direct naar inhoud van 6.3 Verantwoording van de regels
Plan: Bestemmingsplan MFC Klarendal
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.755-0301

6.3 Verantwoording van de regels

Kenmerk van de Nederlandse ruimtelijke ordeningsregelgeving is dat er uitgegaan wordt van toelatingsplanologie. Een bestemmingsplan geeft aan welke functies waar zijn toegestaan en welke bebouwing opgericht mag worden. Bij het opstellen van dit bestemmingsplan zijn keuzes gemaakt over welke functies waar mogelijk worden gemaakt en is gekeken welke bebouwing stedenbouwkundig toegestaan kan worden. De bestaande situatie is hierbij het uitgangspunt.

Het is noodzakelijk dat het bestemmingsplan een compleet inzicht biedt in de bouw- en gebruiksmogelijkheden binnen het betreffende plangebied. Het bestemmingsplan is het juridische toetsingskader dat bindend is voor de burger en overheid en geeft aan wat de gewenste planologische situatie voor het plangebied is. Deze situatie kan gaandeweg de planperiode wijzigen, bijvoorbeeld door veranderd stedenbouwkundig inzicht, functiewijziging veranderingen in gebruik. Ook ruimtelijke ontwikkelingen en vernieuwing van o.a. ruimtelijk, economisch, verkeerskundig en milieubeleid dragen bij aan de veroudering van geldende bestemmingsplannen.

Om recht te doen aan een goede ruimtelijke ordening binnen het plangebied wordt daarom aangegeven in welke situaties de bestemming wordt gekozen gelijk aan de oude bestemming (na strijdige situatie te hebben gewraakt) en in welke situaties een nieuwe bestemming wordt gegeven (positief bestemmen), waarmee de strijdige situatie wordt gelegaliseerd. Daarnaast wordt, indien van toepassing, aangegeven wanneer een strijdige situatie onder het overgangsrecht wordt gebracht.

In deze paragraaf worden de keuzes die zijn gemaakt nader onderbouwd. Hierbij zullen de bestemmingen in dezelfde volgorde als in de regels worden behandeld.

6.3.1 Algemeen

1. Parkeernormen

Sinds de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening kunnen parkeernormen niet meer worden opgenomen in de bouwverordening. Dit betekent dat de gemeente bij nieuwbouwplannen niet meer een aantal parkeerplaatsen kan eisen. Indien bij de bouw van nieuwe woningen, kantoren of andere functies onvoldoende parkeerplaatsen worden aangelegd, kan dit negatieve gevolgen hebben voor de omgeving. Om bij nieuw- en verbouw toch de mogelijkheid te hebben de aanvrager te verplichten een minimaal aantal parkeerplaatsen aan te laten leggen, kan hiervoor een parkeernorm worden opgenomen in de regels van het bestemmingsplan.

De parkeernormen zijn opgenomen in bijlage 1 van de regels. De normen komen voort uit de Parkeernota Arnhem 2003- 2010 die is gebaseerd op richtlijnen uit de CROW-publicatie 182: Parkeercijfers - basis voor parkeernormeringen. In de parkeernorm is voor de verschillende functies aangegeven hoeveel parkeerplaatsen er moeten worden aangelegd op eigen terrein en hoeveel plaatsen er bereikbaar moeten zijn voor de bezoekers. Per functie wordt verwezen naar de bestemmingen die in dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt.

2. Bepalen bouwvlak voor de ontwikkeling van het nieuwe MFC:

Op basis van stedenbouwkundig vooronderzoek zijn twee kansrijke opties voor de situering van de nieuwbouw benoemd.

Deze twee opties (situering nieuwbouw langs de zijde Verlengde Hoflaan met een wijkplein aan de Klarendalseweg, en situering van de nieuwbouw aan de Klarendalseweg met een wijkplein aan de Verlengde Hoflaan) zijn als mogelijkheden in de Nota van Randvoorwaarden voor de ontwikkeling van het MFC mogelijk gemaakt.

Op het moment van opstellen van dit bestemmingsplan was het duidelijk, dat gekozen wordt voor een situering van de nieuwbouw langs de Verlengde Hoflaan. De precieze plaats is echter nog niet vastgelegd. Daarom is vanwege de wenselijkheid van enige planflexibiliteit gekozen voor een ruim bouwvlak conform de kaders van de Nota van Randvoorwaarden, en een bebouwingspercentage waarmee de nieuwbouw kan worden gerealiseerd zonder daarna nog substantieel juridisch bouwoppervlak te laten resteren.

Aan de randen van het bouwvlak met de bomenzone bevindt zich nog een onbebouwbare vlak met de bestemming "Gemengd" ten behoeve van buitengebruiksfuncties vanuit het MFC-gebouw.

