direct naar inhoud van 5.10 Natuur en landschap
vastgesteld
NL.IMRO.0203.4017-0002

5.10 Natuur en landschap

Op het perceel komen houtsingels voor die een waardevol beeld geven, namelijk een goede inpassing van het agrarische bedrijf in het landschap en de omgeving. Het uitgangspunt punt dient dan ook te zijn deze waardevolle houtsingels te behouden. Echter blijkt in de huidige situatie dat de bestaande houtsingels zijn aangetast dan wel enige delen ervan zijn verwijderd (en daarmee transparant zijn geworden). Daarom zal ter compensatie daarvan nieuwe beplanting moeten worden gerealiseerd. Om de nieuwe stal landschappelijk goed in te passen is het in ieder geval nodig de nog bestaande houtsingels te versterken en extra beplanting te realiseren.

Ten behoeve van de landschappelijke inpassing van het perceel is een inrichtingsplan aangeleverd. Daarbij gaat het met name om nieuwe beplanting op het erf en de landschappelijke inpassing aan de westzijde van het erf. Binnen de voorschriften van de beschikking van de omgevingsvergunning is de voorwaardelijke verplichting opgenomen dat het gebruik van het bouwwerk alleen is toegestaan op voorwaarde dat de landschappelijke inpassing is aangelegd en is goedgekeurd overeenkomstig het beplantingsplan en vervolgens zo in stand wordt gehouden. Onder het beplantingsplan wordt verstaan: het inrichtingsplan van juni 2013, project 'Landschappelijke inpassing Laageinderweg', zoals opgenomen als Bijlage 2 bij onderhavige onderbouwing.

Gezien het feit dat er tevens een verzoek is ingediend om bestemmingswijziging ten behoeve van de vestiging van een agrarisch bedrijf op het onderhavige perceel is binnen het beplantingsplan rekening gehouden met het beoogde toekomstige plaatje. Mocht het noodzakelijk zijn het beplantingsplan (naar aanleiding van deze toekomstige plannen) te wijzigen, dient dit voorstel opnieuw ter beoordeling en accordering aan het college van burgemeester en wethouders worden voorgelegd.