Plan: | Scherpenzeelseweg VI |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0203.1130-0003 |
Streekplan
Provinciale Staten heeft op 29 juni 2005 het Streekplan Gelderland 2005 vastgesteld. Het streekplan geeft de beleidskaders aan voor de ruimtelijke ontwikkelingen tot 2015. Het streekplan is er op gericht de verschillende functies in regionaal verband een zodanige plek te geven dat de ruimtelijke kwaliteiten worden versterkt en er zuinig en zorgvuldig met de ruimte wordt omgegaan. Op de kaart Ruimtelijke structuur van het streekplan, is het plangebied aangewezen als multifunctioneel platteland. In het streekplan wordt op dit gebied geen expliciete provinciale sturing gericht.
Ruimtelijke Verordening Gelderland
De provinciale Ruimtelijke Verordening is een gevolg van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) die in juli 2008 in werking trad. Deze wet geeft de provincie de bevoegdheid algemene regels vast te leggen in een provinciale verordening. Met een ruimtelijke verordening stelt de provincie regels aan bestemmingsplannen van gemeenten. De provincie richt zich hierbij op onderwerpen die van provinciaal belang zijn, zoals verstedelijking, natuur, nationale landschappen, water en glastuinbouw. Gemeenten krijgen op sommige terreinen meer beleidsvrijheid, terwijl ze op andere gebieden te maken krijgen met strikte provinciale richtlijnen. Gedeputeerde Staten hebben op 15 december 2010 de Ruimtelijke Verordening Gelderland vastgesteld. De Verordening is in werking getreden op 2 maart 2011. Voor de provincie betekent de Wet ruimtelijke ordening dat het goedkeuringsvereiste voor gemeentelijke bestemmingsplannen vervalt. De Ruimtelijke Verordening is gebaseerd op reeds vastgesteld ruimtelijk beleid, zoals het 'Streekplan Gelderland 2005'. De Verordening vormt derhalve een beleidsneutrale vertaling van reeds vastgesteld ruimtelijk beleid. Dit betekent dat de Verordening geen beleidswijzigingen bevat.
Het plangebied van voorliggend bestemmingsplan is op de kaarten behorende bij de Verordening niet aangeduid. De regels uit de Verordening zijn dan ook niet van toepassing op dit plan.
Reconstructieplan
In het 'Reconstructieplan Gelderse Vallei - Utrecht Oost', dat in werking is getreden op 17 maart 2005, is een visie opgenomen over hoe landbouw, natuur en landschap, water, recreatie, wonen en werken in het buitengebied zich meer in harmonie kunnen ontwikkelen. Het reconstructieplan is in eerste instantie gericht op het weren van ongewenste ontwikkelingen.
Het reconstructieplan maakt onderscheid in drie gebieden: het landbouwontwikkelingsgebied, het extensiveringsgebied en het verwevingsgebied. Het onderhavige plangebied ligt in het verwevingsgebied. Het beleid voor verwevingsgebieden is gericht op het bevorderen van een passende combinatie van landbouw, natuur, landschap, recreatie, werken en wonen met bijbehorende kwaliteiten.
In het huidige reconstructieplan worden de mogelijkheden voor de intensieve veehouderij in het verwevingsgebied ingeperkt, omdat er sprake is van een sterke verwevenheid van functies. Om de concentratiegedachte gestalte te geven en vanwege de aanwezigheid van andere belangen, wordt terughoudend omgegaan met de ontwikkelingsmogelijkheden van de intensieve veehouderijen in dit gebied.
Door de Reconstructiecommissie Gelderse Vallei/ Utrecht Oost zijn wijzigingen van het beleid voorgesteld, die staan omschreven in het actualisatie voorstel dat de Reconstructie-commissie in 2010 heeft gedaan aan de provincies Gelderland en Utrecht.
Gelet op de actualisatie van het reconstructieplan is het wenselijk dat er meer ruimte wordt geboden aan toekomstgerichte bedrijven op goede locaties in de verwevingsgebieden, waarbij geen sprake is van negatieve invloed op wonen en natuur. Daar is in de onderhavige situatie sprake van. Het gemeentelijk beleid sluit hierop aan (zie paragraaf 4.3).