Plan: | Koterweg I |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0203.1140-0003 |
Bij het opstellen van een bestemmingsplan dienen de bepalingen van de Wet geluidhinder in acht te worden genomen. Dit betekent onder meer dat wanneer in het bestemmingsplan gronden worden bestemd voor nieuwe woningbouw of andere geluidsgevoelige objecten, moet worden nagegaan of voor deze gronden een zogenaamde geluidszone van kracht is. Met uitzondering van een aantal wegen, bevinden zich in principe langs alle wegen geluidzones. Binnen een zone moet akoestisch onderzoek worden verricht, waaruit blijkt of de voorkeursgrenswaarde of de maximaal toelaatbare geluidbelasting wordt overschreden.
Planspecifiek
Onderhavig plan voorziet in de realisatie van geluidsgevoelige objecten, namelijk zorgwoningen. Om deze reden is voor de locatie een akoestisch onderzoek uitgevoerd, zie Bijlage 5 Akoestisch onderzoek. Uit dit onderzoek volgt dat de geluidbelasting op de zijgevels van de hoekappartementen die uitkijken op de Churchillstraat maximaal 53 dB bedraagt in het peiljaar 2021 ten gevolge van het wegverkeer op de Churchillstraat. Dit is inclusief de aftrek van 5 dB conform artikel 110g van de Wet geluidhinder. De voorkeursgrenswaarde voor wegverkeerslawaai wordt met maximaal 5 dB overschreden. Derhalve is voor deze locatie een hogere waarde noodzakelijk voor de waarde van 53 dB vanwege het wegverkeer op de Churchillstraat. De geluidbelasting op de gevels van de overige woningen wordt niet overschreden door het wegverkeer op de Bouwheerstraat en de Koterweg. Vanwege de overschrijding van de voorkeursgrenswaarde moet gelijktijdig aan de procedure voor het bestemmingsplan een procedure gevoerd worden voor een ontheffingsverzoek hogere waarde. Door de ontheffing kan afgeweken worden van de voorkeursgrenswaarde, als gevolg daarvan is de positionering van de woningen in onderhavig bestemmingsplan mogelijk.