Plan: | Stadsdeel Zuid-Midden herstelplan |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1193-vas1 |
Al in 2008 is gestart met een vrijstellingsprocedure op grond van het toen nog geldende artikel 19, lid 2, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening om de bouw van een woning op het (toen) achterste deel van perceel Reigersweg 27 mogelijk te maken. Daarvoor heeft de gemeente toen ook een anterieure overeenkomst gesloten met een ontwikkelaar. Omdat de ontwikkelaar geen aanvraag om bouwvergunning heeft ingediend, heeft deze procedure destijds niet geleid tot het verlenen van vrijstelling en bouwvergunning. Door wetswijzigingen was het daarna ook niet meer mogelijk om bouwvergunning te verlenen. In het ontwerp (en het voorontwerp) van bestemmingplan Stadsdeel Zuid-Midden was op het betreffende perceel wel een bouwvlak opgenomen. Daarvoor is opnieuw een anterieure overeenkomst met de ontwikkelaar gesloten. Omdat de ontwikkelaar niet voorafgaand aan het vaststellen van het bestemmingsplan de overeengekomen kosten wilde betalen, achtte de gemeenteraad de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan voor dit perceel niet aangetoond en heeft de raad bij de vaststelling het bouwvlak van het perceel verwijderd. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op het beroep dat de ontwikkelaar daartegen had ingesteld geoordeeld dat, nu de gemeenteraad geen planologische bezwaren had tegen de bouw van een woning op deze locatie, het enkele feit dat de ontwikkelaar de plankosten niet voorafgaand aan de vaststelling van het bestemmingsplan had voldaan geen deugdelijke motivering is voor het niet in het bestemmingsplan opnemen van een bouwvlak voor dit perceel. De Afdeling heeft het vaststellingsbesluit vernietigd voor zover aan het achterste deel van het perceel Reigersweg 27 niet een bouwvlak is toegekend en heeft de gemeenteraad opgedragen voor dit plandeel een nieuw besluit te nemen.
Het perceel Reigersweg 27 ligt op de hoek van de Reigersweg met de Pelikaanlaan. Het achterste perceelsgedeelte waar de woning zal komen ligt aan de Pelikaanlaan, naast Pelikaanlaan 39, en is inmiddels afgesplitst en een zelfstandig perceel geworden, maar is nog ongenummerd.
Het perceel aan de Pelikaanlaan ligt in de buurt Brummelhof in de wijk Zuid, op de grens van het Vogelkwartier. Hier ligt de overgang van de uitwaaierende lintbebouwing van de Brummelhof naar de kleinschalige en grootschalige planmatige uitbreidingen van voor en na 1950 in het Vogelkwartier. De Brummelhof is een buurt met een menging van woon- en werkfuncties, maar het deel waar de Pelikaanlaan ligt is overwegend een woonbuurt.
Brummelhof in Zuid met globale ligging perceel rood gemarkeerd
luchtfoto, betreffende perceel met rode lijn gemarkeerd
ligging perceel in de omgeving
aanzicht Pelikaanlaan vanaf Reigersweg
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt vormt het toevoegen van een vrijstaande woning op dit perceel een goede invulling van de ruimte tussen de rijwoningen aan de Pelikaanlaan en de vrijstaande woning aan de Reigersweg 27. Aan de Pelikaanlaan komt nu de voorzijde van een woning met voortuin in plaats van een lange zij-erfafscheiding zonder eigen gezicht. Voorwaarde daarbij is dat de woning in korrelgrootte aansluit bij de woning op het perceel Reigersweg 27 en in goothoogte bij de rijwoningen aan de Pelikaanlaan.
Bodem
Onderzocht moet worden of de bodem verontreinigd is en wat voor gevolgen een eventuele bodemverontreiniging heeft voor de uitvoerbaarheid van het plan. Een nieuwe bestemming mag pas worden opgenomen als is aangetoond dat de bodem geschikt (of geschikt te maken) is voor de nieuwe of aangepaste bestemming. Wanneer (een deel van) de bodem in het plangebied verontreinigd is, moet worden aangetoond dat het bestemmingsplan, rekening houdend met de kosten van sanering, financieel uitvoerbaar is. Bodemonderzoeken mogen in de regel niet ouder dan 5 jaar oud zijn. Uitzondering hierop zijn de plannen waar de bodem niet verdacht is op bodemverontreiniging en/of bodemonderzoeken de bodemkwaliteit voldoende weergeven en er geen onoverkomelijke problemen te verwachten zijn bij de bestemmingsplanwijziging.
