Leemweg I

5.9 Luchtkwaliteit

Sinds 2001 stelt de Europese regelgeving strengere regels aan de luchtkwaliteit. In dat kader is op 15 november 2007 de Wet luchtkwaliteit in werking getreden. Deze wet is op genomen in de Wet milieubeheer onder hoofdstuk 5, titel 2. De kern van de Wet luchtkwaliteit bestaat uit kwaliteitseisen, voor onder andere stikstofdioxide en fijn stof, die in bijlage 2 van de Wet milieubeheer (Wm), zijn vastgelegd. Om te bepalen of de kwaliteit van de lucht ter plaatse voldoet aan de in de bijlage 2 Wm vastgelegde kwaliteitseisen en de daarop gebaseerde regelgeving, dient bij nieuwe ontwikkelingen onderzoek gedaan te worden naar de luchtkwaliteit. Uit de wetgeving volgt dat een voorgenomen ontwikkeling vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit inpasbaar is indien deze niet in betekenende mate bijdragen (NIBM) aan de luchtverontreiniging. Het begrip NIBM is onder andere gedefinieerd als 3% van de jaargemiddelde grenswaarde voor stikstofdioxide en fijn stof. Dit komt neer op een bijdrage van 1,2 microgram/m³ voor beide componenten.

Conclusie
De uitbreiding van de begraafplaats heeft een zeer geringe toename van verkeer tot gevolg. Aangenomen kan worden dat de ontwikkeling niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtverontreiniging (minder dan 1,2 microgram/m³ bijdrage aan de jaargemiddelde concentratie van zowel NO2 en PM10)). Een luchtkwaliteitonderzoek is dan ook niet noodzakelijk. Ook is er geen luchtkwaliteitsonderzoek benodigd voor de compensatielocatie in Kallenbroek.