Plan: | Hoogspanning Zuid |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1258-vas1 |
behorende bij het bestemmingsplan Hoogspanning Zuid
Na jarenlange voorbereiding om voldoende budget bij elkaar te brengen en het juiste tracé te bepalen zijn in 2014 en 2015 in Zuid ondergrondse hoogspanningskabels aangelegd en zijn de bovengrondse lijnen en masten verwijderd. Dit is gebeurd tussen het 150 kV-onderstation aan de Talingweg en het gebied ten zuiden van de Zwaansprengweg. De laatste stap in dit proces is om het bestemmingsplan in overeenstemming te brengen met de feitelijke situatie.
In dit bestemmingsplan worden de bestemmingen voor de bovengrondse hoogspanningslijnen wegbestemd en een beschermende regeling voor de ondergrondse kabels toegevoegd.
Het plangebied begint in het noorden bij het kruispunt Oude Beekbergerweg - Snipweg, omvat daar een klein deel van het Vogelkwartier, en bestrijkt dan een deel van het Zuiderpark inclusief de Albardastraat en stukjes van de Marchantstraat en de Maasstraat. Bij de Rijnstraat is het plangebied in twee delen gesplitst. Het westelijke deel gaat via de vijver tussen Schiestraat en Oude Beekbergerweg naar het zuiden en eindigt net zuidelijk van het perceel Oude Apeldoornseweg 58. Het oostelijke deel loopt via de groenstrook ten oosten van de Schiestraat en splitst bij de Zwaanspreng weer in twee delen. Het oostelijke deel gaat in zuidoostelijke richting naar de Kayersdijk en eindigt bij het perceel Nagelpoelweg 2; een groot deel van het sportterrein maakt onderdeel uit van het plangebied. De westelijke tak van deze strook loopt na de splitsing bij de Zwaanspreng in zuid-zuidoostelijke richting naar de Laan van Malkenschoten, via de vijver bij de Antillen naar de Kayersdijk en komt daar samen met de andere tak. De westelijke en de oostelijke strook zijn met elkaar verbonden door een smal strookje.
![]() |
Afbeelding: plangebied |
Het deel van de ondergrondse hoogspanningskabels tussen het 150 kV-station aan de Talingweg en de noordelijke grens van het onderhavige plangebied bij de Oude Beekbergerweg - Snipweg heeft in het recent vastgestelde bestemmingsplan "Spreeuwenweg en omgeving" al de juiste bestemming gekregen. Daarom maakt dat deel van het ondergrondse hoogspanningstracé geen onderdeel uit van dit bestemmingsplan.
Het onderhavige bestemmingsplan vervangt delen van de bestemmingsplannen Stadsdeel Zuid-Midden, Malkenschoten-Kayersmolen en Zuiderpark en omgeving.
![]() |
|
Afbeelding: plangebied met daarop gemarkeerd: | |
![]() |
delen van bestemmingsplan Stadsdeel Zuid-Midden die door dit bestemmingsplan worden vervangen |
![]() |
delen van bestemmingsplan Zuiderpark en omgeving die door dit bestemmingsplan worden vervangen |
![]() |
delen van bestemmingsplan Malkenschoten-Kayersmolen die door dit bestemmingsplan worden vervangen |
In hoofdstuk 2 wordt een overzicht gegeven van de hoogspanningsleidingen in Zuid: het ontstaan van de bovengrondse hoogspanningslijnen (paragraaf 2.1), het proces om de hoogspanningslijnen ondergronds te krijgen (paragraaf 2.2) en een beschrijving van de huidige situatie (paragraaf 2.3). In hoofdstuk 3 zijn korte beschouwing over de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan en het gevoerde overleg opgenomen. Hoofdstuk 4 tot slot bevat de toelichting op de juridische plansystematiek: na een korte inleiding (paragraaf 4.1) een uiteenzetting over doel, systematiek en karakter van het bestemmingsplan (paragraaf 4.2), uitleg over de gebruikte bestemmingen en hoe ze geïnterpreteerd moeten worden (paragraaf 4.3) en over de algemene bepalingen (paragraaf 4.4).
In 1922 bouwde de Provinciale Geldersche Electriciteitsmaatschappij op een terrein aan de oostzijde van de Oude Beekbergerweg een 10 kV-onderstation voor het distribueren en transformeren van electriciteit en het voeden van het electriciteitsnetwerk. Het 10 kV-spanningsnet had vooral bereik binnen de gemeentegrenzen. Omdat de belasting op het net fors toenam en bij de distributie met 10 kV over langere afstanden te veel spanningsverlies werd geleden, werd al snel besloten de spanning op het verdeelnet naar 50 kV te verhogen. In 1924 werd daarvoor op het terrein een 50 kV-openluchtstation aangelegd waar transformatoren de spanning van 50 naar 10 kV transformeerden en in 1932 werd het bedieningsgebouw voor het 50 kV-openluchtstation gebouwd, het 50 kV-onderstation.
Door de ook daarna steeds toenemende belasting van het net werd een hogere spanning vereist. Daarom werd een nieuw koppelnet (een net waarmee verschillende electriciteitscentrales aan elkaar worden gekoppeld zodat bij uitval van één daarvan toch de spanning op het net behouden blijft) aangelegd met een spanning van 150 kV. Als onderdeel van dat nieuwe koppelnet is in 1952 aan de westzijde van de Oude Beekbergerweg een 150 kV-openluchtstation gebouwd. Vanaf dit 150 kV-station werden twee hoogspanningslijnen, de lijn Kattenberg-Apeldoorn en de lijn Apeldoorn-Woudhuis, met de bijbehorende masten aangelegd. Direct ten zuiden van het 150 kV-station liepen beide hoogspanningslijnen boven de bestaande bebouwing van het Vogelkwartier, overwegend bestaande uit woningen. Bij de latere aanleg van het Rivierenkwartier werd het deel van het hoogspanningstracé dat in dat gebied lag, vrijgehouden van bebouwing door daar het Zuiderpark te situeren. De lijn Kattenberg-Apeldoorn liep in een rechte lijn door het Zuiderpark en verder in zuidelijke richting. De lijn Apeldoorn-Woudhuis liep daar in het eerste deel van het park parallel aan, om vlak voor de Rijnstraat in zuid-westelijke richting af te buigen naar de Kayersdijk.
In 1980 werd op het terrein van het 150 kV-openluchtstation aan de Talingweg een nieuw bedieningsgebouw opgericht, het 150 kV-onderstation.
In 2007 heeft het gemeentebestuur de intentie uitgesproken om op termijn alle bovengrondse hoogspanningslijnen in Apeldoorn ondergronds te brengen. Vervolgens is besloten prioriteit te geven aan het ondergronds brengen van de twee 150 kV-hoogspanningslijnen die vanuit het onderstation aan de Talingweg door de wijk Zuid lopen. Belangrijk argument voor deze prioriteit was het complex woningen in het Vogelkwartier waar beide hoogspanningslijnen overheen liepen. Deze woningen verkeerden in zeer slechte staat maar konden pas worden vervangen door nieuwe woningen als er geen hoogspanningslijnen meer boven deze woningen zouden zijn. De enige manier om dat voor elkaar te krijgen was door de hoogspanningslijnen ondergronds te brengen.