Indien er sprake is van bouwactiviteiten, is ook in het kader van de omgevingsvergunning onderzoek naar de kwaliteit van de bodem nodig. Deze bodemonderzoeken mogen wettelijk niet ouder zijn dan 5 jaar.
Onderzoeksresultaten bodem
In de rapportage d.d. 1 februari 2009, opgesteld door adviesbureau Van der Poel Consulten B.V. en opgenomen in bijlage 2 van de Bijlagen bij de toelichting, zijn de resultaten van het verkennend bodemonderzoek in de vorm van een vooronderzoek op basisniveau weergegeven. In de rapportage d.d. 27 februari 2009, eveneens opgesteld door adviesbureau van der Poel Consulten B.V. en opgenomen in bijlage 3 van de Bijlagen bij de toelichting, zijn de resultaten van het aanvullend bodemonderzoek weergegeven.
Uit het vooronderzoek blijkt dat de locatie niet verdacht is op het voorkomen van asbest in de bodem en ook tijdens het veldwerk is visueel geen asbest aangetroffen. De resultaten van het bodemonderzoek geven aan dat de bovengrond matig verontreinigd is met lood en licht verontreinigd is met barium, cadmium, zink en PAK. De ondergrond is niet verontreinigd voor de onderzochte stoffen. Het grondwater is licht verontreinigd met barium en koper.
Op basis van het uitgevoerde bodemonderzoek zijn er geen bezwaren tegen de bouw van een woning. Indien de grond moet worden afgevoerd is er beperking, omdat volgens het Besluit bodemkwaliteit de bovengrond matig verontreinigd is met lood. Dit houdt in dat de grond niet zonder meer te hergebruiken is.
Milieuzonering
Zowel de ruimtelijke ordening als het milieubeleid stellen zich ten doel een goede kwaliteit van het leefmilieu te handhaven en te bevorderen. Dit gebeurt onder andere door milieuzonering. Onder milieuzonering verstaan we het aanbrengen van een voldoende ruimtelijke scheiding tussen milieubelastende bedrijven of inrichtingen enerzijds en milieugevoelige functies als wonen en recreëren anderzijds. De ruimtelijke scheiding bestaat doorgaans uit het aanhouden van een bepaalde afstand tussen milieubelastende en milieugevoelige functies. Die onderlinge afstand moet groter zijn naarmate de milieubelastende functie het milieu sterker belast.
Milieuzonering heeft twee doelen:
Voor het bepalen van de aan te houden afstanden gebruikt de gemeente Apeldoorn de daarvoor algemeen aanvaarde VNG-uitgave 'Bedrijven en Milieuzonering' uit 2009. Deze uitgave bevat een lijst, waarin voor een hele reeks van milieubelastende activiteiten (naar SBI-code gerangschikt) richtafstanden zijn gegeven ten opzichte van milieugevoelige functies. De lijst geeft richtafstanden voor de ruimtelijk relevante milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar. De grootste van de vier richtafstanden is bepalend voor de indeling van een milieubelastende activiteit in een milieucategorie en daarmee ook voor de uiteindelijke richtafstand. De richtafstandenlijst gaat uit van gemiddeld moderne bedrijven. Indien bekend is welke activiteiten concreet zullen worden uitgeoefend, kan gemotiveerd worden uitgegaan van de daadwerkelijk te verwachten milieubelasting, in plaats van de richtafstanden. De afstanden worden normaliter bepaald tussen enerzijds de grens van de bestemming die de milieubelastende functie(s) toelaat en anderzijds de dichtst daarbij gelegen situering van de gevel van een milieugevoelige functie die op grond van het bestemmingsplan mogelijk is.
Het systeem van richtafstanden gaat uit van het principe van scheiding van functies: de richtafstandenlijst geeft richtafstanden tussen bedrijfslocatie en omgevingstype rustige woonwijk.
Onderzocht zijn zowel de feitelijke invloed van de ter plaatse gevestigde en te vestigen milieubelastende functies als de invloed die kan uitgaan van milieubelastende functies die op grond van de geldende bestemming gevestigd kunnen worden.
