direct naar inhoud van 4.2 Provincie
Plan: Columbiz Park
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1118-0002

4.2 Provincie

Streekplan Gelderland (juni 2005)

Doel van het ruimtelijk- infrastructurele beleid van de provincie is het streven naar een goede bereikbaarheid van en in Gelderland. De economische centra en de grote steden in Gelderland, net als concentraties van wonen en voorzieningen, moeten goed bereikbaar zijn voor burgers en bedrijven. Voorop staat dat het huidige verkeers- en vervoersysteem wordt behouden en goed wordt onderhouden. Waar nodig moet het systeem worden verbeterd. Met een veilig en samenhangend netwerk wordt de wisselwerking tussen de vervoersmodaliteiten bevorderd en krijgen collectieve middelen van vervoer meer kans. Daarnaast is het beleid er op gericht de economische potentie die geboden wordt door het aanwezige infrastructuurnet ten volle te benutten. Het streekplan noemt enkele intensiveringsplannen op het bestaande spoornet, waaronder de Valleilijn.

De provincie wil bijdragen aan het voldoen aan de ruimtelijke voorwaarden voor een succesvolle economische ontwikkeling. Dit betekent onder andere het voorzien in een aanbod aan bedrijventerreinen dat past bij de geraamde regionale behoefte. Duurzame kwaliteit, concentratie en bundeling en zorgvuldig ruimtegebruik zijn hierbij kernbegrippen.

Clustering van diverse soorten bedrijvigheid in stedelijke gebieden vermindert de kwetsbaarheid voor economische conjunctuurbewegingen. Het situeren van kleinschalige werkfuncties in een stedelijke omgeving bevordert functiemenging:

  • zorgt voor afwisseling en levendigheid in de gebouwde omgeving;
  • biedt kans op kortere woon-werk-afstanden en combinatie arbeid/andere taken;
  • biedt meer kans op woon-werkcarrières van mensen.

Wat betreft het werken wil de provincie bijdragen aan het voldoen aan de ruimtelijke voorwaarden voor een succesvolle economische ontwikkeling. Dit betekent o.a. het voorzien in een aanbod aan bedrijventerreinen dat past bij de geraamde regionale behoefte. Duurzame kwaliteit, concentratie en bundeling en zorgvuldig ruimtegebruik zijn hierbij kernbegrippen. Zoveel als mogelijk moet met inbreiding en/of herstructurering van bestaande bedrijventerreinen ruimte voor bedrijvigheid worden gevonden.

Het beleid voor bedrijventerreinen is gericht op de zorg voor voldoende aanbod van kwalitatief hoogwaardige, op de vraag van het bedrijfsleven afgestemde, bedrijventerreinen. Ruimte voor regionale bedrijventerreinen moet worden gevonden in het rode raamwerk. Op deze terreinen horen bedrijven thuis met een regionale functie. Ook bedrijven buiten de regio, meer grootschalige nieuwe bedrijven en milieuhinderlijke bedrijven moeten op deze terreinen hun plek kunnen vinden.

Uitgangspunt is dat iedere regio door de samenwerkende gemeenten op regionale bedrijventerreinen geschikte ruimte wordt gereserveerd voor het accommoderen van milieuhinderlijke bedrijvigheid.

Op terreinen voor lokale bedrijvigheid dienen bedrijven zich te kunnen vestigen, welke qua aard en, schaal en functie daarbij passend zijn.

De provincie voert geen kwantitatief beleid inzake kantoorontwikkeling. Het bundelings- en locatie/knopenbeleid in bestaand bebouwd gebied en stedelijke uitbreidingen is bepalend voor nieuwe ontwikkelingen. Van belang daarbij is tevens dat de aard, de schaal en het mobiliteitsprofiel van de kantoorontwikkeling passen bij de betreffende locatie. Nieuwe kantoorlocaties dienen zoveel mogelijk te worden ontwikkeld op/nabij hoogwaardige OV-verbindingen. De voorgestane ontwikkelingen in dit bestemmingsplan passen in het beleid van de provincie zoals vastgelegd in het streekplan.