De periode 2007-2013 is besteed aan het zoeken naar financiering voor het ondergronds brengen van de hoogspanningslijnen. Door grote inzet van alle betrokkenen was het eind 2013 zover: er was voldoende geld bijeengebracht om het hele tracé van de hoogspanningslijnen door Zuid, vanaf het 150 kV-onderstation aan de Talingweg tot in het gebied ten zuiden van de Zwaanspreng, ondergronds te brengen. In de jaren waarin werd gezocht naar financiering is ook gewerkt aan het ontwerp voor het tracé van de ondergrondse hoogspanningskabels. In 2014 en 2015 zijn de werkzaamheden uitgevoerd: de ondergrondse kabels zijn gelegd en daarna zijn de bovengrondse lijnen en masten verwijderd.
Sinds begin 2015 liggen de hoogspanningskabels ondergronds. Op het terrein van het 150 kV-onderstation gaan de vier hoogspanningskabels (twee voor de lijn Kattenberg-Apeldoorn en twee voor de lijn Apeldoorn-Woudhuis) onder de grond. Van hier af liggen de kabels onder het wegdek van de Talingweg, Oude Beekbergerweg en Ruys de Beerenbrouckstraat, waar ze net na de kruising Ruys de Beerenbrouckstraat - Albardastraat afbuigen naar het Zuiderpark. Het tracé-deel van het onderstation tot aan het kruispunt Oude Beekbergerweg - Snipweg ligt buiten het plangebied van het onderhavige bestemmingsplan; in het voor dat gebied geldende bestemmingsplan Spreeuwenweg en omgeving zijn de bovengrondse hoogspanningslijnen al wegbestemd en is een beschermende bestemming opgenomen voor de ondergrondse kabels. Daarom begint het plangebied van bestemmingsplan Hoogspanning Zuid in het noorden bij het kruispunt Oude Beekbergerweg - Snipweg.
De vier kabels lopen van noord naar zuid in de hele lengte onder het Zuiderpark en kruisen ondergronds de Marchantstraat en de Maasstraat. In het noordelijke deel van het park tussen Ruys de Beerenbrouckstraat en Marchantstraat liggen de kabels aan de westelijke kant van het park, nabij de Albardastraat. In het middelste deel van het park, tussen Marchantstraat en Maasstraat, en in het zuidelijke deel, tussen Maasstraat en Rijnstraat, liggen de kabels meer in het midden van het park.
Ten zuiden van het park kruisen de vier kabels de Rijnstraat. Via de groenstrook ten oosten van de Schiestraat lopen de kabels in zuidelijke richting. Ten zuiden van de Zwaanspreng, bij de sportvelden, buigen de twee kabels van de lijn Kattenberg-Apeldoorn af in zuidwestelijke richting om net zuidelijk van het perceel Oude Apeldoornseweg 58 bovengronds te komen. Hier is een juk geplaatst waarmee de kabels opgeleid zijn naar de bestaande mast net zuidelijk van de weg Malkenschoten. De twee kabels van de lijn Apeldoorn-Woudhuis lopen eerst in zuid-zuidoostelijke richting om bij de vijver bij de Antillen met een scherpe knik af te buigen naar de Kayersdijk en bij het perceel Nagelpoelweg 2 boven de grond te komen. Hier zijn de kabels in de verzwaarde bestaande hoogspanningsmast opgeleid om daarna bovengronds verder te gaan.
![]() |
Afbeelding: tracé ondergrondse hoogspanningskabels (blauwe lijnen) |
De geldende bestemmingsplannen maakten het aanleggen van de ondergrondse hoogspanningskabels al mogelijk en de werkzaamheden daarvoor zijn al verricht. Doel van het onderhavige bestemmingsplan is om de juridisch-planologische situatie overeen te laten stemmen met de feitelijke situatie. De uitvoerbaarheid van het ondergrondse hoogspanningstracé hoeft in dit bestemmingsplan dan ook niet meer aangetoond te worden.
Er gelden geen richtlijnen of wettelijke grenswaarden voor aan te houden afstanden tussen gevoelige objecten en ondergrondse hoogspanningskabels. Desalniettemin zijn de ondergrondse hoogspanningskabels zo gesitueerd dat de gevoelige objecten buiten de 0,4 µT-magneetveldzone van de hoogspanningskabels liggen. Tussen het ondergrondse hoogspanningstraject en de milieugevoelige objecten in en rondom het plangebied is dus sprake van afdoende ruimtelijke scheiding.
Doel van dit bestemmingsplan is het in overeenstemming brengen van de planologische situatie met de feitelijk aanwezige situatie. Dat is gedaan door het wegbestemmen van de (dubbel)bestemmingen voor de niet meer aanwezige bovengrondse hoogspanningslijnen en het leggen van een dubbelbestemming ter bescherming van de ondergrondse hoogspanningskabels. Zoals in paragraaf 3.1 al is aangegeven hoeven de ruimtelijke aanvaardbaarheid en uitvoerbaarheid daarvan niet meer aangetoond te worden. De kosten van het maken van het onderhavige bestemmingsplan neemt de gemeente voor haar rekening. Het bestemmingsplan brengt geen nieuwe bouw- of gebruiksmogelijkheden met zich mee; alle bouw- en gebruiksmogelijkheden zijn overgenomen uit het geldende recht. Er is dus geen sprake van een voorgenomen bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 Bro waarvoor de kosten van grondexploitatie verhaald zouden moeten worden. Het is daarom niet noodzakelijk een exploitatieplan vast te stellen.
Het concept van dit bestemmingsplan is toegezonden aan Wijkraad Apeldoorn Zuid en besproken met een vertegenwoordiger van de wijkraad. De wijkraad stemt in met het bestemmingsplan.
Overeenkomstig het in de gemeentelijke inspraakverordening bepaalde heeft de gemeente geen gelegenheid geboden om een inspraakreactie op het bestemmingsplan in te dienen.
Het concept van dit bestemmingsplan is in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening toegezonden aan TenneT. TenneT heeft in haar reactie verzocht om:
Aan deze verzoeken is tegemoet gekomen door aanpassing van de toelichting en artikel 21 lid 21.1 van de regels.
Angezien dit bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt maar slechts de bestaande situatie vastlegt, is geen overleg gevoerd met overige instanties en andere overheden.
In hoofdstuk 2 is de bestaande situatie in het plangebied beschreven. Dit hoofdstuk beschrijft de juridische regeling die de bestaande situatie vastlegt. In paragraaf 4.2 worden doel, systematiek en karakter van dit bestemmingsplan beschreven. Paragraaf 4.3 beschrijft de bestemmingen die in het bestemmingsplan voorkomen. Hier worden zowel de regels als de weergave van de bestemmingen op de plankaart beschreven. In paragraaf 4.4 tenslotte worden de algemene regels, waaronder de regels voor gebiedsaanduidingen, en de overgangs- en slotregels besproken. De beschrijving geeft aan hoe de regels geïnterpreteerd moeten worden.
Doel van dit bestemmingsplan is het in overeenstemming brengen van de juridisch-planologische situatie met de feitelijk aanwezige situatie.