Onderzoeksresultaten milieuzonering
Er is onderzoek gedaan naar de feitelijke invloed van de concrete gevestigde milieubelastende functies alsmede naar de invloed die kan uitgaan van milieubelastende functies die op grond van de geldende bestemming gevestigd kunnen worden. De omgeving van het perceel is te karakteriseren als rustige woonwijk. In de omgeving van de geprojecteerde woning zijn geen bedrijven aanwezig. Het geldende bestemmingplan laat de vestiging van bedrijven ook niet toe. Vanuit het oogpunt van milieuzonering is er dan ook geen belemmering om een nieuwe woning op te richten.
Geluidhinder
Op basis van de Wet geluidhinder (Wgh) zijn er drie geluidsbronnen waarmee bij de vaststelling van bestemmingsplannen rekening gehouden dient te worden: wegverkeers-, railverkeers- en industrielawaai. Het plangebied is gelegen binnen de invloedssfeer van verkeerswegen, maar niet van spoorlijnen en industrieterreinen. Daarom is alleen het wegverkeerslawaai beschouwd.
Artikel 76 Wgh verplicht ertoe om bij de vaststelling van een bestemmingsplan dat betrekking heeft op gronden binnen een geluidzone terzake van de geluidsbelasting van de gevel van geprojecteerde geluidsgevoelige bestemmingen (zoals woningen) de grenswaarden uit de Wgh in acht te nemen. Bij het voorbereiden van de vaststelling van zo'n bestemmingsplan moet akoestisch onderzoek worden gedaan naar die geluidsbelasting.
Op grond van artikel 74 Wgh heeft iedere weg van rechtswege een geluidzone, met uitzondering van:
De breedte van de zone is afhankelijk van het aantal rijstroken en van de ligging van de weg in binnen- of buitenstedelijk gebied.
Wanneer woningen worden geprojecteerd binnen een geluidzone moet akoestisch onderzoek worden uitgevoerd naar de geluidsbelasting op de gevels van die woningen. De voorkeursgrenswaarde bedraagt 48 dB. Bij een hogere geluidsbelasting moet worden gekeken of er maatregelen getroffen kunnen worden om de geluidsbelasting te reduceren. Indien maatregelen onvoldoende effect geven en/of onmogelijk zijn en de geluidsbelasting niet hoger is dan de maximale grenswaarde kunnen burgemeester en wethouders een hogere waarde vaststellen.
In het kader van een goede ruimtelijke ordening moeten in een akoestisch onderzoek ook de wegen zonder geluidzone worden beschouwd. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de kaders van de Wgh.
Onderzoeksresultaten wegverkeerslawaai
De betreffende wegen zijn Duivenlaan, Kolibrie, Pelikaanlaan en Reigersweg. Dit zijn allemaal wegen waarop een wettelijke snelheid geldt van ten hoogste 30 kilometer per uur. De wegen hebben derhalve geen geluidzone, waardoor wordt voldaan aan de Wet geluidhinder en het doen van nader akoestisch onderzoek niet nodig is.
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is de geluidbelasting van de omliggende wegen wel bepaald, en ter referentie getoetst aan de grenswaarden uit de Wet geluidhinder. De rapportage daarvan (opgesteld door de afdeling Milieu van de gemeente Apeldoorn, d.d. 12 mei 2009) is opgenomen in bijlage 4 van de Bijlagen bij de toelichting.
Uit het onderzoek blijkt dat ten gevolge van de omliggende wegen de voorkeursgrenswaarde niet wordt overschreden. Voor wat betreft het aspect geluidhinder is er dan ook geen belemmering om op deze locatie een woning op te richten.
Externe veiligheid
Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het verminderen en beheersen van risico's van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen in inrichtingen en tijdens het transport ervan. Op basis van de criteria zoals onder andere gesteld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (verder: Bevi) worden bedrijven en activiteiten geselecteerd die een risico van zware ongevallen met zich mee (kunnen) brengen. Daarbij gaat het vooral om de grote chemische bedrijven, maar ook om kleinere bedrijven als LPG-tankstations en opslagen van bestrijdingsmiddelen. Daarnaast zijn (hoofd)transportassen voor gevaarlijke stoffen, zoals buisleidingen, spoor-, auto-, en waterwegen, ook als potentiële gevarenbron aangemerkt.
