direct naar inhoud van 4.10 Cultuurhistorie
Plan: Bestemmingsplan Arnhems Buiten
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.802-0301

4.10 Cultuurhistorie

Cultuurhistorische karakteristieken

Den Brink

Het KEMA terrein is in de periode 1930-1960 ontwikkeld op het oorspronkelijke landgoed Den Brink. De parkaanleg van de buitenplaats is in de jaren dertig van de twintigste eeuw verdwenen. Wel zijn veel elementen uit het oude park, met name bomen en bospartijen, gehandhaafd en in een nieuwe samenhang gebracht in de groenaanleg van het KEMA bedrijfsterrein, zoals die op basis van een nieuw concept in de jaren dertig tot stand is gekomen. Tot ca 1990 is vastgehouden aan het inrichtingsconcept uit de jaren dertig en werden veranderingen steeds binnen dit kader gerealiseerd. Bijzonder is dat de talrijke bedrijfsgebouwen op zodanige manier in het park zijn gesitueerd, dat het complex ondanks de industriële bestemming een parkachtig karakter bleef behouden.

De meest markante gebouwen zijn gerealiseerd in de periode van 1930 tot 1960. Enkele van de na 1940 geplaatste gebouwen zijn eveneens markante voorbeelden van de stijl en relatief gaaf. Diverse gebouwen zijn (voor)beschermd als monument, evenals de gehele parkaanleg.

In het landgoed Den Brink treffen we verder nog een groot aantal kleinere elementen aan die terug verwijzen naar het industrieel verleden van de KEMA. Zij zijn heel verschillend van aard, maar zijn cultuurhistorisch waardevol in context met de functie van de diverse gebouwen. Op verschillende plekken liggen bijvoorbeeld nog rails; er staan nog stootblokken; een oliehuisje (gebouw B13). Diverse andere elementen hebben te maken met het opwekken en doorgeven van elektriciteit.

IJssellinie

Verspreid in het gebied tussen de Klingelbeekseweg en de Rijnoever bevindt zich een groot aantal historisch militaire objecten, die zijn aangelegd als onderdeel van de IJssellinie.

In het plangebied bevinden zich de volgende onderdelen:

  • tankkazemat met koepel
  • tankkazemat
  • LAAC (Light Anti Aircraft Control Center; vrijstaande commandobunker voor de luchtverdediging)
  • Bataljoncommandobunker (betonnen commanobunker voor de infanterie)
  • (verdwenen tankkazemat net ten zuiden van Utrechtseweg)

De bataljoncommandobunker en het LAAC zijn in procedure om aangewezen te worden tot rijksmonument. In de directe omgeving bevinden zich ook diverse andere onderdelen van de linie. Net ten zuiden van het plangebied bevinden zich de caissonhaven en de stuw; wezenlijke onderdelen van de IJssellinie.

Overige cultuurhistorische waarden

De Slijpbeek (ook wel Klingelbeek genoemd) loopt door het plangebied. De Slijpbeek ontspringt op landgoed Mariëndaal (ten noorden van het plangebied). Via een duiker gaat de beek onder het spoor Arnhem-Utrecht door, waarna het in een vijver met waterval belandt. Via De Hes komt de Slijpbeek uit in de Rosandepolder, waarna hij uitmondt in de Nederrijn. De oude molenplaatsen langs de Slijpbeek zijn nog te herkennen aan de watervallen. Langs de beek bevond zich ter hoogte van Hes-oost de Klingelbeekse papiermolen (deze is verdwenen).

De Utrechtseweg en Klingelbeekseweg zijn oude routes. Verder heeft de overgang van de stuwwal naar het landschap van de rivier cultuurhistorische waarde, inclusief de kenmerkende hoogteverschillen en vergezichten. Restanten van de oude landgoederen zijn cultuurhistorisch waardevol.

Ten zuiden van de Klingelbeekseweg bevindt zich het Elektrum. Binnen dit complex bevinden zich nog restanten van de vanaf 1870 ontwikkelde Suikerfabriek (met name oostelijke vleugel van de kernbouw) en de daaruit verder ontwikkelde textielfabriek (bouwperiode 1918-21,o.a. oostvleugel). Het grootste deel van de huidige bouwdelen kwam tussen 1957 en 1962 tot stand.

