direct naar inhoud van 5.1 Bodem
vastgesteld
NL.IMRO.0203.4004-0002

5.1 Bodem

In het kader van de ontwikkeling van het gebied dient te worden beoordeeld of de uiteindelijke bodemkwaliteit binnen dit gebied uit oogpunt van volksgezondheid en milieu aan zekere kwaliteitsnormen voldoet om te voorkomen dat op verontreinigde grond wordt gebouwd.

Er heeft een verkennend bodemonderzoek (Midden Nederland Milieu, verkennend bodemonderzoek, juli 2008) plaatsgevonden. Dit bodemonderzoek is separaat bij deze ruimtelijke onderbouwing gevoegd en is nog steeds actueel (bijlage 2).

Uit het onderzoek komt naar voren dat in de bovengrond lichte verhoogde gehalten aan PAK zijn geconstateerd. Dit zijn gehalten die boven de streefwaarden uitkomen, maar die tevens beneden de toetsingswaarde voor nader onderzoek blijven. In de ondergrond wordt de streefwaarde door geen van de onderzochte stoffen overschreden. In het grondwater zijn licht verhoogde gehalten aan barium en nikkel aangetoond. De aangetoonde gehalten overschrijden de streefwaarde, maar blijven beneden de toetsingswaarde voor nader onderzoek.

Het uitvoeren van een aanvullend bodemonderzoek wordt niet zinvol geacht. Geconcludeerd kan worden dat de resultaten van het verkennend bodemonderzoek wijzen op een lichte bodemverontreiniging, welke geen belemmering vormt voor de woonfunctie. Er zijn dan ook geen bezwaren voor de voorgenomen nieuwbouw.