vastgesteld |
NL.IMRO.0200.ov1006-vas1 |
Het Weteringse Broek is één van de grote groengebieden uit de Groene Mal en draagt bij aan de samenhangende groenstructuur voor de stad en de directe omgeving. De beoogde ontwikkeling van natuurwaarden op de locaties draagt bij aan de doelstellingen van de betrokken overheden.
Voorafgaand aan en tijdens de planvorming voor de locaties, heeft een 'basis natuurtoets' plaatsgevonden door een ecoloog van de gemeente. Een dergelijke toets is een onderzoek naar (beschermde) groene waarden en geeft aan of er mogelijk wettelijke consequenties (Flora- en faunawet) voortvloeien uit de aangetroffen groene waarden of soorten. Ook het Waterschap Veluwe heeft ecologische veldgegevens verstrekt welke in deze rapportage gebruikt zijn.
Tijdens de uitvoering van de voorgenomen maatregelen zal rekening gehouden worden met de kwetsbare milieus, kwetsbare seizoenen en de jaarritmiek van de aangetroffen soorten.
Naast het bepalen van het wettelijk kader zijn de veldgegevens eveneens gebruikt om de potentiële natuurwaarden en gewenste natuurontwikkeling vast te kunnen stellen.
Locatie 1
Locatie 1 bestaat uit weilanden van het type Engels raaigrasland, met in het nattere noordelijk gelegen weiland pinksterbloem, grote vossenstaart en liesgras. De oevers van de Nieuwe Wetering zijn botanisch soortenarm en bijzondere of opvallende soorten ontbreken. Bastaardkikker en kleine watersalamander zijn aangetroffen in en nabij de Nieuwe Wetering en sloten/greppels. Op een aantal weidepaaltjes zijn uitwerpselen van steenuil gevonden en in de nabije omgeving komt kerkuil voor. Aannemelijk is dat beide soorten van de Rode Lijst in het terrein foerageren. Haas komt, evenals in de andere terreinen van het Weteringse Broek, ook voor in locatie 1.
Bekende vissoorten in de Nieuwe Wetering zijn grote modderkruiper, kleine modderkruiper, riviergrondel en snoek.
De Nieuwe Wetering (KRW-lichaam) wordt plaatselijk verbreed door aan de westzijde een flauwe oever van circa 5 meter breed aan te leggen. De strook van structuurrijke oever-, moeras- en verlandingsvegetatie voorziet in een optimaal biotoop of deelbiotoop voor bijvoorbeeld de grote modderkruiper, amfibieën, vleermuizen, libellen en waterjuffers.
Op een aantal plaatsen worden in het perceel zijsloten met aan weerszijden flauwe taluds gegraven ten gunste van de ontwikkeling van soortenrijke kwelvegetaties, vissen en amfibieën. De bestaande sloot/greppel in het perceel blijft behouden vanwege de soortenrijke vegetatie. Langs de zuidrand van het perceel wordt één rij opgaande zwarte elzen geplant, met daaronder ruimte voor een (spontaan te vestigen) struiklaag en een gevarieerde ruigtekruidenvegetatie (zoom-mantelvegetatie). De nieuwe verbindende lijnvormige structuren in het landschap bieden nieuwe foerageermogelijkheden en biotoopverbetering voor onder andere kerkuil, steenuil of vleermuizen.
Locatie 2
De meeste weilanden in locatie 2 zijn in intensief agrarisch beheer, met name het weiland langs het Verbindingskanaal en het perceel aan de Kraaienjagersweg. Deze weilanden worden gedomineerd door Engels raaigras, kweekgras, grote vossenstaart, gewone berenklauw, fluitenkruid, paardenbloem en witte klaver.
De weilandjes in het noordoosten van locatie 2 zijn minder bemest, hier groeit veel pinksterbloem. In deze percelen is een hoge natuurpotentie aanwezig, mede door het aanwezige reliëf. Op één plek, te herkennen aan een zakgreppel, is een kwellens aanwezig. Hier groeit onder andere veel pinksterbloem, holpijp, gewone waterbies, moeraswalstro, echte koekoeksbloem en geknikte vossenstaart. In het slootje langs het 'pad' groeit veel grote egelskop, scherpe zegge, echte valeriaan, gewone engelwortel en moerasspirea.
In een populier in een aangrenzend perceel heeft in 2010 en 2011 een buizerd gebroed. Torenvalk, sperwer, steenuil en kerkuil gebruiken dit deel van het Weteringse Broek als foerageergebied.
De 5,7 hectare natuurontwikkeling in locatie 2 zal bestaan uit een mozaïek van bosjes met een randbeplanting, greppels, bloemrijk grasland en een poel. De afwisseling van water, bos en grasland met singels draagt bij aan een gevarieerd en kleinschalig landschap. De beplanting van de bossen bestaat uit inheemse soorten met aan de randen bes- en notendragende struiken als hazelaar, Gelderse roos, vogelkers en wilde kardinaalsmuts ten gunste van de foerageerfunctie van onder andere vogels. In de aangeplante singel staat een forse oude sleepruim. Deze blijft behouden.
Door het verflauwen van de oevers van de greppels ontstaan ontwikkelingsmogelijkheden voor kwel- en oevervegetaties. De flauwe taluds van greppels en de poel zijn bovendien waardevol voor amfibieën, libellen en waterjuffers en indirect voor vogelsoorten, waaronder steenuil, kerkuil, buizerd, torenvalk en sperwer. Vleermuizen profiteren mee.
Locatie 3
Locatie 3 is in intensief agrarisch gebruik, de afgelopen jaren is hier maïs geteeld. De randen en de wegbermen van de Terwoldseweg, de Drostendijk en Kraaienjagersweg zijn botanisch zeer uniform, met stikstofminnende algemene soorten als Engels raaigras, ridderzuring, grote vossenstaart, gewone berenklauw en paardenbloem.
Locatie 3 zal fungeren als recreatieve rust-, ontspannings- en ontmoetingsplek met een aantal picknicktafels, informatieborden en eenvoudige fietsenrekken. Voor kinderen zijn er klauterbuizen en -boomstammen en hutten van wilgentenen. Bloemenweiden, een hoogstamboomgaard en knotwilgen flankeren het pad. Het terrein wordt aan alle zijden begrensd door een sloot met op de flauwe taluds een rijk ontwikkelde oever- en moerasvegetatie. Ten opzichte van maïsland vormt het een verbetering van de natuur- en landschapskwaliteit.
Amfibieen, kleine knaagdieren, insekten en insekteneters als vleermuizen, zangvogels profiteren van dit landschapstype. Steenuil en andere holenbroeders zullen op termijn een natuurlijke broedplaats kunnen vinden in de knotwilgen en de fruitbomen.
De uitgevoerde natuurscans zijn als bijlage toegevoegd.
Conclusie uit het bovenstaande is dat het plan niet in strijd is met Flora en Faunawet of Natuurbeschermingswet en er geen noodzaak is tot ontheffing danwel vergunning volgens deze wetgeving.