De volgende objecten in het plangebied hebben een monumentale status:

ADRES   LOCATIE   STATUS   SOORT   BOU WJAA R  
Utrechtseweg 310   B42   Voorbeschermd Rijksmonument      
Utrechtseweg 310   bij B42   Voorbeschermd Rijksmonument   herdenkingsmast    
Utrechtseweg 310   bij B42   Voorbeschermd Rijksmonument      
Utrechtseweg 310   bij B42   Voorbeschermd Rijksmonument      
Utrechtseweg 310   bij B42   Voorbeschermd Rijksmonument      
Utrechtseweg 310   op het terrein van B42   Gemeentelijk monument   montagehallen-
gebouw  
1957  
Utrechtseweg 310   op het terrein van B42   Gemeentelijk monument   kortsluitlaboratorium   1956  
Utrechtseweg 310   B42   Gemeentelijk monument   commandogebouw   1956  
Utrechtseweg 310   op het terrein van B42   Gemeentelijk monument   dienstgebouw   1939  
Utrechtseweg 310   op het terrein van B42   Gemeentelijk monument   bedrijfsrestaurant   1952  
Klingelbeekseweg 65   ten zuiden van   Voorbeschermd Rijksmonument   verdedigingswerken    
Klingelbeekseweg 45   ten zuiden van   Voorbeschermd Rijksmonument   verdedigingswerken    
Amsterdamseweg   bij   Rijksmonument   2 natuurstenen tuinvazen    

Waardering

Den Brink

Het voormalige KEMA-terrein, gerealiseerd op een oud landgoed, is door de landschappelijk ontworpen structuur en de even zorgvuldig vormgegeven bebouwing vanaf de start in de jaren dertig een voor Nederland letterlijk uniek ensemble, dat bovendien een markant monument voor de geschiedenis van de elektrificeren van ons land vormt. Het thans aanwezige bedrijvenpark kan uniek worden genoemd vanwege de transformatie van een oorspronkelijk particulier park in een bedrijfspark met behoud van het grootste gedeelte van de bestaande beplanting en vanwege de parkachtige uitstraling, waaraan de gebouwen ondergeschikt zijn.

Het terrein van Den Brink is van cultuurhistorische waarde als een bijzonder voorbeeld van een bedrijvenpark volgens ideeën uit de jaren dertig van de twintigste eeuw waaraan in de loop der tijd bij uitbreidingen grotendeels is vastgehouden. De oorspronkelijke ideeën en vormgevingsaspecten zijn nog duidelijk herken- en ervaarbaar.

De tuinarchitectonische kwaliteit van de huidige terreininrichting is zeer hoog.

Het terrein kent diverse markante gebouwen; gerealiseerd in de periode van 1930 tot 1960. Diverse gebouwen zijn (voor)beschermd als gemeentelijk- of rijksmonument, evenals het terrein.

Restanten IJssellinie

De restanten van het stuwcomplex bij Arnhem zijn in hun samenhang van hoge militair-historische,

cultuurhistorische en architectuurhistorische waarde:

  • als onderdeel van de IJssellinie die zich uitstrekte van Nijmegen tot aan Kampen;
  • als tastbare herinnering aan de tijd van de Koude Oorlog;
  • als onderdeel van een technisch waterstaatkundig mega-project, dat vanaf 1950 in hoog tempo werd opgebouwd en na 1963 werd afgebroken;
  • als militair complex;
  • vanwege het gebruik van beton en de toepassing van standaardontwerpen.

De afzonderlijke onderdelen zijn van waarde als ten dienste staand aan het gehele systeem en als

specifieke militair objecten uit de tijd van de Koude Oorlog, gebouwd volgens standaardontwerp. Deze

onderdelen dienden voor:

  • het stellen van de inundatie;
  • het voorkomen van te hoge waterstanden;
  • de verdediging van de waterstaatkundige werken tegen aanvallen uit het water, uit de lucht of vanaf
  • land.

Van het stuwcomplex bij Arnhem met bijbehorende werken resteren nog diverse onderdelen, maar er

zijn er ook verwijderd of verdwenen. Waardevol zijn in principe alle nog aanwezige elementen,

aangezien zij samen het verhaal van het stuwcomplex vertellen. Bijzonder waardevol zijn die

elementen die thans nog relatief gaaf en/of goed herkenbaar aanwezig zijn. Dit geldt voor alle hierboven genoemde nog aanwezige elementen in het plangebied.

Elektrum

Het Elektrum is van hoge stedenbouwkundig-historische waarde vanwege het feit dat het het eindresultaat betreft van de ontwikkeling van een bedrijfscomplex dat al 1870 op deze plek is ontstaan op een voorheen onbebouwd terrein behorend bij een historisch molencomplex. De hoogteverschillen spelen eveneens een belangrijke rol in de waardering.

De cultuurhistorische waarde ligt in de lange industriële historie op het terrein, nu nog o.a. herkenbaar aan het exterieur van de kernbouw van het complex. De aanleg van een landelijk elektriciteitsnet en de ontwikkeling van elektrische apparaten heeft in de ontwikkelingsgeschiedenis van de 20ste eeuw een enorm grote rol gespeeld. De KEMA speelde als onafhankelijk test- en keuringsinstituut een cruciale rol. De cultuurhistorische waarde van de onderneming KEMA en haar gebouwenbezit is zeer hoog.