Dit is gedaan door het wegbestemmen van de (dubbel)bestemmingen voor de niet meer aanwezige bovengrondse hoogspanningslijnen en het leggen van een dubbelbestemming met de juiste breedte ter bescherming van de ondergrondse hoogspanningskabels. De plaatsen waar dat is gebeurd zijn op de volgende twee afbeeldingen aangegeven, waarbij wordt opgemerkt dat de delen van de bovengrondse hoogspanningslijnen die door het Zuiderpark liepen al in bestemmingsplan Zuiderpark en omgeving waren wegbestemd.
![]() |
![]() |
De rood/bruine markering geeft de gebieden aan waar bestemmingsplan Hoogspanning Zuid de dubbelbestemming voor de bovengrondse hoogspanningslijnen uit de voorheen geldende bestemmingsplannen wegbestemt |
De rood/bruine markering geeft aan waar in bestemmingsplan Hoogspanning Zuid een beschermende dubbelbestemming is gelegd voor de ondergrondse hoogspanningslijnen |
Om een goede digitale raadpleegbaarheid van de ter plaatse geldende regeling te bereiken is er voor gekozen dit bestemmingsplan als een zelfstandig raadpleegbaar bestemmingsplan op te stellen. Daarmee wordt bedoeld dat het voldoende is om het onderhavige bestemmingsplan te raadplegen om de volledige juridisch-planologische bepaling voor een bepaald perceel of gebied te kennen. Daarom omvat dit bestemmingsplan niet alleen de beschermende dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanning' voor het ondergrondse hoogspanningstracé, maar bevat het ook het volgende:
Op onderstaande uitsnede uit de plankaart is te zien dat niet alleen de bestemming 'Leiding - Hoogspanning' is opgenomen ter plaatse van de ondergrondse hoogspanningskabels en hun beschermingszone, maar ook de onderliggende bestemmingen Sport, Agrarisch, Groen et cetera.
![]() |
![]() |
Plankaart bestemmingsplan Stadsdeel Zuid-Midden, met rode lijn is de ligging van (een deel van) de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding aangegeven | Plankaart bestemmingsplan Hoogspanning Zuid, met rode lijn is aangegeven waar de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding is wegbestemd, de onderliggende bestemmingen zijn zichtbaar |
De linkerafbeelding is een uitsnede uit de plankaart van bestemmingsplan Stadsdeel Zuid-Midden, ter plaatse van de groenstrook tussen Oude Beekbergerweg en Schiestraat. Met rode lijn is daarop de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' gemarkeerd voor de -nu niet meer aanwezige- bovengrondse hoogspanningslijn.
De rechterafbeelding is een uitsnede uit de plankaart van bestemmingsplan Hoogspanning Zuid, zelfde locatie. Met de rode lijn is aangegeven waar de bestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' is wegbestemd op de plek waar nu geen bovengrondse hoogspanningskabels meer zijn. Te zien is dat de onderliggende bestemmingen Groen, Verkeer - Verblijfsgebied en Water zijn overgenomen uit het geldende plan.
![]() |
![]() |
Plankaart bestemmingsplan Zuiderpark en omgeving; dubbelbestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding met rode lijn gemarkeerd; zoekzone én beschermingszone |
Plankaart bestemmingsplan Hoogspanning Zuid; sterk versmalde dubbelbestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding met rode lijn gemarkeerd; alleen beschermingszone |
Bij de vaststelling van bestemmingsplan Zuiderpark en omgeving was de exacte locatie van de ondergrondse hoogspanningskabels nog niet bekend. Daarom is in dat bestemmingsplan een 'zoekzone' opgenomen voor het ondergrondse hoogspanningstracé in de vorm van een breed vlak met de dubbelbestemming Leiding - Hoogspanning. Een deel van die brede zone is op de linkerafbeelding, de uitsnede uit de plankaart van bestemmingsplan Zuiderpark en omgeving, met rode lijn gemarkeerd.
Nu de hoogspanningskabels ondergronds liggen is de exacte locatie uiteraard bekend. In bestemmingsplan Hoogspanning Zuid is het vlak met de dubbelbestemming Leiding - Hoogspanning sterk versmald tot de daadwerkelijke plek van de kabels met de bijbehorende zakelijk-rechtstrook. De reden voor die versmalling is de volgende. Ter plaatse van de dubbelbestemming Leiding - Hoogspanning geldt voor een aantal werken en werkzaamheden dat ze pas uitgevoerd mogen worden nadat daarvoor vergunning is verleend. Dit is om te voorkomen dat bij het uitvoeren van die werkzaamheden schade aan de kabels ontstaat of de veiligheid in het geding komt. Daar waar de kabels en de zakelijk-rechtstrook niet liggen is die bescherming niet nodig en werkt zo'n vergunningenstelsel onnodig belemmerend voor (onderhouds)werkzaamheden in het park. In dit bestemmingsplan is het overbodige deel van de dubbelbestemming Leiding - Hoogspanning daarom wegbestemd en geldt het vergunningenstelsel niet meer. Door ook de onderliggende bestemming Groen in dit bestemmingsplan op te nemen zijn met één zelfstandig leesbaar bestemmingsplan de op die plek geldende regels te raadplegen.
![]() |
Plankaart bestemmingsplan Hoogspanning Zuid ter plaatse van sportcomplex tussen Zwaanspreng en de weg Malkenschoten |
Op de voorgaande afbeelding is met de rode lijn het deel van het vlak met de bestemming Sport gemarkeerd waar de nu niet meer aanwezige bovengrondse hoogspanningskabels zijn wegbestemd. De blauwe lijn benadrukt dat ook een groot deel van de rest van de sportvelden deel uitmaakt van het onderhavige bestemmingsplan. Dat is gedaan omdat voor dit hele vlak geldt dat -onder voorwaarden- buiten het aangegeven bouwvlak een clubhuis gebouwd mag worden. Die bepaling is niet te splitsen in drie afzonderlijke stukken, wat het geval zou zijn als in het onderhavige bestemmingspan alleen het terreingedeelte was opgenomen waar voorheen de dubbelbestemming voor de bovengrondse hoogspanningslijn gold.
Het bestemmingsplan heeft een zuiver beheergericht karakter. Het maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maar legt juridisch-planologisch de feitelijke situatie vast. De onderliggende bestemmingen en aanduidingen zijn uit de voorheen geldende bestemmingsplannen overgenomen. Alle geldende bouw- en gebruiksmogelijkheden zijn derhalve gehandhaafd.
De bestemmingen zijn vastgelegd in de regels en op de plankaart. Samen geeft dit de regels voor gebruik en bebouwing van de grond. De bestemmingen worden in het vervolg van deze paragraaf besproken. In het digitale bestemmingsplan bevat ieder bestemmingsartikel een link naar de bijbehorende subparagraaf met toelichting op dat artikel.
In de zuidwesthoek van het plangebied komen een paar stukken grond met de bestemming 'Agrarisch' voor. Deze grond is met name bestemd voor agrarisch gebruik. De gronden mogen daarnaast onder andere worden gebruikt voor opslag, wegen en paden, groenvoorzieningen, recreatief medegebruik, nutsvoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen. Gebouwen zijn niet toegestaan. Voor de maatvoering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn bouwregels opgenomen.
De regels voor deze bestemming staan in artikel 3 Agrarisch.