Onderzoeksresultaten externe veiligheid
In de nabijheid van de geprojecteerde woning aan de Pelikaanlaan bevinden zich geen bedrijven die vallen onder de werkingssfeer van het Bevi. Ook bevinden zich er geen gasbuisleidingen of hoogspanningsleidingen en geen transportassen (weg en spoor) waarover transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt.
Waterhuishouding
Het perceel aan de Pelikaanlaan ligt in bestaand stedelijk gebied en heeft een oppervlakte van circa 250 m2. Het perceel bevindt zich niet binnen enige Keurzone en ook niet binnen de zoekgebieden voor waterberging die de provincie Gelderland in het streekplan heeft aangegeven.
Het gebied ligt ten westen van het Apeldoorns Kanaal en daarmee in de in het streekplan vastgelegde grondwaterfluctuatiezone. Uit gegevens van peilbuizen in de omgeving blijkt dat het grondwaterpeil in het plangebied tussen 300 en 450 centimeter onder maaiveld ligt. Er is in en om het plangebied geen grondwateroverlast bekend.
In de omgeving van Pelikaanlaan en Reigersweg is geen oppervlaktewater aanwezig. Door dit plan ontstaat geen extra oppervlaktewater. Er zal niet geloosd worden op het oppervlaktewater. Het plan heeft dan ook geen nadelige gevolgen voor de kwaliteit van het oppervlaktewater. Het plan heeft ook geen nadelige gevolgen voor het oppervlaktewatersysteem in de omgeving. In en om het plangebied komt geen waterafhankelijke natuur voor. Het plan heeft derhalve geen nadelige gevolgen voor de waterafhankelijke natuur.
Het gemeentelijk beleid is er op gericht om bij nieuwe stedelijke ontwikkelingen de afvoer van hemelwater niet op de riolering aan te sluiten. In de Bouwverordening is bepaald dat het hemelwater dat afkomstig is van daken en verhardingen in principe in de bodem moet worden geïnfiltreerd door middel van een infiltratievoorziening van voldoende capaciteit (20 mm) op eigen terrein. Indien er grotere buien vallen kan de infiltratie- of bergingsvoorziening bovengronds overlopen en afstromen naar het openbaar gebied. De uiteindelijke keuzes hierin dienen met de gemeente afgestemd te worden.
De materialen die in aanraking komen met het hemelwater mogen niet uitlogen en dienen volgens Duurzaam Bouwen geselecteerd te zijn. Bij de infiltratie van hemelwater mag de bodem niet verontreinigd raken door met het hemelwater afgevoerde vervuilende stoffen.
De nieuwe woning dient te worden voorzien van gescheiden afvoeren voor vuil- en hemelwater, zoals op grond van het Bouwbesluit verplicht is. De vuilwaterafvoer van de bebouwing wordt aangesloten op het gemeentelijke gemengde rioolstelsel. Het bestaande rioolstelsel in en om het plangebied heeft voldoende capaciteit voor de extra vuilwaterafvoer van deze woning.
Natuurwaarden
Bescherming van natuurwaarden vindt plaats via de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet, de Boswet en de provinciale richtlijn voor Bos- en natuurcompensatie.
Op grond van de Flora- en faunawet (verder: Ffw) is iedere handeling verboden die schade kan toebrengen aan de op grond van de wet beschermde planten en dieren en/of hun leefgebied. De wet kent een algemene zorgplicht, omvat daarnaast een reeks van verbodsbepalingen en heeft een groot aantal soorten (verdeeld over verschillende categorieën) als beschermd aangewezen. De zorgplicht houdt in dat iedereen voldoende zorg in acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende dieren en planten en hun leefomgeving. Het gevolg is onder andere dat iedereen die redelijkerwijs weet of kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor beschermde dier- of plantensoorten worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen achterwege te laten, dan wel naar redelijkheid alle maatregelen te nemen om die gevolgen te voorkomen, zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken. Om de instandhouding van de wettelijk beschermde soorten te waarborgen, moeten negatieve effecten op de instandhouding van soorten voorkomen worden. Een aantal voor planten en dieren schadelijke handelingen zijn op grond van de Flora- en faunawet verboden. Hiervoor zijn van belang de artikelen 8 t/m 12 Ffw waarin onder andere de vernieling en beschadiging van beschermde planten en het doden, verwonden, vangen, verontrusten en verstoren van diersoorten en hun verblijfplaatsen is verboden.
