direct naar inhoud van 6.11 Niet-agrarische bedrijven
Plan: Buitengebied 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1056-0004

6.11 Niet-agrarische bedrijven

  • Bestemming 'Bedrijf - Niet agrarisch', 'Bedrijf - Landelijk', 'Detailhandel' of 'Horeca'.
  • Bestaande, legale bedrijven.
  • Categorie 1-bedrijven en categorie 2-bedrijven uit 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' altijd toegestaan.
  • Voor 'zwaardere bedrijvigheid' is een aanduiding opgenomen.
  • Toegestane omvang van de bedrijven.
  • Nevenactiviteit toegestaan.

Algemeen

In het buitengebied van de gemeente Barneveld komt een groot aantal niet-agrarische bedrijven voor. Veel van deze bedrijven zijn ontstaan nadat de agrarische bedrijvigheid is gestaakt en er nieuwe bedrijfjes zijn gestart in de leeggekomen schuren en stallen. De bedrijven vervullen een belangrijke rol voor de lokale werkgelegenheid en economische dynamiek. Een deel van deze bedrijven hoort qua aard van de bedrijvigheid thuis in het buitengebied, een deel van deze bedrijven past beter op een bedrijventerrein. De gemeente wil via het functieveranderingsbeleid ruimte bieden aan nieuwe bedrijven, mits ze passend zijn in het buitengebied. Daarbij is de aard en omvang van de bedrijven vaak bepalend.

In dit bestemmingsplan hebben de bestaande, legaal tot stand gekomen bedrijven een bestemming voor een niet-agrarisch bedrijf gekregen. Veelal betreft dit de bestemming 'Bedrijf - Niet agrarisch'. Voor bedrijven die verwant zijn aan het landelijk gebied is de bestemming 'Bedrijf - Landelijk' opgenomen. Een specifieke vorm van niet-agrarische bedrijven zijn de winkels en horecabedrijven. Locaties met deze functies hebben de bestemmingen 'Detailhandel' of 'Horeca' gekregen.

Toegestane soorten bedrijvigheid

Op alle percelen met de bestemming 'Bedrijf - Niet agrarisch' zijn bedrijven uit de milieucategorieën 1 en 2 toegestaan die zijn opgenomen in de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten'. Het gaat dan om bedrijven die weinig tot geen milieuhinder opleveren. In een bijlage bij de planregels is een compleet overzicht van toegestane bedrijven opgenomen. In het plangebied zijn echter ook 'zwaardere' bedrijven gevestigd. Deze vormen van bedrijvigheid zijn op de verbeelding aangeduid, en hier is dan (naast een categorie 1- of 2-bedrijf) alleen het aangeduide type bedrijvigheid toegestaan. Bij de bestemming 'Bedrijf - Landelijk' zijn aanduidingen opgenomen voor specifieke bedrijvigheid. Binnen de bestemming 'Detailhandel' is met aanduidingen aangegeven welk soort detailhandel is toegestaan.

Binnen de bestemming 'Bedrijf - Niet agrarisch' kan voor de locaties met een specifieke aanduiding (dit zijn bedrijven in de milieucategorie 3 of hoger), via afwijking een omgevingsvergunning worden verleend voor het toestaan van een ander type bedrijvigheid uit de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten'. Het nieuwe bedrijf moet qua aard en invloed op de omgeving gelijk zijn aan het al toegestane bedrijf. Bevi- en Wgh-inrichtingen zijn uitgesloten van deze bevoegdheid.

Toegestane omvang van het bedrijf

In de planregels is per adres aangegeven wat de maximaal toegestane oppervlakte bedrijfsbebouwing is. Bij bedrijfsbebouwing zijn onderbouwen toegestaan met een totale oppervlakte van maximaal 60 m2. Een onderbouw is een voor mensen toegankelijke ruimte, zoals een souterrain.

De maximale goot- en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt 3,5 respectievelijk 10 meter. Door middel van een afwijking van de bouwregels, kan een omgevingsvergunning worden verleend voor een gebouw met een goothoogte van maximaal 6 meter of een bouwhoogte van maximaal 12 meter. Voorwaarde is dat het aantal bouwlagen niet toeneemt, er een bedrijfseconomische noodzaak voor is en de belangen van landschap en beeldkwaliteit niet onevenredig worden aangetast.

Bedrijfswoning

Per bestemmingsvlak is één bedrijfswoning toegestaan. Als het bestaande aantal bedrijfswoningen groter is, dan is maximaal dat aantal toegestaan. Met de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' is aangegeven dat er op een bepaald perceel geen bedrijfswoning is toegestaan. Bij een eventuele vervangende nieuwbouw van de bedrijfswoning moet de woning op dezelfde plek terug worden gebouwd. Dit heeft te maken met de afstandsbepalingen uit de Wet geurhinder en veehouderij. Via een afwijking van de planregels is het mogelijk de bedrijfswoning op een andere plek in het bestemmingsvlak te herbouwen.

De maximale goot- en nokhoogte van de bedrijfswoning bedraagt 3,5 respectievelijk 10 meter, tenzij op de verbeelding een andere goot- en/of nokhoogte is aangeduid. De maximale inhoud van de bedrijfswoning bedraagt 750 m3, inclusief de onderbouw voor zover gelegen boven het maaiveld. Onder een bedrijfswoning is een onderbouw toegestaan, waarbij geldt dat bij vergunningsvrije aanbouwen en bijbehorende bouwwerken van woningen niet vergunningsvrij mogen worden voorzien van een onderbouw. Bij de bedrijfswoning is maximaal 80 m2 aan bijgebouwen toegestaan. De maximale goot- en nokhoogte van de bijgebouwen bedraagt 3 respectievelijk 6 meter.

Wijzigen 'Staat van Bedrijfsactiviteiten'

De 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' is gebaseerd op de VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering'. De normen en categorisering in deze publicatie worden eens in de zoveel tijd geactualiseerd. Dit kan leiden tot een andere categorie-indeling van bepaalde bedrijven. In het bestemmingsplan is daarom via de wijzigingsbevoegdheid de mogelijkheid opgenomen om deze lijst aan te passen en te vervangen door een actuele versie.

Wijzigen naar woonfunctie

Voor stoppende bedrijven is via een wijzigingsbevoegdheid de mogelijkheid opgenomen om de bestemming te wijzigen in de bestemming 'Wonen'.