Plan: | Bestemmingsplan Statenlaan 2012 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0202.795-0301 |
Historie
De oorsprong van de Latijnse School in Arnhem voert terug naar de 13de eeuw. Het daaruit voortvloeiende Stedelijk Gymnasium had als voorlaatste vestiging sinds 1879 een nieuw gebouw aan de Bovenbeekstraat. In 1941 nam het Stedelijk Gymnasium zijn intrek in het nieuwe gebouw aan de Statenlaan. De school is daar tot nu de enige gebruiker geweest. Het gebouw heeft een aanzienlijke cultuurhistorische waarde en is onlosmakelijk verbonden met de ontwikkeling van het openbaar onderwijs in Arnhem.
Het gebouw, naar het ontwerp van architect J. van Biesen, heeft monumentale/cultuurhistorische waarde als bijzonder schoolcomplex en is van grote betekenis voor de stad Arnhem. De school vormt samen met de conciërgewoning een karakteristiek ensemble. Vanwege de markante situering is dit ensemble bovendien van betekenis voor het aanzien van het zuidelijk deel van het Boulevardkwartier dat tijdens het interbellum is aangelegd. De school maakt een breed front met situering aan een vijver in de bocht van de Statenlaan in de zichtas van de Van der Spieghelstraat.
Situering
De locatie is opgenomen in de ring van 19e eeuwse bebouwing aan de oostzijde van het centrum. Het schoolgebouw en de conciërgewoning zijn vrij gepositioneerd op het driehoekig perceel van beperkte afmeting.
De Johan de Wittlaan en de Groen van Prinstererstraat vormen aan respectievelijk de zuid- en de oostzijde met de achterkanten van bebouwing de haakse begrenzing van de locatie.
Deze bebouwing bestaat aan de Johan de Wittlaan uit een onderlaag van winkels en bedrijven op de begane grond met daarboven woningen in één laag plus een kapverdieping. De aangrenzende bebouwing aan de Groen van Prinstererstraat omvat eengezinsrijenwoningen in twee bouwlagen plus een kap.
De scheiding tussen schoolterrein en achterzijden van de bebouwing en tuinen wordt gevormd door twee achterpaden. Met name het achterpad van de Johan de Wittlaan heeft geen ruimtelijke kwaliteit. Door de achterzijde van winkels, wildgroei van groen en het ongecontroleerd achterterrein van de school is het een sociaal onveilige plek.
Aan de overzijde van de Statenlaan wordt de locatie begrensd door boven-en benedenwoningen, twee lagen plus kap, in een bochtig verloop.
Het schoolgebouw is geprojecteerd op de overblijvende vrije ruimte tussen de tuinen van de woonbebouwing en de gebogen straatwand van de Statenlaan. Het gymnasium presenteert zich met de voorzijde/de formele zijde naar de Statenlaan met een van oorsprong ontworpen tuininrichting. Posities van bomen, de vijver, laag muurtje met hek, structuren van de oorspronkelijke aanleg zijn nog aanwezig.
Onder druk van een uitdijend schoolprogramma is de locatie in de loop der tijd uitgebreid met extra lokalen aan de achterzijde van het hoofdgebouw. Hierdoor is nu nog meer sprake van een monumentale voorzijde en een zwakke rommelige achterzijde. Door de toegenomen intensivering op de locatie is de 'landschappelijke' samenhang aanmerkelijk verzwakt. Dit wordt gekenmerkt door o.a. de verstening van het voorterrein met fietsenstalling, de verrommeling van het achtergebied etc. Het schoolgebouw en de conciërgewoning zijn in 2000 opgenomen in het register van rijksmonumenten (zowel het interieur als het exterieur) en zijn derhalve wettelijk beschermd. In paragraaf 4.2.8 is de cultuurhistorie uitgebreid omschreven.
Het monumentale pand ligt in een groene setting van oude en waardevolle bomen, vijvers en een groene formele speelruimte. Aan de achterkant lig een zone met bomen en struiken, als afscherming met de woningen daarachter.
Op de plankaart zijn de waardevolle bomen ingetekend, bomen die voldoen aan bepaalde criteria en als zodanig staan vermeld op de Waardevollebomenlijst (2012). De overige te behouden kwaliteiten op de locatie, zoals de houtwal en de notenboom, staan niet expliciet op de plankaart vermeld. Deze kwaliteiten zijn gevat in de bestemming 'groen' (waar beperkte bouwmogelijkheden bestaan). Bij ontwikkelingen dient met alle behoudenswaardige groenkwaliteiten rekening gehouden te worden.
In de bomen en struiken broeden diverse vogels en zelfs de eekhoorn vindt hier een leefgebied. Het groen en de vijver biedt foerageergebied voor de gewone dwergvleermuis. Mogelijk verblijft deze soort en de laatvlieger in de gebouwen. En in de vijver bij het woonhuis leven amfibieën. In paragraaf 4.2.5 wordt hierbij verder stilgestaan.