direct naar inhoud van 2.4 Ruimtelijke structuur toekomstige situatie
Plan: Harselaar-Driehoek
Status: geconsolideerde versie
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1016-0004

2.4 Ruimtelijke structuur toekomstige situatie

In deze paragraaf zal er allereerst ingegaan worden op de behoefte naar een bedrijventerrein. Vervolgens zal de ruimtelijke structuur van de toekomstige situatie beschreven worden.

Behoefte aan bedrijventerrein

Barneveld beschikt over 7 bedrijventerreinen met een oppervlakte van 217 ha bruto en 183 ha netto. Deze terreinen zijn vol en er zijn geen mogelijkheden voor inbreiding. Uit een onafhankelijk onderzoek in opdracht van de provincie Gelderland in 2008, uitgevoerd door Interface/BRO1(Bijlage 4) is gebleken dat met name het bedrijventerrein Harselaar erg intensief wordt benut. Hoewel er sindsdien bij enkele woonkernen enige uitbreiding van bedrijfslocaties heeft plaatsgevonden, is de behoefte aan uitbreiding voor met name grote bedrijven urgent. Bedrijven trekken weg omdat zij geen uitbreidingsmogelijkheden hebben.

Uit een behoefteonderzoek van Arcadis, d.d. 29 januari 20082 (Bijlage 2), blijkt dat de gemeente Barneveld behoefte heeft aan uitbreiding van uitgeefbaar bedrijventerrein. Voor de korte termijn is de behoefte voor de gemeente Barneveld geraamd op 130 ha bruto en de langetermijnbehoefte op 150 ha bruto.

Uit de update van het behoefteonderzoek, d.d oktober 2010 (Bijlage 3), blijkt voor de gemeente Barneveld dat de totale vraag in het TM-scenario (Transatlantic Market Scenario) in de periode 2010-2020 rekening houdend met de SER-ladder is 66-72 hectare en tot 2040 94-100 hectare. In het GE-scenario (Global Economy scenario) is de totale vraag in de periode 2010-2020 83 hectare en tot 2040 118 hectare. Zowel het Rijk als de provincie Gelderland hanteren het TM-scenario als ijkpunt voor een realistische behoefteraming.

De regio De Vallei heeft in 2009 een Economisch Programmerings- en Ontwikkelingsdocument (EPO)3opgesteld. Hieruit blijkt dat de regionale behoefte aan bedrijventerrein afgerond 271 ha netto is. Daar staat een hard aanbod in de regio tegenover van 99 ha netto.

Bij de vaststelling van de behoefte heeft de regio het TM-scenario voor de economische ontwikkeling als uitgangspunt gehanteerd, conform de afspraken tussen Rijk en IPO (provinciaal overleg).

De regio heeft daarnaast enkele ambities geformuleerd, waarvan Food Valley de belangrijkste is. De ruimtebehoefte die voor de doorontwikkeling van Food Valley is geraamd, is afgeleid van een in door de provincie Gelderland opgestelde studie (Onderzoeksmemorandum 2008).

Inmiddels is door de provincie Gelderland een ontwerpStructuurvisie bedrijventerreinen voor inspraak aangeboden. In de ontwerp Structuurvisie wordt verwezen naar de door de regio's opgestelde Economische programmerings- en Ontwikkelingsdocumenten, met name waar het gaat om de regionale ambities. Daarbij wordt als speciaal aandachtspunt voor de regio De Vallei de ambitie Food Valley uitdrukkelijk genoemd.

De provincie Gelderland wil met de regio's nog in overleg treden over de opgestelde Economische Programmerings- en Ontwikkelingsdocumenten. Inmiddels heeft de regio de Vallei het Ambitiedocument Food Valley 2020 onderschreven en als uitgangspunt genomen voor het opstellen van een regionale strategische agenda. Ook krijgt de regio signalen vanuit de provincie Utrecht en de regio Amersfoort/Eemland dat de ruimte voor het uitbreiden van bedrijfslocaties beperkt is. De regio verwacht daarom in de toekomst meer overloop vanuit de Randstad, dan waarmee in het EPO is rekening gehouden. De regio de Vallei gaat ervan uit dat de in het EPO geraamde behoefte na het overleg met de provincie Gelderland niet zal worden bijgesteld.

