Plan: | Bijschoterweg I |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0203.1038-0003 |
Bundelingsbeleid is een centraal uitgangspunt voor de wijze waarop in het Gelders ruimtelijk beleid wordt omgegaan met verstedelijking. Bundeling in Gelderland heeft tot doel:
In het provinciaal beleid voor stedelijke ontwikkeling wordt onderscheid gemaakt tussen 'bestaand bebouwd gebied' en stedelijke uitbreiding. Het accent van de provinciale beleidsambities ligt op de vernieuwing en het beheer en onderhoud van bestaand bebouwd gebied. Hiervoor zijn nodig:
Het plangebied is in het streekplan aangewezen als multifunctioneel platteland (zie figuur 5).
Het multifunctioneel gebied beslaat het grootste deel van de provincie. Dit gebied omvat de steden, dorpen, buurtschappen buiten de provinciaal ruimtelijke hoofdstructuur, waardevolle landschappen en het multifunctioneel platteland. In het provinciaal planologisch beleid wordt op deze gebieden geen expliciete provinciale sturing gericht.
Vitaliteit van de multifunctionele gebieden wordt bevorderd door planologische beleidsvrijheid voor samenwerkende gemeenten gericht op:
Het reconstructieplan moet de problemen die zich voordoen in het landelijk gebied (de 'gestapelde' problematiek) in de concentratiegebieden integraal aanpakken en moet een goede ruimtelijke structuur bevorderen, in het bijzonder met betrekking tot landbouw, natuur, bos, landschap, recreatie, water, milieu en infrastructuur.
Daarnaast moet de reconstructie het woon-, werk- en leefklimaat en de economische structuur verbeteren. De problematiek binnen de bebouwde kom van dorpen en steden in het gebied is geen onderdeel van dit plan.
Verwevingsgebied
Het plangebied is aangewezen als verwevingsgebied (zie figuur 6). Het beleid voor verwevingsgebieden is gericht op het bevorderen van een passende combinatie van landbouw, natuur, landschap, recreatie, werken en wonen met bijbehorende kwaliteiten. Nieuwvestiging van een intensieve veehouderij is niet toegestaan. In het verwevingsgebied liggen veel bestaande agrarische bedrijven die een intensieve veehouderijtak kunnen ontwikkelen. Om de concentratiegedachte gestalte te geven en vanwege de aanwezigheid van andere belangen, willen wij terughoudend omgaan met de ontwikkelingsmogelijkheden van de intensieve veehouderijen in dit gebied.
In de verwevingsgebieden is uitbreiding van en omschakeling (gebruikmakende van een bestaande locatie) naar intensieve veehouderij, binnen de ter plekke beschikbare milieugebruiksruimte toegestaan.
Vergroting van het bouwperceel bij uitbreiding van intensieve veehouderij kan pas aan de orde zijn wanneer deze uitbreiding door de betreffende gemeenten is getoetst aan de ter plaatse van belang zijnde omgevingskwaliteiten.
Ruimte voor wonen
Het reconstructieplan vormt de basis van het Gelderse functieveranderingsbeleid.
Als alle (overige) bedrijfsbebouwing wordt gesloopt en de ruimtelijke situatie het toelaat, kan worden gekozen voor het realiseren van (nog) een woonfunctie. Allereerst wordt bezien of daarvoor een (ander) bestaand gebouw gebruikt kan worden waarbij een cultuurhistorisch waardevol en/of beeldbepalend gebouw de voorkeur verdient. Biedt hergebruik geen geschikte mogelijkheden, dan kan bouw van een woning nabij de bestaande bebouwing en ter plaatse van gesloopte bedrijfsgebouwen mogelijk zijn. Bij nader invulling geven aan functieverandering zal maatwerk worden geleverd afhankelijk van de specifieke gebiedsdoelen. Als bouw op het bouwperceel ruimtelijk ongewenst is of om andere redenen woningbouw ter plekke niet mogelijk is, kan de extra woning eventueel aan de rand van een woonkern of buurtschap worden gerealiseerd. Om in aanmerking te komen voor een extra woonfunctie geldt er een ondergrens voor de oppervlakte aan bedrijfsgebouwen, die tenminste gesloopt moet worden.
In het "Streekplan Gelderland 2005" staat vermeldt dat de provincie wil voorzien in de ruimtelijke reservering voor de behoefte aan stedelijke functies, zoals wonen, werken, winkels, sportvelden en sportaccommodaties, sociaal-culturele voorzieningen, scholen, kerken, en dergelijke. Regio De Vallei heeft deze benodigde uitbreidingsruimte met begeleiding van de provincie uitgewerkt in deze streekplanuitwerking 'zoekzones voor stedelijke functies'.
Rondom Voorthuizen zijn door het document verscheidene locaties aangewezen als mogelijke uitbreiding van stedelijke functies. Het plangebied valt net buiten het gebied dat door dit document als zoeklocatie voor 'werken' is aangewezen.
Vaststelling van de zoekzones voor verstedelijking wil niet zeggen dat geen nadere afweging meer noodzakelijk is bij de concrete ruimtelijke invulling van de gebieden. In deze deze streekplanuitwerking is om deze reden tevens een aanzet gegeven voor ontwerprichtlijnen. Deze ontwerprichtlijnen kunnen behulpzaam zijn bij deze nadere invulling, waarbij de bestaande ruimtelijke kwaliteit op z'n minst dient te worden gehandhaafd, dan wel te worden verbeterd.
Direct naast het plangebied aan de overzijde van de Verbindingsweg is Vo3 gepland. Vo3 is het gebied tussen de Baron van Nagellstraat, Verbindingsweg en de kern Voorthuizen. Het gebied heeft zijn agrarische karakter grotendeels verloren en biedt nu plaats aan detailhandel gerichte bedrijven.
Doorwerking provinciaal beleid
Het provinciale beleid biedt ruimte voor het ontwikkelen van woningbouw in gebieden die zijn aangewezen als 'multifunctioneel platteland', zoals het plangebied. "In en bij bebouwde gebieden moet de regionale behoefte aan 'dorps' wonen geaccommodeerd kunnen worden". Het onderhavige plan draagt tevens bij aan de ontwikkeling van de groene en recreatieve omgevingskwaliteit door middel van een financiële bijdrage in het ontwikkelingsfonds platteland.
Het plangebied is aangewezen als verwevingsgebied. Het beleid voor verwevingsgebieden is gericht op het bevorderen van een passende combinatie van landbouw, natuur, landschap, recreatie, werken en wonen met bijbehorende kwaliteiten. Het onderhavige plan mag echter geen bestaande agrarische bedrijven in hun uitvoering belemmeren.
Het reconstructieplan biedt ruimte voor woningen in het kader van het functieveranderingsbeleid. Deze woningen kunnen gerealiseerd worden op het perceel waar de agrarische bedrijfsgebouwen geamoveerd zijn. Wanneer blijkt dat dit geen geschikte locatie is dan kunnen de woningen bij voorkeur in het randgebied van een woonkern gerealiseerd worden. In het onderhavige plan worden de woningen in hetzelfde plangebied ontwikkeld en is bovendien direct gelegen naast de (toekomstige) kern Voorthuizen. Tevens brengt het onderhavige plan een kwaliteitsverbetering van de omgeving met zich mee doordat verouderde bedrijfsgebouwen uit het landschap verwijderd worden.
Het provinciale beleid vormt geen belemmering voor de realisering van het onderhavige plan.