direct naar inhoud van 5.12 Veiligheid
vastgesteld
NL.IMRO.0203.4008-0002

5.12 Veiligheid

Om een veilige omgeving te creëren of te behouden zijn er op het gebied van fysieke veiligheid een aantal aspecten waarmee rekening gehouden moet worden. Dit leidt tot het stellen van minimale afmetingen en bochtstralen zodat hulpverleningsvoertuigen een object of calamiteit goed kunnen bereiken en adequate hulp kunnen verlenen.

Bij het plaatsen van een reclamemast speelt veiligheid, zoals het hier wordt bedoeld wordt, van ondergeschikt belang. Wel is er het aandachtspunt dat de verankering in de bodem op de juiste wijze plaatsvindt, de controle hiervan maakt onderdeel van de omgevingsvergunning.

veiligheid van de weggebruiker

Een belangrijk aandachtspunt van reclameuitingen is de veiligheid van de weggebruiker. In hoofdstuk 4.3 zijn hiervoor al aandachtspunten voor de vormgeving en verlichting van de reclamemast genoemd. In 2011 is door Rijkswaterstaat een notitie opgesteld met criteria waarmee rekening moet worden gehouden bij plaatsing van objecten langs wegen, in het bijzonder gaat het hier om het plaatsen van afleidende objecten langs autosnelwegen en autowegen.

Voor het toestaan van afleidende objecten langs auto(snel)wegen moeten de volgende aandachtspunten in acht worden genomen:

  • 1. Bewegende en knipperende beelden op digitale "bilboards" zijn niet toegestaan;
  • 2. Objecten mogen niet verblinden;
  • 3. afstand ten opzichte van de rijbaan.

De reclame-uiting op moet van statische aard moet zijn. Bewegende en knipperende beelden zijn niet toegestaan. Wisselende beelden mogen wel, maar dan met abrupte wisselingen en een wisselfrequentie van maximaal 1 beeld per 6 seconden. Langzaam bewegende beelden leiden af en kunnen kop-staartbotsingen veroorzaken. Verder moet de reclame-uiting een beperkte interpretatietijd hebben. Een reclame waar bij nagedacht moet worden werkt afleidend ten opzichte van de aandacht die aan het verkeer besteed moet worden.

Verblinding kan afhankelijk van het materiaalgebruik direct of indirect plaatsvinden. Directe verbinding is met het gebruik van LED verlichting te sturen dus te voorkomen. Indirecte verblinding wordt veroorzaakt door reflectie. Door middel van het juiste materiaalgebruik van de randen rond het scherm moet dit voorkomen worden.

Objecten voor commerciële uitingen moeten buiten het beheersgebied van de weg worden geplaatst. De afstand tussen de mast en de snelweg bedraagt ruim 50 meter. Met deze afstand wordt ruim voldaan aan de obstakelvrije zone eis van minimaal 13 meter vanaf de kantstrookmarkering.

Aanvullend zijn er nog enkele opmerkingen over het object zelf, de reclamemast, te maken. Het object mag qua vormgeving en/of kleur niet lijken op verkeersrelevante informatie. Dit geldt ook voor de reclameuitingen. het gebruik van witte letters op blauwe achtergronden en zwarte letters op gele achtergronden moet voorkomen worden. Verder mag de informatie geen misleiding voor het verkeer en/of verkeersafhandeling veroorzaken. Ook wordt hiermee bedoeld dat blauw licht extra terughoudend moet worden toegepast. Blauw licht verstrooit waardoor het minder goed mogelijk is scherp te zien en lijken objecten wazig. Als laatste wordt opgemerkt dat een reclameobject altijd zoveel mogelijk haaks op de weg georiënteerd moet worden. Parallel aan de weg geplaatste reclame veroorzaken dezelfde afleiding als (langzaam) bewegende beelden waardoor de ogen op het beeld gericht blijven.