Plan: | Vinkelaar I |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0203.1047-0003 |
In het kader van deze bestemmingsplanprocedure is onderzocht of de milieuhygiënische bodemkwaliteit ter plaatse van de percelen Vinkelaar 4 en 10 voldoen aan de eis van financiële uitvoerbaarheid en uit oogpunt van volksgezondheid en milieu aanvaardbaar mag worden geacht voor het beoogde gebruik.
Uitgevoerd bodemonderzoek
In 2007 is op bovengenoemde locatie een verkennend plus aanvullend bodemonderzoek uitgevoerd, deels conform de NEN 5740 (Lawijn, rapportnummer LA.06.417-A1, d.d. februari 2007).
Het onderzoek is onderverdeeld in vier deellocaties:
Mede naar aanleiding van het aantreffen van een verontreiniging met minerale olie is een afperkend onderzoek uitgevoerd, gecombineerd met een verkennend onderzoek aan de Vinkelaar 10. (Verkennend- en afperkend bodemonderzoek met plan van aanpak op de locatie aan de Vinkelaar 4-10 te Terschuur, Hunneman, projectnummer 2010118/lvh/sh, d.d. maart 2010)
Onderzoeksresultaten
Erf
In de bovengrond is een licht verhoogd gehalte PAK aangetroffen. In de ondergrond is voor geen van de geanalyseerde parameters een verhoogd gehalte aangetroffen. In het grondwater zijn licht verhoogde gehaltes cadmium, chroom en nikkel aangetroffen, alsmede een sterk verhoogd gehalte zink.
Bovengrondse dieseltank
In de bovengrond is geen verhoogd gehalte minerale olie aangetroffen. In het grondwater zijn geen verhoogde gehaltes minerale olie en/of vluchtige aromaten aangetroffen.
Voormalige asfaltverharding
Ter plaatse van de voormalige asfaltverharding is geen verhoogd gehalte PAK aangetroffen.
Voormalige bovengrondse HBO-tank
Hier is een sterke verontreiniging met minerale olie aangetroffen in de vaste bodem tot circa 2 m-mv. Het grondwater is niet onderzocht. De aangetroffen grondwaterstand is tussen de 0,9 m-mv en 1,1 m-mv. Het is aannemelijk dat ook het grondwater verontreinigd is geraakt.
Rondom de verontreiniging zijn vier boringen geplaatst ter afperking. Van slechts één boring is een monster geanalyseerd, de overige drie boringen zijn alleen zintuiglijk beoordeeld. De verontreiniging is hierdoor niet afdoende afgeperkt. De verontreiniging is vrijwel zeker voor 1987 ontstaan.
Naar aanleiding van de resultaten is het afperkend onderzoek uitgevoerd. Circa 80 m3 vaste bodem is verontreinigd met oliecomponenten, waarvan circa 20 m3 sterk verontreinigd. Deze verontreiniging bevindt zich in het bodemtraject van 0,3 tot maximaal 2,5 m-mv.
Naar verwachting is circa 100 m3 grondwater verontreinigd met oliecomponenten, waarvan circa 40 m3sterk verontreinigd.
Vervolg
Bij een bodemvolume van 25 m3 sterk verontreinigde grond (waarbij de verontreiniging is ontstaan voor 1 januari 1987) is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. De provincie moet in zo'n geval een beschikking afgeven over de ernst en spoedeisendheid van het geval. Ook is het saneringsplan moet dan door de provincie worden beschikt. Er is sprake van circa 20m3 sterk verontreinigde grond, maar door de spatiëring van de boorpunten kan het volumecriterium ook worden overschreden.
In het plan van aanpak voor de verontreiniging wordt uitgegaan van bronnering. Een onderbouwing van de genoemde debieten is onvoldoende weergegeven. Door de directe nabijheid van de Ir. Juliusput is het echter zeer waarschijnlijk dat de bronnering een aanzienlijk debiet zal opleveren. In het plan wordt uitgegaan van een lozing van 2 á 3 m3/uur dat zal worden geloosd op de gemeentelijke persriolering. Deze riolering is hierop niet berekend, zodat het plan hierop moet worden aangepast.
In het plan wordt de gemeente als bevoegd gezag aangemerkt. De Wet bodembescherming (art. 41) verplicht de gemeente echter om de verontreiniging te melden bij de provincie. Gezien het verwachte volume sterk verontreinigde grond, en de te verwachten debieten bij de bronneringswerkzaamheden wordt de provincie verzocht haar oordeel over de verontreiniging te geven. Pas na dit oordeel zal de gemeente eventueel de bevoegd gezagrol op zich nemen.
Conclusie
Op de locatie is een verontreiniging met minerale olie aangetroffen. Circa 80 m3 vaste bodem is verontreinigd met oliecomponenten, waarvan circa 20 m3 sterk verontreinigd. Deze verontreiniging bevindt zich in het bodemtraject van 0,3 tot maximaal 2,5 m-mv.
Naar verwachting is circa 100 m3 grondwater verontreinigd met oliecomponenten, waarvan circa 40 m3sterk verontreinigd.
In verband met de bouw van een nieuwe woning en het bouwen van een nieuwe woning ter plaatse van de bestaande woning vormt de verontreiniging een belemmering. Dit omdat zonder beschikking van het bevoegd gezag niet in verontreinigde grond mag worden gegraven.
Er is echter ingestemd met het voorgestelde saneringsplan, zodat een bestemmingsplanprocedure kan worden opgestart.
Er kan pas een omgevingsvergunning worden afgegeven voor de sloop en voorgenomen bouw, onder voorwaarden van een goed uitgevoerde sanering.