direct naar inhoud van 5.2 Verantwoording van de regels
Plan: Bestemmingsplan Woonwagenstandplaats Immerlooplein
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.792-0301

5.2 Verantwoording van de regels

Kenmerk van de Nederlandse ruimtelijke ordeningsregelgeving is dat er uitgegaan wordt van toelatingsplanologie. Een bestemmingsplan geeft aan welke functies waar zijn toegestaan en welke bebouwing opgericht mag worden. Bij het opstellen van dit bestemmingsplan zijn keuzes gemaakt over welke functies waar mogelijk worden gemaakt en is gekeken welke bebouwing stedenbouwkundig toegestaan kan worden. De bestaande situatie is hierbij het uitgangspunt.

Het is noodzakelijk dat het bestemmingsplan een compleet inzicht biedt in de bouw- en gebruiksmogelijkheden binnen het betreffende plangebied. Het bestemmingsplan is het juridische toetsingskader dat bindend is voor de burger en overheid en geeft aan wat de gewenste planologische situatie voor het plangebied is. Deze situatie kan gaandeweg de planperiode wijzigen, bijvoorbeeld door veranderd stedenbouwkundig inzicht, functiewijziging veranderingen in gebruik. Ook ruimtelijke ontwikkelingen en vernieuwing van o.a. ruimtelijk, economisch, verkeerskundig en milieubeleid dragen bij aan de veroudering van geldende bestemmingsplannen.

Om recht te doen aan een goede ruimtelijke ordening binnen het plangebied wordt daarom aangegeven in welke situaties de bestemming wordt gekozen gelijk aan de oude bestemming (na strijdige situatie te hebben gewraakt) en in welke situaties een nieuwe bestemming wordt gegeven (positief bestemmen), waarmee de strijdige situatie wordt gelegaliseerd. Daarnaast wordt, indien van toepassing, aangegeven wanneer een strijdige situatie onder het overgangsrecht wordt gebracht.

In deze paragraaf worden de keuzes die zijn gemaakt nader onderbouwd. Hierbij zullen de bestemmingen in dezelfde volgorde als in de regels worden behandeld.

5.2.1 Afzonderlijke bestemmingen

In de volgende subparagrafen worden de afzonderlijke bestemmingen die voorkomen in het bestemmingsplan besproken.

Per bestemming wordt ingegaan op:

  • welke gronden zijn zo bestemd;
  • wat houdt de bestemming in;
  • eventuele aanduidingen of andere bijzonderheden;
  • vergelijking vigerend bestemmingsplan zowel qua functie als qua bebouwing.
5.2.2 Groen

In het plangebied is een strook groen aanwezig en dat is bestemd als 'Groen' (lArtikel 3). In het Groenplan (hoofdstuk 3.6.5 van de toelichting) is voor de groenvoorzieningen een onderscheid gemaakt tussen structureel groen en snippergroen. De groenstroken die structuurbepalend zijn op wijkniveau, zijn bestemd als "Groen". Binnen deze bestemming is het toegestaan om groen in de breedste zin (grasvelden, struiken, speelvelden) aan te leggen en in stand te houden. Daarnaast zijn de belangrijkste waterlopen en waterpartijen opgenomen in deze bestemming. Het aanleggen van voetpaden, fietspaden en voorzieningen voor bestemmingsverkeer zijn eveneens toegestaan. Wegen voor doorgaand autoverkeer en parkeren zijn niet toegestaan. Bij snippergroen wordt afhankelijk van de locatie gekozen voor de groenbestemming of de bestemming Verkeer-verblijfsgebied. Dit hangt af van de grootte van de groenzone en de ligging.

Bebouwing binnen de groenbestemming is uitsluitend toegestaan indien dit binnen de bestemming past zoals speeltoestellen en verlichting met een maximumbouwhoogte van 4 meter.

5.2.3 Verkeer - verblijfsgebied

De bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' geldt voor woonerven, woonstraten, parkeerplaatsen, voet- en fietspaden, speelplaatsen en buurtgroen. Dit zijn dus voornamelijk wijken (30 km/uur zones) waar de verblijfsfunctie belangrijker is dan de verkeersfunctie. De inrichting van de wegen is hierop afgestemd.

5.2.4 Wonen - Woonwagenstandplaats

Functie

Alle woonwagens in het plangebied zijn bestemd als wonen-woonwagenstandplaats' (artikel 5 ).