Op de gronden met de bestemming 'Agrarisch - Viskwekerij' zijn een viskwekerij en hengelvijver met bijbehorende wegen, paden, groenvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen en opslag toegestaan. Er mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde worden opgericht. De bij dit bedrijf behorende bedrijfswoning bevindt zich buiten het plangebied van dit bestemmingsplan.
De regels voor deze bestemming staan in artikel 4 Agrarisch - Viskwekerij.
Het bedrijf op het perceel Oude Apeldoornseweg 56 heeft de bestemming 'Bedrijf' gekregen. De regels voor deze bestemming staan in artikel 5 Bedrijf.
Deze bestemming laat, net als het voorheen geldende bestemmingsplan Malkenschoten-Kayersmolen, bedrijven in de milieucategorieën 1 en 2 toe. In de regels wordt voor de bedrijfsactiviteiten van categorie 1 en 2 die zijn toegelaten, verwezen naar de Lijst van toegelaten bedrijfstypen die als bijlage bij de regels is opgenomen. Ten opzichte van de basislijst van de VNG is de hier gehanteerde Lijst van toegelaten bedrijfstypen nader ingeperkt. Dit is gebeurd om milieuhygiënische en planologische redenen. Ten eerste zijn er bedrijfstypen die wel op de basislijst van de VNG voorkomen maar die om planologische redenen niet een bedrijfsbestemming krijgen. Het gaat hier om detailhandels- en horecabedrijven (met uitzondering van cateringbedrijven die wel in de bestemming 'Bedrijf' thuishoren), maatschappelijke dienstverlening en bepaalde sport- en recreatieactiviteiten. Omdat deze bedrijfstypen een heel andere uitstraling op de omgeving hebben dan gewone bedrijven worden hiervoor specifieke bestemmingen gebruikt, zoals Detailhandel, Horeca en Maatschappelijk, en niet de bestemming Bedrijf. Ze zijn daarom niet in de bij de bestemming Bedrijf horende Lijst van toegestane bedrijfstypen opgenomen. Ten tweede zijn er ook bedrijven die in deze buurt niet passen omdat er geen ruimte voor is of omdat de buurt zich er niet voor leent. Het gaat dan bjivoorbeeld om zeevaart, binnenvaart, visserij, luchtvaart en delfstoffenwinning. Tot slot wordt om milieuhygiënische redenen de opslag van gevaarlijke stoffen hier niet wenselijk geacht en daarom uitgesloten. Detailhandel is alleen toegelaten als het gaat om ondergeschikte detailhandel in ter plaatse vervaardigde en/of bewerkte goederen, om postorder- of webwinkels en om bestaande detailhandel.
Geluidzoneringsplichtige bedrijven als bedoeld in Bijlage 1 onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht en risicovolle inrichtingen als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen zijn uitgesloten. De locatie ligt namelijk te dicht bij woningen om dergelijke zogenoemde 'grote lawaaimakers' toe te kunnen staan.
Een bedrijfswoning is niet toegestaan.
Door middel van het bij omgevingsvergunning afwijken van de gebruiksregels kunnen ook bedrijven die niet voorkomen op de Lijst en bedrijven uit een hogere categorie dan bij recht is toegestaan worden toegelaten, mits ze naar aard en invloed op hun omgeving vergelijkbaar zijn met de bij recht toegestane bedrijven. Bij de toetsing kan worden bezien of de benodigde hinderbeperkende maatregelen getroffen kunnen en zullen worden (bijvoorbeeld in de vorm van nieuwe technieken). Criterium voor het afwijken is in dit geval dat de hinder die resulteert na het nemen van maatregelen niet groter is dan van de ter plekke wel bij recht toegelaten bedrijven zou kunnen worden verwacht.
Het bedrijf op het perceel Nagelpoelweg 2 heeft -net als in het voorheen geldende bestemmingsplan Malkenschoten-Kayersmolen- de bestemming Bedrijventerrein - 1. Hier zijn bedrijven toegestaan in de categorieën 1 t/m 4.1 respectievelijk 4.2. Door middel van aanduidingen is op de plankaart aangegeven welke milieucategorieën zijn toegestaan. In de regels wordt voor de bedrijfsactiviteiten die zijn toegelaten verwezen naar de Lijst van toegelaten bedrijfstypen die als bijlage bij de regels is opgenomen. Dit is dezelfde lijst die ook voor de bestemming Bedrijf van toepassing is. De toelichting op deze lijst die in paragraaf 4.3.3 is gegeven is ook hier van toepassing. Een bedrijfswoning is niet toegestaan.
Geluidzoneringsplichtige inrichtingen als bedoeld in Bijlage 1 onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht zijn toegestaan. Detailhandel is alleen toegelaten als het gaat om ondergeschikte verkoop van ter plaatse vervaardigde en/of bewerkte goederen, om postorder- of webwinkels, om bestaande detailhandel en om detailhandel in auto’s, motoren, boten, caravans en machinerieën ten behoeve van bedrijven. Risicovolle inrichtingen zijn uitgesloten. Naast de bedrijfsmatige functies zijn uiteraard ook ontsluitingen in de vorm van paden, wegen alsmede groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen en tuinen toegestaan.
Net als bij de bestemming Bedrijf geldt ook hier dat bedrijven die niet voorkomen op de Lijst en bedrijven uit een hogere categorie dan bij recht is toegestaan kunnen worden toegelaten, door middel van het bij omgevingsvergunning afwijken van de gebruiksregels, mits die bedrijven naar aard en invloed op hun omgeving vergelijkbaar zijn met de bij recht toegestane bedrijven. Bij de toetsing kan worden bezien of de benodigde hinderbeperkende maatregelen getroffen kunnen en zullen worden (bijvoorbeeld in de vorm van nieuwe technieken). Criterium voor het afwijken is in dit geval dat de hinder die resulteert na het nemen van maatregelen niet groter is dan van de ter plekke wel bij recht toegelaten bedrijven zou kunnen worden verwacht.
De regels voor deze bestemming staan in artikel 6 Bedrijventerrein - 1.
De bestemming Bos is gegeven aan het stukje bos ten noorden van het perceel Nagelpoelweg 2. Op de grond met de bestemming Bos zijn bos, struikgewas, hakhout en afschermende groenbeplanting toegestaan. Daarnaast zijn de gronden mede bestemd voor het behoud, de bescherming en de versterking van het bos met de bijbehorende landschaps- en natuurwaarden. Verder zijn paden, in- en uitritten en nutsvoorzieningen toegestaan.
Voor een aantal werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden (zoals grondwerkzaamheden uitvoeren, oppervlakteverharding en ondergrondse leidingen aanbrengen) geldt dat ze slechts mogen worden uitgevoerd nadat daarvoor een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is verleend. De vergunning kan alleen worden verleend als door de werkzaamheden het bos niet onevenredig wordt of kan worden aangetast.
De regels voor deze bestemming staan in artikel 7 Bos.
Het structurele en structurerende openbare groen in het plangebied is onder de bestemming Groen gebracht. Dat zijn de in het plangebied gelegen delen van het Zuiderpark, de groenstroken aan weerszijden van de Schiestraat en een paar strookjes bij het sportcomplex bij de Zwaanspreng. Hier zijn groenvoorzieningen, paden, hondenuitlaatplaatsen, evenementen, nuts- en speelvoorzieningen toegestaan. Op gronden met deze bestemming zijn alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegelaten. De bouwhoogte van speel- en klimtoestellen en ballenvangers mag bij recht niet meer dan 4 meter bedragen. Het bevoegd gezag kan onder voorwaarden bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor speel- en klimtoestellen tot een hoogte van 6 meter.