3. Bepalen bouwvlakken voor bestaande bebouwingen.

In tegenstelling tot het nieuwe MFCzijn de bouwvlakken van de bestaande bebouwingen wel strak getrokken om daarmee uit/aanbouw aan deze monumenten in principe te voorkomen.

6.3.2 Afzonderlijke bestemmingen

In de volgende subparagrafen worden de afzonderlijke bestemmingen die voorkomen in het bestemmingsplan besproken. Per bestemming wordt op het volgende ingegaan:

  • welke gronden zijn zo bestemd;
  • wat houdt de bestemming in;
  • eventuele aanduidingen of andere bijzonderheden;
  • vergelijking vigerend bestemmingsplan zowel qua functie als qua bebouwing.
6.3.3 Groen

In het plangebied is langs de randen groen aanwezig dat is bestemd als 'Groen'.

In het Groenplan (zie paragraaf 3.5.5) is voor de groenvoorzieningen een onderscheid gemaakt tussen structureel groen en snippergroen. De groenstroken die structuurbepalend zijn op wijkniveau, zijn bestemd als "Groen". Binnen deze bestemming is het toegestaan om groen in de breedste zin (grasvelden, struiken, speelvelden) aan te leggen en in stand te houden. Daarnaast zijn de belangrijkste waterlopen en waterpartijen opgenomen in deze bestemming. Het aanleggen van voetpaden, fietspaden en voorzieningen voor bestemmingsverkeer zijn eveneens toegestaan. Wegen voor doorgaand autoverkeer en parkeren is niet toegestaan. Bij snippergroen wordt afhankelijk van de locatie gekozen voor de groenbestemming of de bestemming Verkeer-verblijfsgebied. Dit hangt af van de grootte van de groenzone en de ligging.

Bebouwing binnen de groenbestemming is uitsluitend toegestaan indien dit binnen de bestemming past zoals speeltoestellen en verlichting met een maximumbouwhoogte van 4 meter.

In het plangebied is het groen langs de Klarendalseweg, langs de Verlengde Hoflaan en in het noorden langs de Garnizoenstraat bestemd als "Groen".

Vergelijking met het vigerend bestemmingsplan

De grond is in het vigerende bestemmingsplan eveneens bestemd als groen. Deze bestemming wordt hiermee dus niet veranderd.

6.3.4 Gemengd

Deze bestemming is een verzamelbestemming van de bestemming "Maatschappelijk" (zie hieronder) en "Sport". Naast de functies die onder de bestemming "Maatschappelijk" kunnen worden ondergebracht kunnen de multifunctionele sportruimtes van het MFC Klarendal worden ondergebracht binnen de bestemming "Sport".

Vergelijking met het vigerend bestemmingsplan

De grond is in het vigerende bestemmingsplan bestemd als "Maatschappelijk" en het zuidoostelijk deel bestemd als "Groen". De groenbestemming wordt hiermee veranderd.

Verder is met de bestemming "Gemengd" is ten opzichte van de bestemming "Maatschappelijk" sprake van een andere aanduiding in verband met de combinatie maatschappelijk en sport. Hiermee wordt ten opzichte van deze vorige bestemming een nieuw onderscheid gemaakt. Maar omdat ook binnen de oude omschrijving van de bestemming Maatschappelijk sportfuncties mogelijk waren wordt in feite deze bestemming niet veranderd.

6.3.5 Maatschappelijk

Onder deze bestemmingen zijn de diverse functies van het MFC Klarendal onder te brengen. Zo zijn de diverse onderwijsvoorzieningen, de buitenschoolse opvang en het wijkcentrum als Maatschappelijk te kwalificeren. Ook de culturele functies zoals het jongerencentrum en de oefenruimtes voor muziek, theater en dans zijn onder deze bestemming te brengen.

Vergelijking met het vigerend bestemmingsplan

De grond is in het vigerende bestemmingsplan eveneens bestemd als "Maatschappelijk".

De bestemming wordt veranderd in de zin dat sportfuncties niet meer worden genoemd en nu alleen binnen de bestemming "Gemengd" mogelijk worden gemaakt.

6.3.6 Verkeer

De bestemming verkeer kent in dit bestemmingsplan één sub-bestemming' te weten Verkeer-Verblijfsgebied.

Deze bestemming geldt voor woonerven, woonstraten, parkeerplaatsen, voet- en fietspaden, speelplaatsen en buurtgroen. Dit zijn dus voornamelijk wijken (30 km/uur zones) waar de verblijfsfunctie belangrijker is dan de verkeersfunctie. De inrichting van de wegen is hierop afgestemd.

Vergelijking met de vigerende bestemmingsplannen

In het geldende bestemmingsplan hebben de gronden eveneens een verkeersbestemming-verblijfsgebied.