Plan: | Hoevelakenseweg V |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0203.1064-0003 |
Bij externe veiligheid gaat het om het gevaar dat de directe omgeving loopt in het geval er iets mis mocht gaan tijdens de productie, het behandelen of het vervoer van gevaarlijke stoffen. De daaraan verbonden risico's moeten aanvaardbaar blijven. Met het oog daarop heeft de rijksoverheid risiconormen vastgesteld waarmee bedrijven, wegbeheerders en vervoerders, maar ook gemeenten en provincies, rekening dienen te houden. Voor situaties waarbij bouwlocaties en transportroutes voor gevaarlijke stoffen dicht bij elkaar liggen moet het resultaat van een risicoanalyse getoetst worden aan de gestelde risiconormen. Externe veiligheid moet altijd in preventieve zin deel uitmaken van de besluitvorming bij nieuwe situaties, en kan bij besluitvorming over bestaande situaties leiden tot aanvullende maatregelen.
![]() |
Figuur 10 Uitsnede Risicokaart provincie Gelderland Bron: provincie Gelderland |
Risicovolle bedrijven
Op basis van de "Risicokaart provincie Gelderland" van de provincie Gelderland uit 2006 kan worden geconcludeerd dat er in de omgeving van het plangebied geen risicovolle bedrijven zijn gevestigd.
Transportroutes en -leidingen
Transport van gevaarlijke stoffen vindt plaats over de weg, het spoor, het water en door buisleidingen. Op circa 275 meter afstand van het plangebied (gemeten vanaf de Hoevelakenseweg) is de rijksweg A1 gelegen. Dit betreft een route voor gevaarlijke stoffen. Parallel aan deze weg loopt, ter hoogte van het plangebied, een intercitylijn (Amersfoort-Apeldoorn-Deventer) en een buisleiding. Via de buisleiding wordt aardgas getransporteerd. De aardgasleiding ligt direct naast de rijksweg A1 en splitst zich ter hoogte van Terschuur in noordelijk- en zuidelijke richting. De afstand tussen het plangebied en de noordelijk gelegen buisleiding bedraagt hemelsbreed circa 800 meter.
Conclusie
Op basis van de "Risicokaart provincie Gelderland" van de provincie Gelderland uit 2006 kan worden geconcludeerd dat het plangebied niet ligt binnen de Plaatsgebonden risicocontour (PR 10-6). De verpakte veevoeders in het plangebied zijn niet brand- en/of explosiegevaarlijk.