De regels voor deze bestemming staan in artikel 8 Groen.
De bestemming Maatschappelijk is gegeven aan de maatschappelijke voorziening op het perceel Ruys de Beerenbrouckstraat 2. De regels voor deze bestemming staan in artikel 9 Maatschappelijk.
Conform het voorheen geldende bestemmingsplan Stadsdeel Zuid-Midden laat deze bestemming een vrije uitwisseling tussen de verschillende maatschappelijke voorzieningen toe, waarmee de nodige flexibiliteit wordt geboden. Welke voorzieningen zijn toegelaten staat in de Lijst van toegelaten maatschappelijke voorzieningen die in de bijlagen bij de regels is opgenomen. Het gaat hier om maatschappelijke voorzieningen die thuishoren in een woongebied en noodzakelijk zijn voor het functioneren van het woongebied, zoals scholen en (para)medische praktijken. Daarom worden maatschappelijke voorzieningen in (milieu)categorieën 1 en 2 aanvaardbaar geacht, ook op kortere afstand van woningen dan de richtafstand van 30 meter die in principe voor milieucategorie 2 wordt gehanteerd. Er is geen bedrijfswoning toegestaan.
Door middel van het bij omgevingsvergunning afwijken van de gebruiksregels kunnen ook maatschappelijke voorzieningen die niet voorkomen op de Lijst en maatschappelijke voorzieningen van een hogere categorie dan bij recht is toegestaan worden toegelaten, mits ze naar aard en invloed op hun omgeving vergelijkbaar zijn met de bij recht toegestane voorzieningen. Bij de toetsing kan worden bezien of de benodigde hinderbeperkende maatregelen getroffen kunnen en zullen worden. Criterium voor het afwijken is dat geen onevenredige belemmering voor omliggende functies ontstaat.
Het sportcomplex tussen Zwaanspreng en de weg Malkenschoten heeft de bestemming Sport. De regels voor deze bestemming staan in artikel 10 Sport.
Hier zijn sport en sportvoorzieningen tot en met categorie 3.1 van de Lijst van toegelaten sportvoorzieningen en nutsvoorzieningen toegestaan. De combinatie van een sportvoorziening met kinderopvang komt geregeld voor, vaak in de vorm van buitenschoolse opvang. In het plangebied komen in de vlakken met de bestemming Sport twee gebouwen voor: het clubgebouw van de hockeyclub (Malkenschoten 43) en een gebouw ten westen daarvan (Malkenschoten 55). Het clubgebouw van de hockeyclub ligt in de geluidzone van het geluidgezoneerde industrieterrein Malkenschoten. Binnen deze geluidzone is het niet toegestaan om gebouwen ten behoeve van geluidgevoelige functies -zoals kinderopvang- te bouwen dan wel bestaande gebouwen te gaan gebruiken voor geluidgevoelige functies. Daarom is voor dit bestaande gebouw specifiek bepaald dat het gebruik ten behoeve van kinderopvang niet is toegelaten. Het andere gebouw ligt buiten de geluidzone van industrieterrein Malkenschoten. Daar is kinderopvang wel toegestaan.
![]() |
Plankaart bestemmingsplan Hoogspanning Zuid. In de rode rechthoek het clubgebouw waar kinderopvang niet is toegestaan. In de blauwe rechthoek het gebouw waar kinderopvang wel is toegestaan |
Door middel van het bij omgevingsvergunning afwijken van de gebruiksregels kunnen sporten en sportvoorzieningen die niet voorkomen op de Lijst en sporten en sportvoorzieningen van een hogere categorie dan bij recht is toegestaan worden toegelaten, mits ze naar aard en invloed op hun omgeving vergelijkbaar zijn met de bij recht toegestane voorzieningen. Bij de toetsing kan worden bezien of de benodigde hinderbeperkende maatregelen getroffen kunnen en zullen worden. Criterium voor het afwijken is dat geen onevenredige belemmering voor omliggende functies ontstaat.
Hoofdregel voor bebouwing in dit bestemmingsplan is dat gebouwen uitsluitend binnen bouwvlakken mogen worden opgericht (zie onderdeel b van lid 21.1). Voor de bestaande gebouwen is dan ook een bouwvlak aangegeven. Vanwege bestaande uitbreidingsplannen voor het clubgebouw van de hockeyclub (Malkenschoten 43) kan, ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - afwijkingsgebied', met een omgevingsvergunning worden afgeweken van de bepaling dat gebouwen binnen het bouwvlak moeten worden gebouwd. Daardoor kan hier buiten het bouwvlak de uitbreiding of nieuwbouw van het clubgebouw worden opgericht waarvan de oppervlakte ten hoogste 300 m2 en de bouwhoogte ten hoogste 6 meter mag bedragen. Deze afwijkingsbepaling staat in artikel 25 wetgevingzone - afwijkingsgebied. Voor zover de uitbreiding of het nieuwe clubgebouw wordt gesitueerd binnen de geluidzone van industrieterrein Malkenschoten is kinderopvang er niet toegelaten.
De bestemming Verkeer - Verblijfsgebied is gegeven aan de gebieden die een verblijfsfunctie hebben. Het betreft hier (delen van) de woonstraten in het noordelijk deel van het plangebied en een klein stukje van de weg Malkenschoten, met de bijbehorende voet- en fietspaden, bermen en parkeervoorzieningen.
De regels voor deze bestemming staan in artikel 11 Verkeer - Verblijfsgebied.
De stukjes Marchantstraat en Kayersdijk die in het plangebied van dit bestemmingsplan liggen, hebben de bestemming Verkeer - Weg gekregen, net als in de voorheen geldende bestemmingsplannen. Hier zijn wegen, fiets- en voetpaden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, in- en uitritten en dergelijke toegestaan.
De regels voor deze bestemming staan in artikel 12 Verkeer - Weg.
De bestemming Water is gegeven aan het water dat in het plangebied voorkomt. Dat zijn een deel van de vijver in het meest noordelijke deel van het Zuiderpark, de vijver tussen de Schiestraat en de Oude Beekbergerweg, stukjes Kayersbeek en Zwaanspreng en een stukje van de vijver bij de Antillen. Deze bestemming laat naast het water en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding ook water- en oeverrecreatie, weg- en waterbouwkundige voorzieningen en nutsvoorzieningen toe.
De regels voor deze bestemming staan in artikel 13 Water.
De woningen in het plangebied hebben de bestemming Wonen. De regels voor deze bestemming staan in artikel 14 Wonen.
Voor de woningen is op de plankaart een bouwvlak gegeven. In de meeste gevallen heeft dit bouwvlak de vorm van een bouwstrook waarin meerdere woningen zijn opgenomen. Bij de woningen Oude Apeldoornseweg 58 tot en 80 is het gewenst de open ruimte tussen de woningen te behouden. Daar heeft iedere woning een eigen bouwvlak gekregen.