Stedenbouwkundig landschappelijke legger

Bij de uitwerking van het stedenbouwkundig plan dat ten grondslag ligt aan dit bestemmingsplan, is de zogenaamde lagenbenadering toegepast waarbij verschillende planlagen in één ruimtelijke opstelling zo goed mogelijk zijn verenigd. Deze lagen bestaan uit de aspecten verkeer/vervoer, water, groen en gebouwen/percelen.

De ruimtelijke kenmerken van de locatie, de omgeving en de ontstaansgeschiedenis zijn bij het maken van het stedenbouwkundig plan opgenomen en getransformeerd naar een nieuwe stedelijke structuur.

Het (stedelijke) landschap is op de grote schaal in oost-westrichting georiënteerd. Zowel de Esvelderbeek, de snelweg A1 als de spoorlijn lopen in deze richting.

In Harselaar-Driehoek zijn de grenzen van het terrein dwingend aanwezig en daarom bepalend voor de structuur van het terrein. Door de bijzondere vorm van het plangebied, driehoekig, ontstaan er ook in het nieuwe plan geen gelijkvormige rechte vlakken, maar kavels met ongelijke zijdes en hoekverdraaiingen. De meest bijzondere kavel ontstaat in de punt van de driehoek waar de stedenbouwkundige hoofdstructuur de oorspronkelijke kavelrichtingen ontmoet. Deze kavel ligt op een belangrijke plek en zou door een ambitieuze ondernemer tot een speciale architectonische eyecatcher moeten worden gemaakt.

Overgangen naar de omgeving

De ligging aan de snelweg A1 is prominent. Dit is de meest openbare plek in de omgeving. Hier passeren veel mensen die vaak niet direct iets met het bedrijventerrein te maken hebben. De vormgeving van het bedrijventerrein aan deze kant moet dus representatief zijn. Ditzelfde geldt in zekere mate voor de spoorlijn aan de zuidzijde van Harselaar-Driehoek.

Het realiseren van een representatief beeld betekent eisen stellen aan de beeldkwaliteit van de gebouwen en percelen of de ruimte inrichten met water en groen, zodat een fraai beeld ontstaat.

Interne verkeersontsluiting

De locatie Harselaar-Driehoek wordt primair ontsloten vanaf de verlengde Mercuriusweg en heeft daarmee direct verbinding naar de A1. De verlengde Mercuriusweg zal tevens verder naar het zuiden worden doorgetrokken via het toekomstige bedrijventerrein Harselaar-Zuid naar de Wesselseweg. Deze weg vormt een van de hoofdontsluitingswegen in de omgeving, waarbij de nadruk ligt op het doorgaande verkeer. Vanaf deze weg worden niet direct bedrijven ontsloten.

Het terrein wordt intern ontsloten via een rondweg aan de buitenrand van het terrein, parallel aan de A1 en aan de zuidzijde langs het spoor. Deze lus sluit aan de westzijde aan op de verlengde Mercuriusweg en de noord-zuidontsluiting van Harselaar-Zuid.

Binnenin de lus liggen de bedrijfspercelen. Indien gewenst kunnen aanvullende wegen worden aangelegd op eigen terrein.

Het bedrijventerrein wordt opgedeeld in enkele zeer grote kavels en twee smallere strips aan de westzijde. De grote kavels worden toegedeeld aan enkele bedrijven. De strips kunnen worden opgedeeld in meerdere kleinere kavels.