Binnen de bestemming 'Wonen-Woonwagenstandplaats' zijn in principe beroepsmatige activiteiten toegestaan. Om hinder voor de directe omgeving te voorkomen is hieraan wel een aantal voorwaarden verbonden. In de eerste plaats mag slechts een gedeelte van de woning, inclusief de bijgebouwen (maximaal 1/3 van de totale vloeroppervlakte van de woning) worden gebruikt als praktijkruimte door de bewoner. Is er meer dan 1/3 van de woning in gebruik voor het uitoefenen van een beroep, dan is er geen sprake meer van een 'beroep aan huis' en derhalve strijd met het bestemmingsplan. Voorts mag door dit gebruik geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat (bijvoorbeeld beperkte reclamemogelijkheden) noch een onevenredige parkeerdruk ontstaan. Tot slot zijn er vormen van beroepsuitoefening expliciet uitgezonderd, omdat ze te veel overlast voor de omgeving veroorzaken (detailhandel, prostitutie, horeca-activiteiten en beroepen die milieuoverlast veroorzaken).

Bebouwingsmogelijkheden

Binnen deze bestemming is een bouwzone en een zone bijgebouwen opgenomen. Hiervoor geldt dat de hoofdbebouwing (de woonwagen) alleen binnen de bouwzone mag worden geplaatst. In de zone bijgebouwen is het mogelijk om bij elke woonwagen één bijgebouw te bouwen dat (in tegenstelling tot de woonwagen) wel aan de grond verankerd is. De maximale bouwhoogte voor de woonwagens is op de plankaart aangegeven; 3,5 meter. Bijgebouwen mogen een maximale hoogte van 3 meter hebben.

Er zijn plannen om voor alle woonwagenstandplaatsen te komen tot een nieuwe regeling voor de bouwhoogte.

Een aantal jaar geleden is als gevolg van inventarisatie geconstateerd dat in Arnhem woonwagens geplaatst zijn, die hoger zijn dan het bestemmingsplan ter plaatse toeliet. De behoefte aan hogere woonwagens werd onderkend en daarom is er besloten voor 12 van de 15 woonwagenstandplaatsen (waaronder de woonwagenstandplaats aan het Immerlooplein) die verdeeld over de gemeente Arnhem zijn gelegen een nieuw bestemmingsplan op te stellen. Het doel van dat bestemmingsplan is een oplossing te bieden voor het feit dat een aantal woonwagens zonder of in afwijking van een bouwvergunning is vergroot (verhoging van de bouwhoogte) en tegemoet te komen aan de wens van woonwagenbewoners om hoger te kunnen bouwen. Op dit moment wordt aan dat bestemmingsplan voor de woonwagenstandplaatsen gewerkt. In afwachting van dat plan is de bovengenoemde woonwagenstandplaats in dit bestemmingsplan conserverend bestemd. Dit betekent dat de bestaande functies en bebouwing(smogelijkheden) zijn opgenomen in dit bestemmingsplan. Een en ander heeft tot gevolg dat de op dit moment bestaande woonwagens die hoger zijn dan de in het vigerende bestemmingsplan toegelaten bouwhoogte (overgenomen in het nieuwe bestemmingsplan), nu onder het overgangsrecht komen te vallen. Die woonwagens mogen als gevolg van calamiteit wel worden herbouwd. Nieuwe woonwagens moeten echter voldoen aan de maximale hoogte. Binnen de planperiode zal echter het overkoepelende bestemmingsplan voor de woonwagens worden opgesteld en daarmee zal de verruiming naar verwachting alsnog tot stand komen en een passende juridisch kader bieden voor de woonwagens.

5.2.5 Dubbelbestemming: archeologische waarde (middelhoge verwachting)

De SVBP 2008 geeft ook de mogelijkheid dubbelbestemmingen op te nemen. Dubbelbestemmingen zijn bestemmingen die liggen over meerdere enkelbestemmingen en daar iets over zeggen. In dit bestemmingsplan is één dubbelbestemming opgenomen:Waarde - Archeologie (middelhoge verwachting) (artikel 6).

Als gevolg van de aanwezigheid van een middelhoge verwachting op archeologische waarden, is het gehele plangebied voorzien van de dubbelbestemming die in de regels is opgenomen. Als gevolg van deze waarde is het uitvoeren van bepaalde werken, geen bouwwerk zijnde, of van bepaalde werkzaamheden een omgevingsvergunning benodigd.