Door middel van bouwaanduidingen is onderscheid gemaakt tussen de verschillende bouwwijzen van de woningen: vrijstaand, twee-onder-een-kap en aaneengebouwd. Ter plaatse van de aanduiding twee-aaneen zijn zowel twee-onder-een-kapwoningen als vrijstaande woningen toegestaan. Bij de woningen zijn standaarddieptes voor de bouwvlakken gehanteerd: 10 meter voor aaneengesloten woningen, 12 meter voor halfvrijstaande en 15 meter voor vrijstaande woningen. De nog beschikbare uitbreidingsruimte hangt daarmee af van de diepte van de bestaande woning. In principe krijgt een rijtjeswoning minder uitbreidingsmogelijkheden dan een vrijstaande woning. De reden hiervoor is dat een achteraanbouw aan een vrijstaande woning in het algemeen minder van invloed is op het woongenot van de buren, dan wanneer het gaat om een rijtjeswoning. Voorwaarde bij het toekennen van de diepte van het bouwvlak is dat de tuinen diep genoeg zijn: in principe wordt een afstand van 16 meter tussen twee tegenover elkaar liggende (potentiële) achtergevels aangehouden.
Bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen mogen worden gesitueerd in achtererfgebied. Hiermee is aansluiting gezocht bij de regeling voor het vergunningvrij bouwen van bijbehorende bouwwerken. De definitie van het begrip achtererfgebied is uit artikel 2 lid 3 van Bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht overgenomen. Er is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen waarmee het situeren van bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen in voorerfgebied mogelijk kan worden gemaakt. Ook van dat begrip is de definitie uit de bijlage bij het Besluit omgevingsrecht overgenomen. Toetsingscriterium voor deze afwijkingsbevoegdheid is de stedenbouwkundige kwaliteit die met het bestemmingsplan is beoogd.
De ten hoogste toegelaten oppervlakte aan bijgebouwen, aan- of uitbouwen en overkappingen is gerelateerd aan de oppervlakte van de kavel. Is de kavel kleiner dan 500 m2 dan is ten hoogste 50 m2 aan bijgebouwen, aan- of uitbouwen en overkappingen toegestaan, bij kavels tussen 500 en 750 m2 is die oppervlakte maximaal 65 m2 en is de kavel groter dan 750 m2 dan is ten hoogste 85 m2 aan erfbebouwing toegestaan. Daarbij geldt wel steeds de voorwaarde dat niet meer dan 60% van de kavel wordt bebouwd.
Bij recht is het gebruik van een deel van de gebouwen voor beroepsuitoefening en niet-publieksgerichte bedrijfsmatige activiteiten aan huis toegestaan. Daarbij worden enige beperkingen gesteld, waaronder aan de daarvoor te gebruiken oppervlakte. Dit is om ervoor te zorgen dat het woonkarakter van de woning het beroeps- of bedrijfsmatige gebruik blijft overheersen. Voor de niet-publieksgerichte bedrijfsmatige activiteiten aan huis geldt dat alleen bedrijfsactiviteiten die voorkomen op de Lijst van toegelaten bedrijfsactiviteiten aan huis zijn toegestaan. Voor deze lijst is aansluiting gezocht bij de bedrijven die in de richtafstandenlijst van de VNG-uitgave 'Bedrijven en milieuzonering' als bedrijven van categorie 1 zijn aangemerkt. Omdat het gaat om activiteiten in een woning op een relatief klein oppervlak is het aantal en soort bedrijfsactiviteiten dat kan worden toegelaten zeer beperkt gehouden.
Op de achterste delen van een aantal percelen aan de Oude Apeldoornseweg is -overgenomen uit het voorheen geldende bestemmingsplan Malkenschoten-Kayersmolen- de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - magazijn' opgenomen. Ter plaatse van die aanduiding is berg- en opslagruimte toegestaan. Op de perceelsgedeelten achter de woning Oude Apeldoornseweg 78 komen de aanduidingen 'specifieke vorm van wonen - dependance' en de aanduiding 'bedrijf van categorie 1' voor. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - dependance' is een dependance toegestaan. Een dependance is gedefinieerd als een voor de huisvesting van een zelfstandig huishouden geschikt gebouw, dat blijvend onderdeel uitmaakt van de kavel van de woning. Op de plaats van de aanduiding 'bedrijf van categorie 1' mogen bedrijfsactiviteiten van categorie 1 worden uitgeoefend. De oppervlakte waarop deze activiteiten zijn toegelaten is groter dan bij de regeling voor bedrijfsmatige activiteiten aan huis en het aantal activiteiten dat is toegelaten is ook groter. Daarom is hier een speciale regeling getroffen waarbij voor de toegelaten bedrijfsactiviteiten wordt verwezen naar de Lijst van toegelaten bedrijfstypen die als bijlage bij de regels is opgenomen.
De ondergrondse hoogspanningskabels met de bijbehorende zakelijk-rechtstrook hebben de dubbelbestemming Leiding - Hoogspanning gekregen. Hier mogen alleen bouwwerken ten dienste van de hoogspanningsverbinding worden gebouwd. Andere gebouwen zijn, mits passend binnen de andere bestemming, uitsluitend toegestaan via het bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels. Afwijken is alleen mogelijk wanneer vooraf advies van de leidingbeheerder is ingewonnen. Voor een aantal werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden (zoals bomen planten, grondwerkzaamheden uitvoeren en oppervlakteverharding aanbrengen) geldt dat ze slechts mogen worden uitgevoerd nadat daarvoor een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is verleend. Toetsingscriteria voor de vergunningverlening zijn kortgezegd het ongestoord kunnen functioneren van de hoogspanningslijnen en de veiligheid. Ook hier geldt dat vooraf advies van de leidingbeheerder moet worden ingewonnen.
De regels voor deze bestemming staan in artikel 15 Leiding - Hoogspanning.
De twee plekken waar de ondergrondse hoogspanningskabels boven de grond komen en als bovengrondse hoogspanningslijn verder gaan zijn van de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' voorzien. Op gronden met deze bestemming mogen alleen bouwwerken ten dienste van de hoogspanningsverbinding worden gebouwd. Andere gebouwen zijn, mits passend binnen de andere bestemming, uitsluitend toegestaan door middel van het bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels. Afwijken is alleen mogelijk wanneer vooraf advies van de leidingbeheerder is ingewonnen.
Voor het geval de hoogspanningskabels in de toekomst nog verder ondergronds worden gebracht is aan deze bestemming een wijzigingsbevoegdheid toegevoegd waarmee de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding kan worden verwijderd dan wel worden gewijzigd in de bestemming Leiding - Hoogspanning.
De regels voor deze bestemming staan in artikel 16 Leiding - Hoogspanningsverbinding.
