Plan: | Harskamperweg IV |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0203.1122-0003 |
Reconstructieplan Gelderse Vallei / Utrecht Oost
Het Reconstructieplan Gelderse Vallei / Utrecht Oost is door Provinciale Staten van Gelderland vastgesteld op 22 december 2004 en 26 januari 2005.
Het reconstructieplan moet de problemen die zich voordoen in het landelijk gebied (de 'gestapelde' problematiek) in de concentratiegebieden integraal aanpakken en moet een goede ruimtelijke structuur bevorderen, in het bijzonder met betrekking tot landbouw, natuur, bos, landschap, recreatie, water, milieu en infrastructuur. Daarnaast moet de reconstructie het woon-, werk- en leefklimaat en de economische structuur verbeteren.
Het plangebied behoort tot het extensiveringsgebied. In de extensiveringsgebieden worden de ontwikkelingsmogelijkheden van de intensieve veehouderij beperkt ten behoeve van de ontwikkeling en bescherming van natuur. De intensieve veehouderijen in de extensiveringsgebieden worden gestimuleerd om te verplaatsen, te stoppen of over te schakelen op andere activiteiten.
Structuurvisie Gelderland
Provinciale Staten heeft op 29 juni 2005 het Streekplan Gelderland 2005 vastgesteld. Het streekplan geeft de beleidskaders aan voor de ruimtelijke ontwikkelingen tot 2015. Het streekplan is er op gericht de verschillende functies in regionaal verband een zodanige plek te geven dat de ruimtelijke kwaliteiten worden versterkt en er zuinig en zorgvuldig met de ruimte wordt omgegaan. Op de kaart Ruimtelijke structuur van het streekplan, is het plangebied aangewezen als multifunctioneel platteland.
Het multifunctionele gebied beslaat het grootste deel van de provincie. Dit gebied omvat de steden, dorpen, buurtschappen buiten de provinciaal ruimtelijke hoofdstructuur, waardevolle landschappen en het multifunctioneel platteland. In het provinciaal planologisch beleid wordt op deze gebieden geen expliciete provinciale sturing gericht. Wel heeft de locatie de aanduiding 'extenisvering intensieve veehouderij'.
Ruimtelijke Verordening Gelderland
Op 15 december 2010 stelden Provinciale Staten de Ruimtelijke Verordening Gelderland vast. De Ruimtelijke Verordening Gelderland is op 2 maart 2011 in werking getreden. Met de ruimtelijke verordening stelt de provincie regels aan bestemmingsplannen van gemeenten. De provincie richt zich hierbij op onderwerpen die van provinciaal belang zijn. De onderwerpen die de provincie belangrijk vindt en waarvoor regels in de verordening zijn opgenomen, zijn:
De planlocatie aan de Harskamperweg ligt in een gebied waar een (tijdelijk) verbod geldt voor de nieuwvestiging en uitbreiding van glastuinbouw. Het plangebied ligt niet in een waardevol open gebied. Het bosgebied tegenover de planlocatie is aangewezen als EHS natuur.
Regionaal beleidskader
De gemeenten Ede, Wageningen, Barneveld, Nijkerk en Scherpenzeel hebben in het kader van het gemeentelijk samenwerkingsverband Regio De Vallei, voor hun complete buitengebieden een eigen beleidsinvulling ontwikkeld voor functieverandering, nevenfuncties op agrarische bedrijven en uitbreiding van niet-agrarische bedrijven. In 2008 is de Regionale beleidsinvulling functieverandering en nevenactiviteiten vastgesteld.
De bestaande niet-agrarische bedrijven spelen een rol in het vitaal en leefbaar houden van het buitengebied. De regio onderkent de noodzaak om ook voor deze bedrijven onder stringente voorwaarden ontwikkelingsruimte op de huidige locatie te bieden, zodat het economisch gezien perspectiefvolle bedrijven blijven, indien verplaatsing naar een bedrijventerrein niet mogelijk is.
In de regionale beleidsinvulling is bepaald dat in de extensiveringsgebieden 20% uitbreiding van niet-agrarische bedrijven wordt toegestaan tot een maximum van 750 m².
In bijzondere gevallen kan meegewerkt worden aan grotere uitbreidingen of een grotere bebouwingsoppervlakte. Hierbij gelden de voorwaarden dat aangetoond moet worden dat verplaatsing naar een bedrijventerrein niet mogelijk is en dat er een bijdrage wordt geleverd aan de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.
Doorwerking plangebied
In de bestaande situatie is circa 450 m² aan bedrijfsbebouwing aanwezig in de vorm van een bedrijfsgebouw met inpandige bedrijfswoning, een loods en overkappingen. Gelet op het vastgestelde regionale beleid is uitbreiding van de bedrijfsbebouwing met 20% toegestaan tot een maximum van 750 m². De beperkte uitbreiding van 20% van de bestaande bebouwing is bedoeld voor niet-agrarische bedrijven die niet thuishoren in het buitengebied en waarbij verplaatsing naar een bedrijventerrein gewenst is bij behoefte aan meer ruimte. In dit geval is daar geen sprake van. Het gevestigde niet-agrarische bedrijf hoort thuis op deze locatie, in de nabijheid van de Veluwe. Het bedrijf is functioneel gebonden aan dit gebied waar het nodige hout vrijkomt door bosonderhoud en stormen. Met de uitbreiding van de bedrijfsbebouwing tot 750 m² vindt geen buitenopslag van materieel meer plaats en vinden de zaagwerkzaamheden ook inpandig plaats. Dit levert een positieve bijdrage aan de ruimtelijke kwaliteit. Aangezien de maximale oppervlakte van 750 m² aan bedrijfsbebouwing niet wordt overschreden kan gesteld worden dat dit plan aan de richtlijnen van het regionale beleid voldoet.