Plan: | Rijksweg I |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0203.1100-0003 |
De Structuurvisie 2009 van de gemeente Barneveld (Raad 20 januari 2009) bevat een analyse van de bestaande ruimtelijke situatie in en rond de verstedelijkte gebieden in de gemeente (negen woonkernen en bedrijventerrein Harselaar) en een visie op de gewenste ontwikkelingsrichting voor de komende 10 jaar daarvan. Met de Structuurvisie beoogt de gemeente primair de in (een uitwerking van) het provinciale Streekplan 2005 opgenomen "zoekzones voor verstedelijking", waarbinnen toekomstige uitbreidingen van woon- en werkgebieden en maatschappelijke voorzieningen moeten worden gevonden, in het gemeentelijke ruimtelijk beleid te implementeren. Deze uitbreidingslocaties zijn noodzakelijk om op termijn te kunnen voldoen aan de vraag naar voldoende ruimte voor wonen, werken en voorzieningen, met als doel ook in 2019 nog op een prettige manier te kunnen wonen, werken en recreëren. Voor een groot deel waren de "zoekzones" reeds als beoogde uitbreidingslocaties opgenomen in de gemeentelijke structuurvisie "Kompas naar 2015".
De hoofdlijnen van de structuurvisie 2009 zijn als volgt:
Het plangebied wordt in de Structuurvisie 2009 aangeduid als landelijk gebied. Dit landelijk gebied is steeds minder exclusief een agrarisch gebied. De functies wonen, werken, recreatie en natuur spelen, naast de agrarische productie, een belangrijke rol. Dat leidt tot een gezamenlijke verantwoordelijkheid om deze meervoudige kwaliteiten van het landelijk gebied op een verantwoorde wijze te versterken en te borgen.
Bepaalde ontwikkelingen, waaronder de toevoeging van woningen, kantoren en niet agrarische bedrijven, leiden tot vergroting van de financiële draagkracht van het gebied. Dergelijke ontwikkelingen worden gezien als "kostendragers".
Andere ontwikkelingen zorgen voor een investeringsnoodzaak. Daarbij kan worden gedacht aan natuur- en landschapsontwikkeling, structuurversterking van de landbouw en verbetering van de waterhuishouding en de toegankelijkheid/verblijfskwaliteit. Dergelijke ontwikkelingen worden gezien als "kostenlaters".
Per saldo dienen de "kostendragers" en de "kostenlaters" van ontwikkelingen in het landelijk gebied elkaar in evenwicht te houden.
Om het landelijk gebied ook op lange termijn op een kwalitatief verantwoord niveau te houden zullen ontwikkelingen van verstedelijking door uitbreidingsplannen (woongebieden, bedrijfsterreinen) en functieverandering van agrarische bedrijvigheid naar wonen en werken, derhalve samen op moeten gaan met maatregelen op het gebied van versterking van de landschappelijke en waterhuishoudkundige kwaliteit, de landbouwkundige structuur, de bereikbaarheid en het recreatieve verblijf.
"Verevening" is hierbij het sleutelwoord. De kostendragers dragen bij aan de realisatie van de kostenlaters. Ofwel door kwaliteitsverhogende maatregelen op/rond het perceel waar de kostendragers ontstaan, of elders in het gebied, of door een combinatie daarvan. Op de locatie zelf vindt in onderhavig geval kwaliteitsverbetering plaats door sloop van overtollige bebouwing en landschappelijke inpassing van resterende nieuwe bebouwing. Om ondoelmatigheid door versnipperingen van initiatieven te voorkomen, is het OntwikkelingsFonds Platteland ingesteld, van waaruit op planmatige gestructureerde en samenhangende wijze verbeteringsmaatregelen worden gefinancierd.
In de "Regionale beleidsinvulling functieverandering en nevenactiviteiten" van Regio De Vallei, wordt uitgegaan van een financiële bijdrage van € 10,- per m² positief bestemde niet agrarische bestemming.
In de Structuurvisie Buitengebied Barneveld, die de gemeenteraad op 21 september 2011 heeft vastgesteld, wordt deze lijn voor het buitengebied doorgezet en uitgewerkt.
Doorwerking plangebied
Onderhavig plan zorgt voor een uitbreiding van een bestaand niet-agrarisch bedrijf in het buitengebied. Deze uitbreiding wordt mogelijk gemaakt doordat voormalige agrarische bedrijfsbebouwing wordt gesloopt. De Structuurvisies ondersteunen deze functie in het buitengebied omdat dit leidt tot een gezamenlijke verantwoordelijkheid om deze meervoudige kwaliteiten van het landelijk gebied op een verantwoorde wijze te versterken en te borgen. Tevens leidt deze ontwikkeling tot een vergroting van de financiële draagkracht van het gebied. Onderhavig plan kan gezien worden als een "kostendrager" en draagt bij aan de realisatie van "kostenlaters" door kwaliteitsverhogende maatregelen op/rond het perceel of elders in het gebied mogelijk te maken.