Gebieden die op de archeologische beleidskaart 2006 zijn aangemerkt als gebied met hoge trefkans op archeologische resten hebben de dubbelbestemming Waarde - Archeologie hoog gekregen, gebieden die zijn aangemerkt als gebied met middelhoge trefkans op archeologische resten hebben de dubbelbestemming Waarde - Archeologie middelhoog gekregen. Voor beide bestemmingen geldt dat bij het indienen van een aanvraag om omgevingsvergunning voor een bouwwerk met een oppervlakte van meer dan 50 m2 (hoog) respectievelijk 100 m2 (middelhoog) tevens een archeologisch onderzoeksrapport moet worden ingediend. Als uit dit rapport blijkt dat de archeologische waarden door het oprichten van het bouwwerk zullen worden verstoord kan het bevoegd gezag bepaalde voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden. Wanneer de archeologische waarde van het terrein al uit andere informatie (bijvoorbeeld uit eerder uitgevoerd onderzoek) bij de gemeente bekend is, is het niet nodig nieuw onderzoek uit te voeren. Voor een aantal werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die mogelijke archeologische waarden in de bodem kunnen verstoren geldt in beide bestemmingen dat ze niet mogen worden uitgevoerd tenzij daarvoor een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is verleend. Dit is bij de bestemming Waarde - Archeologie hoog het geval als de oppervlakte van de werkzaamheden meer is dan 50 m2, bij de bestemming Waarde - Archeologie middelhoog als de oppervlakte meer is dan 100 m2. Voor beide geldt een diepte van de werkzaamheden van meer dan 50 cm.
De regels voor de bestemming Waarde - Archeologie hoog staan in artikel 17 Waarde - Archeologie hoog.
De regels voor de bestemming Waarde - Archeologie middelhoog staan in artikel 18 Waarde - Archeologie middelhoog.
De dubbelbestemming Waarde - Beken en sprengen is gegeven aan de kleine gedeelten van Kayersbeek en Zwaanspreng die in het plangebied van dit bestemmingsplan liggen. De gronden zijn, naast de daar voorkomende andere bestemmingen, mede bestemd voor het beheer, herstel en onderhoud van de landschappelijk en ecologisch waardevolle beken en sprengen. De dubbelbestemming beoogt ook de beekoevers te beschermen. Daarom is het bestemmingsvlak beduidend breder dan de beek zelf. Op de gronden met deze dubbelbestemming mogen uitsluitend gebouwen ten dienste van het beheer van de beken of sprengen worden gebouwd. Andere gebouwen zijn, mits passend binnen de andere bestemming, uitsluitend toegestaan door middel van het bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels. Afwijken is alleen mogelijk wanneer vooraf advies van de beheerder van de beek of spreng is ingewonnen. Voorwaarde voor het afwijken is dat de landschappelijke en ecologische waarden van de beek of spreng niet worden aangetast.
Voor een aantal werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden (zoals het aanbrengen van oppervlakteverharding en afgraven van grond) geldt dat ze slechts mogen worden uitgevoerd nadat daarvoor een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is verleend. Toetsingscriteria voor de vergunningverlening zijn kortgezegd dat de beek of spreng niet onevenredig wordt aangetast en de mogelijkheden voor herstel niet onevenredig worden verkleind.
De regels voor deze bestemming staan in artikel 19 Waarde - Beken en sprengen.
Voor de maatvoering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde is per bestemming een bebouwingsschema opgenomen. In de bebouwingsschema's staan de maatvoeringsaspecten die voor die specifieke bestemming gelden. Vaak wordt verwezen naar de maatvoeringsaanduidingen op de plankaart.
Waar dit bestemmingsplan de bevoegdheid in het leven roept om af te wijken van de regels, is die bevoegdheid toebedeeld aan het bevoegd gezag. Over het algemeen zal dat bevoegd gezag het college van burgemeester en wethouders zijn. In een enkel geval zijn op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht gedeputeerde staten dan wel de minister bevoegd gezag voor het verlenen van de omgevingsvergunning en daarmee ook voor het bij die omgevingsvergunning afwijken van de regels van dit bestemmingsplan.
In het digitale bestemmingsplan is -voor zover relevant- aan het begin van het artikel een link opgenomen naar de bijbehorende subparagraaf met toelichting op dat artikel.
In hoofdstuk 3 (Algemene regels) staan de regels die gelden voor alle bestemmingen. In artikel 21 zijn bouwregels opgenomen die voor alle bestemmingen gelden. Lid 21.1 bevat onder andere de bepaling over ondergronds bouwen. Hierin is bepaald dat ondergronds bouwen alleen daar is toegestaan waar ook bovengronds gebouwd mag worden, mits er een functionele relatie bestaat met de bovengronds toegelaten functie. Er is een uitzondering opgenomen voor de gronden met de bestemming Leiding - Hoogspanning: in verband met de veiligheid en het ongestoord functioneren van de hoogspanningskabels is ondergronds bouwen hier uitsluitend toegestaan als dat ten behoeve van de hoogspanningskabels is. In onderdeel f van dit artikel zijn bouwregels gegeven voor het bouwen van bouwwerken voor nutsvoorzieningen. In deze bouwregels zijn maxima opgenomen voor de bouwhoogte en de oppervlakte van bouwwerken. Die maxima gelden niet voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde ter plaatse van de bestemmingen Leiding - Hoogspanning en Leiding - Hoogspanningsverbinding. Daarvoor zijn die hoogten en oppervlakten toegestaan die noodzakelijk zijn voor het functioneren van de hoogspanningsleiding. Uitgangspunt daarbij is dat uit het oogpunt van kosteneffectiviteit geen grotere hoogten en oppervlakten zullen worden gerealiseerd dan daadwerkelijk noodzakelijk is. Het laatste onderdeel van lid 21.1 geeft een regeling voor legaal gebouwde (delen van) bouwwerken die niet voldoen aan de in het plan voorgeschreven maatvoering. De aanwezige maten zijn dan toegelaten, ook bij eventuele herbouw van het bouwwerk. Dit geldt alleen daar waar de afwijking voorkomt.
Lid 21.2 bevat de afdekbepaling. Hierin is bepaald dat, wanneer in het plan een maximum goothoogte is aangegeven, het gebouw vanaf de aangegeven goothoogte dient te worden afgedekt met een kap. Deze bepaling impliceert dat een -al dan niet gedeeltelijke- platte afdekking is toegestaan, mits dat platte dak niet hoger is dan de op dat punt geldende maximaal toegelaten bouwhoogte.
In artikel 22 staan de algemene gebruiksregels. In lid 22.1 is beschreven welke vormen van gebruik in ieder geval gelden als gebruik in strijd met de bestemming. Onderdeel g hiervan verdient bespreking. De archeologische beleidskaart 2006 geeft voor het gehele grondgebied van Apeldoorn aan hoe hoog de trefkans op archeologische resten per gebied is. Zoals in paragraaf 4.3.15 al is aangegeven hebben gebieden met een hoge trefkans de dubbelbestemming Waarde - Archeologie hoog gekregen, gebieden waar die trefkans middelhoog is hebben de dubbelbestemming Waarde - Archeologie middelhoog gekregen. De overige gebieden, waar de trefkans op archeologische resten laag is, hebben geen dubbelbestemming gekregen. Daarvoor is onderdeel g van de Algemene gebruiksregels bedoeld. Daarin is bepaald dat het verstoren van archeologische waarden in die gebieden door het uitvoeren van bepaalde werkzaamheden over een oppervlakte van ten minste 1.000 m2 en dieper dan 0,50 meter onder maaiveld in strijd is met de bestemming, tenzij uit archeologisch onderzoek is gebleken dat die waarden niet onevenredig worden verstoord. Indien de archeologische waarde van het terrein al uit andere informatie (bij voorbeeld eerder uitgevoerd onderzoek) bij de gemeente bekend is, is het niet nodig nieuw archeologisch onderzoek uit te voeren.
