Plan: | Columbiz Park |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | uitwerkingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0203.1118-0002 |
Bij het opstellen van een bestemmingsplan dienen de bepalingen van de Wet geluidhinder in acht genomen te worden. Dit betekent onder meer dat wanneer in het bestemmingsplan gronden worden bestemd voor nieuwe woongebouwen of andere geluidgevoelige gebouwen of terreinen, moet worden nagegaan of deze binnen een geluidszone liggen. Alle wegen met uitzondering van 30 km/h zones en woonerven hebben een zone. Ook spoorwegen hebben een zone en ook bedrijventerreinen kunnen een zone hebben. Dit plan ligt binnen zones van verkeerswegen en spoorwegen. Met dit plan worden geen nieuwe woongebouwen of andere geluidgevoelige gebouwen of terreinen mogelijk gemaakt. Daarom is er op grond van de Wet geluidhinder geen verplichting om akoestisch onderzoek uit te voeren. In het kader van een “goede ruimtelijke ordening” is het belangrijk om te weten wat de invloed van het plan op de omgeving is en de invloed van de omgeving op het plan. Daarom is een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Bij dit onderzoek zijn de binnen de planperiode te verwachten verkeersinvloeden op de nabijgelegen wegen betrokken. Binnen de planperiode worden geen verandering op de spoorwegen verwacht. Daarom is de invloed van de spoorwegen niet nader onderzocht.
Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat bij enkele omliggende woningen en een onderwijsinstelling de geluidbelasting toeneemt. Dit wordt echt in zeer beperkte mate door de realisatie van dit plan veroorzaakt. De toename van de geluidsbelasting wordt met name veroorzaakt door de toename van het wegverkeer ten gevolge van het realiseren van een groot bedrijventerrein, een kleine woonwijk en de autonome groei van het wegverkeer. Daarom ontstaan er vanwege de realisatie van dit plan geen wettelijk verplichtingen voor geluid.
Het rapport dat ten grondslag lag aan het globale moederplan "Harselaar Centraal" is bijgevoegd (bijlage 1), evenals het akoestisch onderzoek ten behoeve van het uitwerkingsplan (bijlage 2).