Artikel 11 Algemene afwijkingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van:
-
1. de in deze regels opgenomen bebouwingsregels, voor zover betreffende de maximum bouwhoogte, het maximumoppervlak en de maximuminhoud, mits de afwijking niet meer bedraagt dan 10% van de in de regels vastgelegde maten;
-
2. de verplichting tot het bouwen binnen het bouwvlak, zoals bedoeld in lid 8.1 mits de overschrijding van het bouwvlak niet meer bedraagt dan twee meter, de bestemmingsgrens niet wordt overschreden en het de bouw betreft van erkers, luifels, balkons, keldergaten (koekoeken) of galerijen.
-
3. de bestemmingsbepalingen voor het oprichten van:
-
a. kunstobjecten en niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut, zoals transformatorstations, rioolgemalen, schakelhuisjes, telefooncellen voorzover met een inhoud groter dan 3 m3, en haltes van vervoersdiensten, alle met een inhoud van maximaal 75 m3;
-
b. sirenemasten met een hoogte van maximaal 18 meter;
-
c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van (tele)communicatie:
-
1. voorzover vrijstaand, met een hoogte van maximaal 20 meter;
-
2. voorzover op of aan een ander bouwwerk te plaatsen, met een hoogte van maximaal 8 meter boven de aangegeven maximumbouwhoogte;
-
3. geluidwerende voorzieningen voor zover deze noodzakelijk zijn ingevolge de bepalingen van de Wet geluidhinder.
-
4. de in deze regels opgenomen bepalingen omtrent de maximum bouwhoogte voor het oprichten van hekwerken ten behoeve van het gebruik van platte daken als dakterras tot een maximum van 1 meter boven de maximaal toegestane bouwhoogte mits:
-
a. dit passend is in het bebouwingsbeeld van de omringende bebouwing en
-
b. de belangen van omwonenden met betrekking tot privacy, uitzicht en bezonning niet onevenredig worden geschaad.
-
5. het bepaalde in artikel 9 voor de vestiging van maximaal één seksinrichting per wijk onder voorwaarde dat:
-
a. het geen raamprostitutie betreft;
-
b. de aanvraag past binnen de ruimtelijk relevante aspecten van het vestigingsbeleid prostitutie;
-
c. het aantal seksinrichtingen, niet zijnde raamprostitutiebedrijven, op het grondgebied van de gemeente Arnhem na het afwijken van de regels niet meer dan acht zal bedragen;
-
d. er in de wijk nog geen seksinrichting is;
-
e. de seksinrichting niet in een appartementengebouw wordt gevestigd;
-
f. het woon- en leefklimaat niet onevenredig wordt aangetast;
-
g. er geen onevenredige vergroting van de parkeerdruk ontstaat;
-
h. de afstand tot de dichtstbijzijnde seksinrichting hemelsbreed tenminste 250 meter bedraagt;
-
i. de inrichting niet meer dan acht werkplekken bevat.