In lid 22.2 is het daadwerkelijke strijdig gebruik strafbaar gesteld. Dit is noodzakelijk voor vormen van gebruik waarvoor het niet mogelijk en wenselijk is een omgevingsvergunning te verlenen en de strafbaarstelling van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht derhalve niet van toepassing is.
In artikel 28 staan de procedureregels die bij het stellen van nadere eisen moeten worden toegepast. Procedureregels voor het bij omgevingsvergunning afwijken van de regels van het bestemmingsplan zijn niet opgenomen omdat daarvoor de procedure uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing is. De procedureregels voor uitwerkings- en wijzigingsplannen staan in de Wet ruimtelijke ordening. Artikel 29 tenslotte geeft aan welke regeling geldt wanneer wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen en plannen. De overige artikelen bevatten bekende regels die geen nadere bespreking behoeven.
Algemene parkeerregeling
Lid 22.3, de Gebruiksregel parkeren van artikel 22 Algemene gebruiksregels, vormt samen met leden 26.2 en 26.3 de algemene parkeerregel van dit bestemmingsplan. De bepaling verzekert dat er voorzien wordt in voldoende parkeerruimte. In lid 22.3 is bepaald dat het gebruik van gronden of bouwwerken zonder dat op de eigen kavel of in openbaar gebied voldoende parkeerruimte aanwezig is, geldt als gebruik in strijd met de bestemming. Een omgevingsvergunning voor bouwen, uitbreiden en wijzigen van het gebruik wordt alleen verleend als bij de aanvraag wordt aangetoond dat er op de eigen kavel of in openbaar gebied voldoende parkeerruimte aanwezig is.
In lid 26.2 (Afwijkingsbevoegdheid parkeren) is bepaald dat kan worden afgeweken van de Gebruiksregel parkeren. Van die bevoegdheid kan gebruik worden gemaakt als het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit of voor zover op andere wijze in de benodigde parkeerruimte wordt voorzien. Lid 26.3 (Voorwaarden voor afwijken) bepaalt dat afwijken ten aanzien van parkeren alleen mogelijk is als naar het oordeel van het bevoegd gezag geen onevenredige belemmeringen voor omliggende functies ontstaan.
Steeds wordt verwezen naar de op 24 juni 2004 vastgestelde beleidsnotitie Actualisatie Parkeernota, waarin parkeernormen staan en is beschreven hoe deze worden toegepast. Deze notitie is opgenomen in een bijlage bij de regels. Als uitwerking van de algemene parkeerregel in bestemmingsplannen wordt een beleidsregel opgesteld die uitleg geeft over de toepassing van die parkeerregel. Deze beleidsregel zal de beleidsnotitie Actualisatie Parkeernota vervangen. Tot dat moment zal de nu geldende parkeernota deze rol vervullen. Ter verduidelijking hiervan wordt opgemerkt dat, conform de vaste beleidslijn hierin, eventuele historische parkeertekorten worden betrokken bij de toetsing of er voldoende parkeerruimte is. Het gestelde over parkeren in de op 9 juli 2009 vastgestelde Verkeersvisie 2010-2020 geeft een nadere uitleg van de beledisnotitie Actualisatie Parkeernota en vormt dan ook onderdeel van de toetsing.
Industrieterrein Malkenschoten is grotendeels een geluidgezoneerd industrieterrein. In bestemmingsplan Malkenschoten-Kayersmolen is de destijds gewijzigde zonegrens vastgelegd. De geluidzone is met de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie' vastgelegd op de plankaart en in de regels. De geluidzone ligt, overeenkomstig de Wet geluidhinder, niet op het gezoneerde industrieterrein zelf, maar op de gronden tussen het industrieterrein en de 50 dB(A)-contour. Ter plaatse van deze geluidzone is nieuwbouw van geluidgevoelige gebouwen en het gebruiken van bestaande gebouwen ten behoeve van nieuwe geluidgevoelige functies niet toegestaan. Dat is de reden waarom het gebruik van het clubgebouw van de hockeyclub (Malkenschoten 43) voor kinderopvang is uitgesloten. Dat geldt ook voor eventuele uitbreiding dan wel nieuwbouw van het clubgebouw binnen de geluidzone.
De regels voor deze gebiedsaanduiding staan in artikel 23 geluidzone - industrie.
De bepalingen voor bijzondere bomen worden in het bestemmingsplan opgenomen voor de bomen die door het bevoegd gezag als bijzondere boom zijn aangewezen. In dit gebied is dat (het in het plangebied gelegen deel van) de bijzondere boom aan de Oude Apeldoornseweg. Bijzondere bomen vinden hun voornaamste bescherming in de Algemene Plaatselijke Verordening, waarin is bepaald dat het verboden is om zonder vergunning bomen te kappen en dat er geen vergunning voor het kappen van bijzondere bomen wordt afgegeven, tenzij sprake is van een ernstige bedreiging van de openbare veiligheid, noodtoestand of andere uitzonderlijke situatie. Dit geheel biedt reeds een aanzienlijke bescherming van de bijzondere bomen. In het bestemmingsplan is een aanvullende regeling opgenomen. De bijzondere boom is met een (gebieds)aanduiding op de plankaart aangegeven. In de regels is bepaald dat, daar waar de aanduiding 'overige zone - bijzondere boom' voorkomt, de afstand van bebouwing tot het hart van de boom ten minste 10 meter dient te bedragen; onder voorwaarden kan het bevoegd gezag bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het verkleinen van deze afstand tot 5 meter. Ter verdere bescherming van de bomen is een aantal werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden binnen een afstand van 5 meter uit het hart van de als bijzondere boom aangeduide boom slechts toegestaan indien een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is verleend.
De regels voor deze gebiedsaanduiding staan in artikel 24 overige zone - bijzondere boom.
Deze gebiedsaanduiding komt voor op het sportcomplex tussen Zwaanspreng en de weg Malkenschoten. Hoofdregel voor bebouwing in dit bestemmingsplan is dat gebouwen uitsluitend binnen bouwvlakken mogen worden opgericht (zie onderdeel b van lid 21.1). Op de plaats van het bestaande clubgebouw van de hockeyclub (Malkenschoten 43) is dan ook een bouwvlak aangegeven. Vanwege bestaande uitbreidingsplannen kan, ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - afwijkingsgebied', met een omgevingsvergunning worden afgeweken van die bepaling waardoor buiten het bouwvlak de uitbreiding of nieuwbouw van een clubgebouw kan worden opgericht. De oppervlakte daarvan mag ten hoogste 300 m2 bedragen, de bouwhoogte mag niet meer dan 6 meter zijn. In verband met de ligging binnen de geluidzone van geluidgezoneerd industrieterrein Malkenschoten is als voorwaarde voor toepassing van de afwijkingsbevoegdheid gesteld dat gebruik van dit gebouw ten behoeve van de geluidgevoelige functie kinderopvang niet is toegestaan. Een verdere toelichting op deze bepaling staat in paragraaf 4.3.8.
De regels voor deze gebiedsaanduiding staan in artikel 25 wetgevingzone - afwijkingsgebied.
Hoofdstuk 4 bevat tot slot het overgangsrecht voor bouwwerken en gebruik en de titel van het bestemmingsplan.