en moet worden voorkomen.

Bouwmaterialen
In het kader van duurzaam bouwen en vanwege de beoogde grond- en oppervlaktewaterkwaliteit mogen geen uitlogende bouwmaterialen (zoals zink, koper, lood en PAK-houdende materialen) worden toegepast. Er zijn voldoende milieuvriendelijke alternatieven die vergelijkbaar zijn wat betreft uitstraling, gebruiksgemak, levensduur en onderhoud. Indien de uitlogende materialen toch worden toegepast, dienen ze jaarlijks gecoat te worden om diffuse verontreinigingen te voorkomen.