direct naar inhoud van 3.1 Bestemmingen
Plan: Stadsdeel Zuid-Midden herstelplan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1193-vas1

3.1 Bestemmingen

De bestemmingen zijn vastgelegd in de regels en op de plankaart. Samen geeft dit de regels voor gebruik en bebouwing van de grond. De bestemmingen worden hierna besproken.


Gemengd - 2

Het perceel Arnhemseweg 341 heeft de bestemming Gemengd - 2. Deze bestemming, in combinatie met de aanduiding 'horeca', staat woningen, kantoren, zakelijke dienstverlening, bedrijfsactiviteiten in de categorieën 1 en 2, maatschappelijke voorzieningen in de categorieën 1 en 2 en horeca in categorie 1 toe.

Gemengd - 3

De bestemming Gemengd - 3 is gegeven aan het perceel Hofveld 2. Hier zijn toegestaan woningen, kantoren, zakelijke dienstverlening, maatschappelijke voorzieningen in categorie 1, bedrijfsactiviteiten in categorie 1, horeca in categorie 1, woningen en een casino.

Wonen

Het perceel aan de Pelikaanlaan naast 39 heeft de bestemming Wonen. Voor de woning is op de plankaart een bouwvlak gegeven. De voorwaarde dat de woning in korrelgrootte moet aansluiten bij de woning op het perceel Reigersweg 27 en in goothoogte bij de rijwoningen aan de Pelikaanlaan is geborgd doordat met de bouwaanduiding vrijstaand is aangegeven dat ter plaatse (uitsluitend) een vrijstaande woning is toegestaan. Het bouwvlak heeft de gebruikelijke breedte en de standaarddiepte van 15 meter voor een vrijstaande woning. De goothoogte mag niet hoger zijn dan 4 meter, net als de rijwoningen aan de Pelikaanlaan.

Het perceelsgedeelte voor de voorgevel heeft de aanduiding 'tuin'; het perceelsgedeelte achter de achtergevel en de gedeelten naast de zijgevels hebben de aanduiding 'erf'. Deze aanduidingen zijn van belang voor de situering van bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen. In de regels is namelijk bepaald dat deze bouwwerken niet alleen binnen het bouwvlak maar ook ter plaatse van de aanduiding erf mogen worden gebouwd. Daarbij is nog specifiek bepaald dat deze erfbebouwing ten minste 3 meter achter de voorgevel (of het verlengde daarvan) moet worden gesitueerd.

De maximaal toegelaten oppervlakte aan bijgebouwen, aan- of uitbouwen en overkappingen is gerelateerd aan de oppervlakte van de kavel. Is de kavel kleiner dan 500 m2 dan is ten hoogste 50 m2 aan bijgebouwen, aan- of uitbouwen en overkappingen toegestaan, bij kavels tussen 500 en 750 m2 is die oppervlakte maximaal 65 m2 en is de kavel groter dan 750 m2 dan is ten hoogste 85 m2 aan erfbebouwing toegestaan. Daarbij geldt wel steeds de voorwaarde dat niet meer dan 60% van de kavel wordt bebouwd.

Waarde - Archeologie hoog en Waarde - Archeologie middelhoog

Het perceel Hofveld 2 ligt in een gebied dat op de archeologische beleidskaart is aangemerkt als gebied met hoge trefkans op archeologische resten en heeft de dubbelbestemming Waarde - Archeologie hoog gekregen. Het perceel Arnhemseweg 341 ligt in een gebied dat is aangemerkt als gebied met middelhoge trefkans op archeologische resten en heeft de dubbelbestemming Waarde - Archeologie middelhoog gekregen. Voor beide bestemmingen geldt dat bij het indienen van een aanvraag om omgevingsvergunning voor een bouwwerk met een oppervlakte van meer dan 50 m2 (hoog) respectievelijk 100 m2 (middelhoog) tevens een archeologisch onderzoeksrapport moet worden ingediend. Als uit dit rapport blijkt dat de archeologische waarden door het oprichten van het bouwwerk zullen worden verstoord kan het bevoegd gezag bepaalde voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden. Wanneer de archeologische waarde van het terrein al uit andere informatie (bijvoorbeeld uit eerder uitgevoerd onderzoek) bij de gemeente bekend is, is het niet nodig nieuw onderzoek uit te voeren. Voor een aantal werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die mogelijke archeologische waarden in de bodem kunnen verstoren geldt in beide bestemmingen dat ze niet mogen worden uitgevoerd tenzij daarvoor een omgevingsvergunning is verleend.

Zoals in paragraaf 2.1 is beschreven is op het perceel aan de Pelikaanlaan archeologisch onderzoek uitgevoerd. Daaruit is gebleken dat de bodem hier geheel verstoord is en dat er geen archeologische waarden zijn aangetroffen. Verder onderzoek is niet nodig. Om die reden is voor dit perceel dan ook geen dubbelbestemming voor archeologie opgenomen.


Beroeps- en bedrijfsuitoefening aan huis

Bij recht is het gebruik van een deel van (bedrijfs)woningen en bijgebouwen voor beroepsuitoefening en niet-publieksgerichte bedrijfsmatige activiteiten aan huis toegestaan. Daarbij worden enige beperkingen gesteld om ervoor te zorgen dat het woonkarakter van de woning het beroeps- of bedrijfsmatige gebruik blijft overheersen. Voor de niet-publieksgerichte bedrijfsmatige activiteiten aan huis geldt dat alleen bedrijfsactiviteiten die voorkomen op de Lijst van toegelaten bedrijfsactiviteiten aan huis zijn toegestaan. Voor deze lijst is aansluiting gezocht bij de bedrijven die in de richtafstandenlijst van de VNG-uitgave 'Bedrijven en milieuzonering' als bedrijven van categorie 1 zijn aangemerkt. Omdat het gaat om activiteiten in een woning op een relatief klein oppervlak is het aantal bedrijfsactiviteiten dat is toegelaten zeer beperkt gehouden.

Binnen de bestemmingen Gemengd - 2 en Gemengd - 3, die ook bedrijfsactiviteiten mogelijk maken, is het uitoefenen van een bedrijf op het hele perceel toegelaten. Het is dan het overbodig om nog iets te regelen over bedrijfsuitoefening aan huis. Voor alle duidelijkheid is in die bestemmingen vastgelegd dat het uitoefenen van een beroep aan huis is toegestaan.

Bouwregels

Voor de maatvoering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde is een bebouwingsschema opgenomen. In het bebouwingsschema staan de maatvoeringsaspecten die voor die specifieke bestemming gelden. Daarbij wordt verwezen naar de maatvoeringsaanduidingen op de plankaart.

Bevoegd gezag

Waar dit bestemmingsplan de bevoegdheid in het leven roept om af te wijken van de regels, is die bevoegdheid toebedeeld aan het bevoegd gezag. Over het algemeen zal dat bevoegd gezag het college van burgemeester en wethouders zijn. In een enkel geval zijn op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht gedeputeerde staten dan wel de minister bevoegd gezag voor het verlenen van de omgevingsvergunning en daarmee ook voor het bij die omgevingsvergunning afwijken van de regels van dit bestemmingsplan.