Plan: | IJsseloord 1 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0202.752-0301 |
Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak dat ons in Nederland ter beschikking staat.
De Nota Ruimte bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de belangrijkste bijbehorende doelstellingen. De nota bevat, in overeenstemming met het Hoofdlijnenakkoord van het kabinet, de ruimtelijke bijdrage aan een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk land. Het gaat om de inrichtingsvraagstukken die spelen tussen nu en 2020, met een doorkijk naar 2030.
Het ruimtelijk beleid van de provincie is verwoord in het Streekplan Gelderland 2005 “Kansen voor de regio”. Het Streekplan, dat wordt vastgesteld voor een periode van 10 jaar, is een schakel tussen rijks- en gemeentelijke plannen op het gebied van de ruimtelijke ordening.
Hoofddoel van het streekplanbeleid is het scheppen van ruimte voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak. Bij de herziening van de Wro is het streekplan opgewaardeerd tot provinciale structuurvisie. In de "Wro-agenda" is neergelegd met welke (nieuwe) instrumenten het geformuleerde beleid wordt vormgegeven.
Het Regionaal Plan 2005-2020 van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen 'Werken aan een aantrekkelijke en concurrerende stadsregio in Noordwest Europa' is de opvolger van het Regionaal structuurplan 2015 uit 1998. Het regionaal plan vormt het richtinggevend kader voor beleid en uitvoering van het regionaal beleid van de stadsregio op het gebied van ruimte, mobiliteit, economie en wonen.
Structuurplan Arnhem 2010
Het Structuurplan Arnhem 2010 (2000) geeft het kader voor de functionele en ruimtelijke ontwikkeling van de stedelijke ruimte van de Gemeente Arnhem voor de middellange termijn (2010), met een perspectief naar de lange termijn (2030).
Het Structuurplan zet in op de versterking van de kenmerkende kwaliteiten en identiteit van Arnhem, met duurzaamheid als belangrijkste principe.
De nadruk van de gekozen koers ligt meer op kwaliteit dan op kwantiteit, meer op transformatie dan op uitbreiding. Voor deze ontwikkelingsrichting hanteert het Structuurplan zes overkoepelende principes: respect voor de onderlegger; ruimte als kritieke factor; het aanbieden van meerdere vervoersalternatieven in knooppunten; meer differentiatie in het stedelijk gebied; versterking van contrasten; en zonering van milieukwaliteiten.
In het Structuurplan Arnhem 2010 wordt als belangrijkste ontwikkeling langs de Pleij de aanleg van een light rail knooppunt en een transferium langs de Zevenaarsweg met toevoeging van kantoren genoemd.
In 2006 is de Tussenrapportage Structuurplan Arnhem 2010 door de gemeenteraad vastgesteld. In de Tussenrapportage wordt het bestaande Structuurplan op een aantal punten herzien. De Tussenrapportage bevat een herijking van het ruimtelijk beleid. Naast de herijking van het bestaande beleid wordt ook een uitwerking gepresenteerd voor het beleid met betrekking tot hoogbouw. Dit is gedaan aan de hand van 10 principes voor hoogbouw in Arnhem welke zijn vertaald op een kaart van Arnhem.
In de tussenrapportage Structuurplan Arnhem 2010 staat de locatie vermeld als potentiële regiorail-halte. Vanwege de regiorail-halte is in de oostpunt van het terrein Kleefse Waard (buiten dit plangebied) een voorkeurlocatie voor hoogbouw aangegeven. Verder staat als te benutten kans voor het gebied IJsseloord 1 een verdichting van het bestaande woon-werkgebied aangegeven. Echter een vertaling hiervan is in dit bestemmingsplan gelet op het overwegend conserverend karakter van dit plan nog niet aan de orde.
Bij de invoering van de Wro (2008) is het structuurplan opgewaardeerd tot structuurvisie. Een nieuwe structuurvisie is in voorbereiding.
Ontwikkelingsvisie (neergelegd in een masterplan en uitvoeringsplan voor IJsseloord 1).
De ondernemers, Stichting OKA Services, ontwikkelingsmaatschappij Oost NV en de gemeente hebben eind 2008 de handen ineen geslagen om een traject te starten om de economische veroudering van IJsseloord 1 een halt toe te roepen. Op grond van fase 1 (inventarisatie van knelpunten en kansen) is medio 2009 gestart met fase 2, het opstellen van een masterplan en uitvoeringsplan voor IJsseloord 1.
In mei 2010 is een eerste versie van het masterplan vastgesteld door de stuurgroep (zie bijlage 1toelichting). In de periode vanaf mei 2010 heeft de gemeente uitgezocht op welke manier er ruimtelijk-juridisch (met het bestemmingsplan) kan worden geanticipeerd op de uitvoering van de visie. Daarnaast is een eerste peiling gedaan van het bestuurlijk draagvlak voor de uitvoering van (delen van) de visie én zijn de opties voor de spoorzijde verder verkend. In de periode november-december 2010 is de visie – met het oog op marktkansen en -initiatieven – realistischer (her)geformuleerd voor wat betreft de zone 'zichtlocaties aan de Pleijroute'. Daarna is het masterplan opnieuw vastgesteld door de stuurgroep.
Zoals in paragraaf 1.2 aangegeven is met het oog op een tijdige actualisatie van het bestemmingsplan besloten, via opname van wijzigingsbevoegdheden en het bepalen van de beoogde zichtlocatie in het bestemmingsplan, met de visie rekening te houden.
Afbeelding 3.1 Zoneringskaart IJsseloord 1 (Bron: Masterplan en uitvoeringsplan voor IJsseloord 1)