direct naar inhoud van 4.2 Provincie
Plan: Brugveenseweg I
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1111-0002

4.2 Provincie

4.2.1 Structuurvisie streekplan Gelderland

Provinciale Staten heeft op 29 juni 2005 het Streekplan Gelderland 2005 vastgesteld. Het streekplan geeft de beleidskaders aan voor de ruimtelijke ontwikkelingen tot 2015. Het streekplan is er op gericht de verschillende functies in regionaal verband een zodanige plek te geven dat de ruimtelijke kwaliteiten worden versterkt en er zuinig en zorgvuldig met de ruimte wordt omgegaan. Op de kaart Ruimtelijke structuur van het streekplan, is het plangebied aangewezen als multifunctioneel gebied.

Het multifunctionele gebied beslaat het grootste deel van de provincie. Dit gebied omvat de steden, dorpen, buurtschappen buiten de provinciaal ruimtelijke hoofdstructuur, waardevolle landschappen en het multifunctioneel platteland. In het provinciaal planologisch beleid wordt op deze gebieden geen expliciete provinciale sturing gericht.

In de regio Vallei wordt de mogelijkheid geboden om in regionaal verband een alternatief beleid te ontwikkelen voor functieverandering van vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen in het buitengebied. In 2008 is door regio De Vallei de Regionale beleidsinvulling functieverandering en nevenactiviteiten vastgesteld. Het beleid voor functieverandering is hierin verwoord (zie verder paragraaf 4.3).

4.2.2 Reconstructieplan Gelderse Vallei / Utrecht Oost

In het 'Reconstructieplan Gelderse Vallei - Utrecht Oost', dat in werking is getreden op 17 maart 2005, is een visie opgenomen over hoe landbouw, natuur en landschap, water, recreatie, wonen en werken in het buitengebied zich meer in harmonie kunnen ontwikkelen. Het reconstructieplan moet de problemen die zich voordoen in het landelijk gebied (de 'gestapelde' problematiek) in de concentratiegebieden integraal aanpakken en moet een goede ruimtelijke structuur bevorderen, in het bijzonder met betrekking tot landbouw, natuur, bos, landschap, recreatie, water, milieu en infrastructuur. Daarnaast moet de reconstructie het woon-, werk- en leefklimaat en de economische structuur verbeteren. Het reconstructieplan is in eerste instantie gericht op het weren van ongewenste ontwikkelingen.

Het reconstructieplan maakt onderscheid in drie gebieden: het landbouwontwikkelingsgebied, het extensiveringsgebied en het verwevingsgebied. Het onderhavige plangebied aan de Brugveenseweg 71 ligt binnen het verwevingsgebied. Het beleid voor verwevingsgebieden is gericht op het bevorderen van een passende combinatie van landbouw, natuur, landschap, recreatie, werken en wonen met bijbehorende kwaliteiten. Er wordt derhalve terughoudend omgegaan met de ontwikkelingsmogelijkheden van de intensieve veehouderijen in dit gebied.

Het onderhavige plan voorziet planologisch in de wijziging van een agrarisch bedrijf naar een niet-agrarisch bedrijf en een burgerwoning. In de omgeving van het plangebied bevinden zich zowel burgerwoningen als agrarische bedrijven. De omschakeling naar een niet-agrarisch bedrijf legt geen beperkingen op aan de ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende agrarische bedrijven. Ook de toevoeging van een woonbestemming legt geen beperkingen op, gelet op de al aanwezige omliggende woonbestemmingen die bepalend zijn. De omliggende burgerwoningen liggen op voldoende afstand van de planlocatie, zodat er geen onevenredige hinder van de niet-agrarische bedrijfsactiviteiten zal ontstaan.

Het Reconstructieplan vormt derhalve geen belemmering voor de realisering van het onderhavige plan.

4.2.3 Ruimtelijke Verordening Gelderland

Op 15 december 2010 stelden Provinciale Staten de Ruimtelijke Verordening Gelderland vast. De Ruimtelijke Verordening Gelderland (RVG) is op 2 maart 2011 in werking getreden. Met de ruimtelijke verordening stelt de provincie regels aan bestemmingsplannen van gemeenten. De provincie richt zich hierbij op onderwerpen die van provinciaal belang zijn. De onderwerpen die de provincie belangrijk vindt en waarvoor regels in de verordening zijn opgenomen, zijn:

  • verstedelijking
  • wonen
  • detailhandel
  • recreatiewoningen/ -parken
  • glastuinbouw
  • waterwingebied
  • grondwaterbeschermingsgebied
  • oppervlaktewater ten behoeve van drinkwatervoorziening
  • ecologische hoofdstructuur
  • waardevol open gebied
  • nationaal landschap.

Op het onderhavige plan zijn de regels met betrekking tot verstedelijking (artikel 2 RVG) van toepassing.

In artikel 2 is bepaald dat nieuwe bebouwing voor wonen en werken alleen is toegestaan binnen bestaand bebouwd gebied of binnen zoekzones voor verstedelijking. In afwijking hiervan kan nieuwe bebouwing voor wonen en werken mogelijk worden gemaakt in geval van functieverandering naar een niet-agrarische functie, mits 1) sprake is van de vervanging van bestaande bebouwing door nieuwe bebouwing welke leidt tot een substantiƫle vermindering van het bebouwde oppervlak, en 2) buiten de concentratiegebieden glastuinbouw en de regionale clusters glastuinbouw, en 3) in de toelichting bij een bestemmingsplan wordt aangegeven op welke manier nieuwe bebouwing landschappelijk wordt ingepast.

De onderhavige functiewijziging van agrarisch bedrijf naar een niet-agrarisch bedrijf is niet strijdig met artikel 2, aangezien er een substantiƫle vermindering van het bebouwd oppervlak plaatsvindt en de nieuwe bebouwing landschappelijk wordt ingepast (zie paragraaf 4.3 en 5.11).

De nieuwe kleine wooneenheid en de nieuwe bedrijfswoning zijn wel in strijd met artikel 2. De gemeenteraad heeft derhalve op 23 december 2011 een verzoek om ontheffing bij Gedeputeerde Staten van Gelderland ingediend. De aanvraag heeft met ingang van 23 januari 2012 gedurende twee weken ter inzage gelegen. Gedurende deze periode zijn geen zienswijzen ingediend. Op 29 februari 2012 hebben Gedeputeerde Staten van Gelderland ontheffing van het bepaalde in artikel 2.5 van de Ruimtelijke Verordening Gelderland verleend (zaaknummer 2012-000215).