Er is duidelijk onderscheid gemaakt in de profielindeling van de weg aan de noord- en de zuidzijde van het terrein. Aan de noordzijde is het profiel groen ingericht. De voorterreinen van de bedrijven doen hier in mee.

De zuidzijde is functioneler ingericht. De leidingstrook kan op verschillende manieren worden in gezet. De aanleg van enkele parkeerplaatsen in de buitenruimte zijn aan deze zijde mogelijk. Uitgangspunt is echter wel dat het parkeren op eigen terrein moet plaatsvinden. De parkeerplaatsen in de openbare ruimte zijn zogenaamde overloopplaatsen.

Ontsluiting voor langzaam verkeer en openbaar vervoer

Langs de nieuwe hoofdwegen binnen Harselaar-Zuid en Harselaar-Driehoek worden fietsvoorzieningen gerealiseerd in de vorm van vrijliggende fietspaden of ventwegen. Langs de Esvelderbeek zal een nieuwe recreatieve wandel- en fietsroute worden aangelegd. Verder wordt er een fietsverbinding gerealiseerd langs het spoor en via het bovendek van de toekomstige tunnelbak naar het station Barneveld-Noord.

De locatie Harselaar-Driehoek krijgt in principe geen directe ontsluiting per openbaar vervoer. Wel kan in de omgeving gebruik worden gemaakt van een treinverbinding en een busverbinding. Vanaf het centrum van Harselaar-Driehoek bedraagt de loopafstand naar het treinstation en de bushaltes circa 30 minuten.

In de stedenbouwkundige opzet is beperkt ruimte gereserveerd voor parkeren en manoeuvreren. Bij de uitgifte zal voorwaardelijk moeten worden opgelegd dat bedrijven hiervoor op eigen terrein ruimte reserveren. Een van de eerste taken van een op te richten parkmanagementorganisatie voor het terrein wordt aanbevolen om te onderzoeken of er afzetbare collectieve oplossingen voor parkeren mogelijk zijn. Besparing van parkeerruimte op bedrijfspercelen kan geld opleveren voor het realiseren van gebouwde parkeervoorzieningen.

Waterstructuur

Voor Harselaar-Zuid en Harselaar-Driehoek is een waterstructuurplan opgesteld4. De Esvelderbeek is voor het plangebied en de directe omgeving de afwaterende ontsluitingsas.

De afstroomrichting in de waterstaatkundige situatie loopt van noord naar zuid in de richting van de Esvelderbeek. Langs de hoofdroute, doorgetrokken Mercuriusweg tot in Harselaar-Zuid, wordt vanuit Harselaar-Driehoek naar de Esvelderbeek een watergang/wadi gesitueerd om deze weg ruimtelijk te ondersteunen. Hierbij moet voor de inrichting van de wadi worden nagedacht over representatieve inrichtingselementen zoals kiezels en riet.

Langs de snelweg zal een bestaande watergang worden vergroot tot een brede waterzone die de 'voor'kant van het terrein direct een fraaie aanblik geeft vanaf de rijksweg A1.

Groenstructuur

De groenstructuur is in Harselaar-Driehoek gekoppeld aan de hoofdstructuur van watergangen en infrastructuur. Langs de hoofdwegen, verlengde Mercuriusweg/A1-zijde wordt ingezet op een groene aankleding, waaronder: groene bermen, laanbeplanting, hagen en bodembedekkers.

Rond het plangebied wordt een duidelijke groene rand gelegd.

Aan de noordzijde is dit een groen tapijt met groepen bomen. Het tapijt bestaat uit de groenblauwe ruimte tussen de snelweg en het bedrijventerrein. Het opgaand groen bestaat voor een deel uit bestaande boomgroepen en deels uit nieuwe bomen langs het terrein. Hierdoor ontstaat een transparant scherm waardoor de bedrijven zichtbaar zijn.

De voorterreinen aan deze zijde van het plangebied worden groen ingericht om het groene beeld tot op het terrein te continueren.

