| vastgesteld |
| NL.IMRO.0203.4010-0002 |
Ten aanzien van bedrijvigheid geldt als uitgangspunt dat toekomstige woningen geen onevenredige milieuhinder (geur, geluid etc.) mogen ondervinden van nabijgelegen bedrijvigheid. In de publicatie ´Bedrijven en milieuzonering´ van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, editie 2009, wordt in verband met de aanwezigheid van milieubelastende functies indicatieve afstandsnormen voorgeschreven tot milieugevoelige functies, vooral wonen.
Het plaatsen van lichtmasten en hekwerken zal plaatsvinden op een bestaand sportveld. In de genoemde publicatie wordt een sportveld gerekend tot 'veldsportcomplex (met verlichting)'. Hierbij hoort een SBI-2008 code van 931, met de milieucategorie van 3.1. Er wordt voor de milieucategorie geen onderscheidt gemaakt in de aan- danwel afwezigheid van verlichting. Echter, omdat het om een bestaand sportveld betreft en geen uitbreiding van de activiteiten wordt beoogd, speelt milieuzonering geen rol bij de ruimtelijke afweging.