Provinciaal Verkeer- en Vervoersplan–PVVP2 (juni 2004)

In het nieuwe PVVP-2 geeft de provincie Gelderland aan hoe zij steden, bedrijventerreinen en voorzieningen bereikbaar wil houden. De provincie kiest voor een duurzame mobiliteit. Daarbij ondersteunt het verkeer- en vervoerssysteem een sterke economie en de welvaart, terwijl het de sociale integratie stimuleert.

In het PVVP-2 wordt de opgave gesteld, die erop gericht is de afwikkeling van verkeer uit gebied tussen A1 en A28 te verbeteren. De Veluwe vormt als groot landschappelijk gebied met hoge natuurlijke kwaliteit een bijzonder aandachtsgebied. De opgave is dit gebied zo veel mogelijk verkeersluw te maken en juist voorzieningen voor het openbaar vervoer en de fiets prioriteit te geven. In het noordelijk Valleigebied vragen de files rond knooppunt Hoevelaken om een strategie waarin allereerst geprobeerd wordt het verkeer in westelijke richting 'af te vangen' door het realiseren van een transferium (Barneveld Noord) in combinatie met een optimale openbaarvervoer verbinding in westelijke richting. Recentelijk is de eerste fase van het transferium gerealiseerd en in gebruik genomen. Wanneer het geplande intercitystation wordt ontwikkeld zal het transferium worden uitgebreid met een tweede fase.

Netwerknota openbaar vervoer (mei 2000)

De netwerknota openbaar vervoer 'Verbinden en ontsluiten' gaf een eerste uitwerking van het PVVP ten aanzien van het openbaar vervoer. Hierin wordt Barneveld Noord genoemd als 'langeafstandstransferpunt' met een transferium om autoverkeer naar de

Randstad af te vangen en reizigers de mogelijkheid te bieden vóór de Randstad van de auto over te stappen op het Openbaar Vervoer (OV). Hierdoor wordt de druk op de rijksweg A1 richting het westen verminderd.

De provincie beoogt te komen tot een lange-afstands-transferpunt voor personenvervoer richting Randstad (transferium) als cordon van poorttransferia rond de Randstad. Door ter plekke een halte te maken voor de snelbusverbinding richting Harderwijk ontstaat een kansrijk OV-knooppunt dat een belangrijke bijdrage kan leveren aan zowel de nationale als de regionale vervoersinfrastructuur.

Nota 'Nieuwe stations in Gelderland' (juni 2001)

De nota' Nieuwe stations in Gelderland' is vastgesteld door Gedeputeerde Staten en geldt als deeluitwerking van voorgenoemde Netwerknota. Hierin wordt nog eens het streven naar de komst van een station Barneveld Noord op de lijn Amersfoort-Apeldoorn uitgewerkt, met daarnaast een halte op de Valleilijn van Ede-Amersfoort.

Door een nieuw station op de kruising van spoorwegen te projecteren, ontstaat er een nieuwe overstapmogelijkheid. Hiermee wordt het station Barneveld Noord aangewezen als transferpunt. De voorgestane ontwikkeling van een station annex transferium past binnen het bovengenoemde provinciale beleid.

Beleid Valleilijn

Goede bereikbaarheid over de weg en spoorweg van de Vallei-regio (West-Veluwe) is van groot economisch belang. De Valleilijn wil wat betreft het openbaar vervoer hoge kwaliteit leveren. De gemeenten Barneveld, Nijkerk, Ede en Wageningen en de provincie Gelderland hebben in juli 2004 een intentieverklaring ondertekend om de Valleilijn tot een succes te maken.

De Valleilijn bestaat uit twee delen: de busverbinding tussen station Ede/ Wageningen en het centrum van Wageningen en het treintraject tussen de intercitystations Ede/Wageningen en Amersfoort. Het openbaar vervoer op deze trajecten wordt op allerlei punten verbeterd, zodat meer mensen van de bus en de trein gebruik kunnen maken. De verplaatsing van het station Barneveld Noord en de aanleg van een transferium maakt onderdeel uit van de ambitieuze plannen.