Aan de zuidzijde en de oostpunt wordt het plangebied duidelijk afgebakend met een stevige bomenrij.

Bebouwing, massa en hoogte

In de opbouw van het stedenbouwkundig plan wordt vanuit de bebouwing en kavelgroottes aansluiting gezocht bij de omgeving. Zowel aan de A1 als aan de spoorzijde moet het openbare karakter een rol spelen in de vormgeving van deze zijde. De gebouwen en percelen die aan deze zijde liggen worden door het drukbereden spoor als het ware publiek bezit en verdienen daarom een representatief karakter.

In Harselaar-Driehoek wordt in het kader van bouwhoogte onderscheid gemaakt in twee gebieden, een buitenkant en een binnenkant.

De buitenkant bestaat uit de zone langs de A1 en de zone langs de doorgetrokken Mercuriusweg. Langs de A1 ligt de representatieve zone met een hoogwaardige uitstraling. Hier zijn zowel het terrein als de individuele bedrijven zichtbaar vanaf de snelle lijn. Aan deze zijde dient extra aandacht te worden besteed aan de architectuur en de beeldkwaliteit.

Als onderdeel van een grootschalig landschap is langs de A1 een hogere bouwhoogte gewenst.

Ditzelfde geldt voor de entrees en de zone langs de doorgetrokken Mercuriusweg. Grotere bouwhoogte leidt op deze plekken tot meer voorname en aanwezige gebouwen. Een bouwhoogte van 20 tot 25 m is om die reden niet alleen toegestaan, maar ook gewenst.

De binnenkant is de zone langs het spoor en is geen presentatiezone. Het terrein wordt aan deze zijde uiteraard netjes ingericht maar de nadruk ligt op doelmatig gebruik.

Hier is een reguliere bouwhoogte van 12 m toegestaan.

Segmentering

De milieuzonering biedt voor Harselaar-Driehoek ruime mogelijkheden voor zwaardere industriële bedrijven. Dit is eigenlijk in tegenspraak met de functie van Harselaar-Driehoek als zichtlocatie. Tevens is Harselaar-Driehoek goed bereikbaar en dus een goede locatie voor transportbedrijven.

In de zone die in het zicht ligt vanaf de A1 zijn representatieve bedrijven gewenst. Hierbij wordt vooral gedacht aan handelsbedrijven en zakelijke dienstverlening. Zwaardere industrie en transportbedrijven kunnen onder beeldkwaliteitvoorwaarden worden toegestaan.

Duurzaam beheer

Voor Harselaar-Zuid en Harselaar-Driehoek wordt parkmanagement toegepast. Als er mogelijkheden zijn worden ook de omliggende bestaande bedrijventerreinen meegenomen. Parkmanagement is het managen en sturen van de inrichting en het beheer van een bedrijventerrein. In de eerste plaats is het een middel om tot een hoogwaardige en duurzame ontwikkeling te komen. In de tweede plaats is het een instrument dat ervoor zorgt dat de kwaliteit van een bedrijventerrein op peil blijft. Doel is om op de langere termijn een hoog kwaliteitsniveau te behouden zowel voor de openbare als de private ruimte. Momenteel wordt in nauwe samenwerking met Oost NV een voorstel uitgewerkt hoe parkmanagement wordt ingevoerd voor de ontwikkeling van Harselaar-Zuid en Harselaar-Driehoek. De daadwerkelijke invulling van het parkmanagement vindt plaats in samenwerking en overleg met de ondernemers die zich willen vestigen op de nieuwe terreinen. Hiervoor wordt zal een klankbordgroep worden samengesteld. De organisatorische vorm is al redelijk uitgekristalliseerd, maar de diensten die verplicht en facultatief worden aangeboden, dienen nog te worden vastgesteld. Er moet gedacht worden aan de thema's afvalmanagement, beveiliging, groenbeheer, bewegwijzering, mobiliteit, datacommunicatie en energie.