Bestemmingsplan Bedrijventerrein Het Broek

Artikel 2.1 Bedrijventerrein

2.1.1. Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart als "Bedrijventerrein" aangewezen gronden zijn, met inachtneming van het bepaalde in artikel 2.6, 2.7en 2.8 bestemd voor:

a. bedrijven die:
1. behoren tot categorie I tot en met III van de als Bijlage 1 bij deze voorschriften opgenomen bedrijvenlijst;
2. behoren tot categorie I tot en met IV van de als Bijlage 1 bij deze voorschriften opgenomen bedrijvenlijst voor zover deze gronden op de plankaart aangeduid zijn met IV;
3. naast het gestelde onder 1. en 2. tevens voor het parkeren op eigen terrein voldoen aan een parkeernorm van minimaal 1 parkeerplaats per 125 m2 brutovloeroppervlak en maximaal 1 parkeerplaats per 125 m2 brutovloeroppervlak op maaiveld

b. productiegebonden detailhandel zoals bedoeld in artikel 1.1 onder 28;
c. wegen, fiets- en wandelpaden, trottoirs en (ondergrondse) parkeervoorzieningen;
d. horeca-A-voorzieningen zoals bedoeld in artikel 1.1 onder 32 met een maximale oppervlakte van 100 m² per voorziening.

alsmede voor zover op de plankaart als zodanig aangeduid voor:

e. bedrijfswoningen zoals bedoeld in artikel 1.1 onder 19;
f. detailhandel zoals bedoeld in artikel 1.1 onder 24;
g. perifere detailhandels vestigingen zoals bedoeld in artikel 1.1 onder 25;
h. de verkoop van motorbrandstoffen, exclusief LPG;

en voorzover aangeduid op de plankaart als overige aanduidingen 1 (oa1) tevens voor:

i. detailhandel in kleine huisdieren zoals bedoeld in artikel 1.1 onder 26, alsmede dierverzorgings- en tuininrichtingsartikelen zoals bedoeld in artikel 1.1 onder 27.

2.1.2. Bouwvoorschriften

• a. Op deze gronden, voorzover binnen de bouwzone gelegen, mogen, met inachtneming van de op de plankaart aangegeven maximumbouwhoogte, en voorzover aangegeven, het bebouwingspercentage, uitsluitend in de gegeven bestemming passende bouwwerken worden gebouwd met dien verstande dat de inhoud van bedrijfswoningen maximaal 500 m³ per woning mag bedragen.
• b. Op de in lid 1 sub a van dit artikel genoemde gronden mag 30% van het bedrijfsvloeroppervlak per bedrijf uit kantoorruimte ten behoeve van het bedrijf bestaan.
• c. Het percentage als bedoeld onder b van dit lid kan worden verhoogd tot 100 indien tenminste 75% van de bedrijfsactiviteiten onoverdekt plaatsvindt en het gebouwde bedrijfsvloeroppervlak niet meer dan 10 % van het perceel beslaat.
• d. voorzover de te realiseren parkeerplaatsen de in het vorige lid aangegeven minimale norm overschrijden mogen deze uitsluitend in een gebouwde voorziening worden gebouwd.
• e. Voorzover de gronden worden gebruikt voor productiegebonden detailhandel is deze uitsluitend toegestaan indien de detailhandel plaats vindt in een van de overige bedrijfsruimte afgescheiden ruimte die niet groter is dan 10% van het bedrijfsvloeroppervlak met een maximum van 100 m2.

2.1.3. Vrijstelling

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 1 voor de vestiging van, dan wel wijziging of aanpassing van een bestaand bedrijf in:

• a. een bedrijf (of een gedeelte daarvan) dat in een hogere categorie van de bedrijvenlijst voorkomt, mits door vestiging van het desbetreffende bedrijf in vergelijking met bedrijven die wel in de aangegeven categorieën voorkomen geen blijvend onevenredige aantasting van het woon- en leefmilieu zal plaatsvinden;
• b. een bedrijf (of een gedeelte daarvan) dat niet in de bedrijvenlijst voorkomt, mits door vestiging van het desbetreffende bedrijf in vergelijking met bedrijven die in de aangegeven categorieën van de bedrijvenlijst voorkomen geen blijvend onevenredige aantasting van het woon- en leefmilieu zal plaatsvinden;
• c. maximaal één facilitypoint / business support center zoals bedoeld in artikel 1.1 lid 30voor het gehele plangebied ten behoeve van bedrijven en de daar werkzame personen, waarbinnen verschillende verzorgende functies gehuisvest zijn waaronder bijvoorbeeld een kinderdagverblijf, een wasserette, een kantine en een bedrijfsfitnessvoorziening, met dien verstande dat:

- de oppervlakte van de voorziening maximaal 2.500 m2 bedraagt;

- de voorziening gesitueerd is aan of in de directe nabijheid van de Dr. C. Lelyweg, Driepoortenweg of de Simon Stevinweg;

- de voorziening gesitueerd is buiten de op de plankaart aangegeven 10-6 risicocontour.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 2.1.1. a 3 indien het betreffende bedrijf kan aantonen dat de activiteiten van het bedrijf een ruimere parkeernorm rechtvaardigen en dit niet leidt tot een toename van de parkeerdruk in de omgeving.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 2.1.2 ten aanzien van de maximum bouwhoogte tot een maximale hoogte van 30 m voor zover dit passend is in het gemeentelijke hoogbouwbeleid, de komst van een Regiohalte daartoe aanleiding geeft en dit vanuit planologisch oogpunt wenselijk is.