direct naar inhoud van Artikel 19 Water
Plan: Buitengebied 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1056-0004

Artikel 19 Water

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder voorzieningen voor waterlopen, waterberging, watergangen en waterpartijen;
  • b. waterkeringen;
  • c. bruggen en duikers;
  • d. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de natuur(wetenschappe)lijke waarde en de landschappelijke waarde;

met daaraan ondergeschikt:

  • e. extensief dagrecreatief medegebruik waaronder hengelsport;

met de daarbij behorende:

  • f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, dammen en/of duikers;
  • g. werken, geen bouwwerken zijnde.

19.2 Bouwregels
  • 1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd;
  • 2. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.

19.3 Nadere eisen
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bouwwerken, ten behoeve van:
    • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
    • b. de verkeersveiligheid;
    • c. de milieusituatie;
    • d. de bereikbaarheid voor hulpdiensten;
    • e. de gebruiksmogelijkheden van de nabijgelegen gronden;
    • f. de landschappelijke inpassing van de bebouwing.

  • 2. Bij het stellen van nadere eisen is de procedure zoals weergegeven in artikel 36.1 van toepassing.

19.4 Specifieke gebruiksregels
19.4.1 Gebruik strijdig met de bestemming

Als gebruik strijdig met de bestemming wordt aangemerkt het storten van slib.

19.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
    • a. het vergraven, egaliseren en ophogen van gronden;
    • b. het bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters;
    • c. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakte verhardingen;
    • d. het aanbrengen van onder- en bovengrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur;
    • e. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het recreatief en/of educatief medegebruik.

  • 2. Het in artikel 19.5, eerste lid vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
    • a. het normale onderhoud betreffen;
    • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.

  • 3. De werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid, zijn in strijd met het bestemmingsplan indien door de uitvoering daarvan, dan wel door de direct of indirect te verwachten gevolgen, onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het binnen deze bestemming beoogde gebruik en/of aanwezige waarden, bedoeld in artikel 19.1 , en hieraan door het stellen van voorwaarden onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.