Architectuurhistorische- en bouwhistorische waarde van het Elektrumcomplex ligt met name in de restanten van de vanaf 1870 ontwikkelde Suikerfabriek (oostelijke vleugel kernbouw) en de daaruit verder ontwikkelde textielfabriek (tweelaagse oostvleugel aan de Klingelbeekseweg, vermoedelijk de laagbouw onder zadeldak binnen de kernbouw en de eenlaags delen van R 42 aan de westzijde). Van de delen na 1957 bezit met name de kernbouw uit 1957-60 (met daarbinnen oudere restanten) architectuur- en bouwhistorische waarde vanwege de nog gaaf bewaarde kapconstructies

(stalen vakwerkspanten met lichtstraten) en de behoorlijk gaaf bewaard gebleven oost- (met oudere delen gepleisterd) noord- en westgevels (beide gevels in baksteen met stalen ramen uit 1957-58). Daarbinnen vormen met name de museumruimte en gehoorzaal belangrijke elementen herinnerend aan de Elektrumgeschiedenis. Het gaat hier om naoorlogs industrieel erfgoed, waarbij het traditionalisme (elementen van de Delftse School in de gevelbehandeling en vorm topgevels) gemengd is met meer functioneel opgezette detailleringen (stalen ramen, deuren).

Overige cultuurhistorische elementen en structuren

De Slijpbeek is van hoge cultuurhistorische waarde en nauw verbonden met de (voormalige) landgoederen in het gebied. De zuid-veluwse sprengbeken zijn uniek in Nederland, omdat ze alleen op de Veluwe voorkomen. Het zijn belangrijke dragers van het landschap.

De overgang van het stuwwallenlandschap naar het rivierenlandschap is cultuurhistorisch zeer waardevol.

Conclusie

In het plangebied zijn relevante cultuurhistorische structuren en objecten aanwezig. De cultuurhistorische waardevolle objecten, structuren en gebieden, zoals hierboven beschreven, moeten gehandhaafd worden en middels het bestemmingsplan beschermd. Uitgangspunt is behoud en versterking van het in het gebied aanwezige cultuurhistorisch erfgoed.

Den Brink

De historische waarden van het park moeten behouden en benadrukt worden. Voor de Brink geldt dat het park (het landschap) het beeld bepaalt. Het gaat hierbij om een groene setting met daarin, en ondergeschikt aan het groen, de bebouwing. Voor de Brink dienen de ontwerpprincipes van de aanleg in de jaren dertig als uitgangspunt. De structuur wordt bepaald door het ontsluitingssysteem met daaraan losse bebouwing in het groen. De beleving van het park en de hoogte van de bomen bepalen de maximale hoogte van de bebouwing. Door bureau SB4 is in 2004 een tuinhistorische analyse verricht naar dit deel van het BPA terrein. Hieruit volgen de volgende randvoorwaarden:

  • het oorspronkelijk ontsluitingspatroon moet als kapstok voor de aanleg behouden blijven;
  • de visuele dominantie van de groene elementen in de aanleg is een karakteristieke waarde van het terrein en dient zorgvuldig gekoesterd te worden de bestaande structuur en het parkachtige karakter van de groenaanleg moet worden gehandhaafd;
  • alle gebouwen op het terrein moeten een samenhangende eenheid vormen, die refereert aan het verleden van Den Brink als bedrijfsterrein van de KEMA (zie voor meer uitleg de studie van SB4).

In 2001 is een convenant afgesproken tussen Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Business Park Arnhem, gemeente Arnhem en BGB-Ontwikkeling, waarin afspraken zijn gemaakt ten aanzien van de omgang met de cultuurhistorische waarden.

Een aantal gebouwen verliest gaandeweg haar oorspronkelijke functie. Belangrijk is om een economisch en cultuurhistorisch verantwoorde herbestemming te ontwikkelen.

IJssellinie

De overblijfselen van de IJssellinie moeten zoveel mogelijk gerespecteerd worden. Bij de ontwikkeling van nieuwbouwplannen of een herinrichting van dit gebied moet worden aangegeven op welke wijze zij hierin worden opgenomen. Er wordt vanuit gegaan dat de militaire geschiedenis zoveel mogelijk op locatie zichtbaar en/of beleefbaar wordt gemaakt.

Elektrum

Als belangrijke relicten van de industriële geschiedenis zijn nog markante onderdelen van de voormalige fabriek hoog gewaardeerd (kernbouw met de zadeldaken met lichtstraten). Via continuering van bestaande functies of een herbestemming moet het behoud van de cultuurhistorische waarden gegarandeerd worden.

Overige

De nog aanwezige delen van de Slijpbeek moeten behouden worden en waar mogelijk weer bovengronds gehaald. De overgang van het stuwwallenlandschap naar het rivierenlandschap is cultuurhistorisch zeer waardevol. De landschappelijke waarden en karakteristieke hoogteverschillen en doorzichten moeten behouden blijven. Verder moet rekening worden gehouden met het nabijgelegen rijksmonument buitenplaats Mariëndaal.