Naast de soortbescherming wordt de gebiedsbescherming geregeld binnen de Natuurbeschermingswet (in de Natura 2000-gebieden) en binnen de Ecologische Hoofdstructuur. Bescherming van bos is aan de orde als bestemmingen van bestaand bos worden gewijzigd.
Bos en natuur worden ook beschermd door de Boswet en de provinciale richtlijn Bos- en natuurcompensatie uit 1998, die is gericht op de instandhouding van het bos- en natuurareaal in de provincie Gelderland.
Onderzoeksresultaten natuurwaarden
Gezien het ontbreken van groene structuren die geschikt kunnen zijn als biotoop van soorten en de ligging in stedelijk gebied, zijn er geen soorten buiten de categorie van algemene soorten te verwachten. Dat betekent dat er geen ontheffing in het kader van de Flora en Faunawet aan de orde is.
Het meest dichtbij gelegen Natura 2000-gebied is de Veluwe, op circa 3 km afstand. Gezien de aard van de ontwikkeling (realisatie woning) en de genoemde afstand is er geen denkbaar effect op het Natura 2000 gebied.
Op de onderhavige locatie is geen sprake van het aantasten of herbestemmen van bos of natuur in de zin van bovengenoemde kaders, zodat bos- of natuurcompensa-tie niet aan de orde is.
Cultuurhistorie
Het perceel ligt in een gebied dat op de Cultuurhistorische beleidskaart, vastgesteld 26 februari 2006, is aangemerkt als een gebied met een lage attentiewaarde. Dit betekent dat bij ruimtelijke ontwikkelingen een cultuurhistorische quickscan naar objecten verplicht is. Daarnaast wordt aanbevolen om de cultuurhistorische waarden te behouden, te herstellen en te versterken.
In het plangebied zijn geen objecten of structuren aanwezig die een cultuurhistorische quickscan noodzakelijk maken. Er zijn geen cultuurhistorische waarden in het geding. De te slopen schuur heeft geen cultuurhistorische waarde.
Vanuit cultuurhistorich oogpunt is het van belang aan te sluiten bij de bestaande rooilijnen in het gebied en de kleine korrelgrootte van de bebouwing, met doorzichten naar de achtererven.
Archeologie
De locatie ligt volgens de geomorfologische kaart in een landschap van relatief hooggelegen daluitspoelingswaaierafzettingen en -glooiingen met gooreerdgronden. De bodem bestaat hier hoofdzakelijk uit grof, grindrijk zand dat op enkele plaatsen is afgedekt door een laag dekzand.
Het perceel ligt op de Wormensche Enk. Sinds de Late Middeleeuwen werd op dit grote bouwlandareaal vanuit de brink met de naam Wormingen geakkerd. De brink, die bestond uit een klein aantal boerderijen, lag ter hoogte van de huidige 1e Wormenseweg. Door het bemesten van de akkers met potstalmest en plaggen kwamen de akkers steeds hoger te liggen en kregen ze een bolvormig uiterlijk. Er is vastgesteld dat diverse enken binnen de gemeente Apeldoorn een akkerlaag van circa 1 meter dikte hebben. De bewoning die bij deze akkers hoorde was niet de eerste bewoning in dit gebied. De aanwezigheid van water en de gevarieerde hoogteverschillen die de bewoners droge voeten garandeerden, maakten dit gebied al in de prehistorie tot een gewenste woonlocatie.
Onderzoeksresultaten archeologie
Voor het plangebied gold met name een hoge verwachting op het aantreffen van archeologische resten voor de periode late Bronstijd en vroege IJzertijd. De bodem binnen het plangebied bleek echter geheel verstoord, waarbij de oorspronkelijke stratigrafie vernietigd is. Een gooreerdgrond die op grond van het bureauonderzoek verwacht werd, is in het plangebied niet aangetroffen. Bij een intacte gooreerdgrond komt een humeuze bovengrond van maximaal 50 cm dik voor die overgaat in de weinig veranderde bodem van de C-horizont. Door de relatief lage ligging (roestvlekken) en door de vermenging van de humeuze bovengrond en de top van de ondergrond (C-horizont) is de kans klein dat archeologische waarden intact aanwezig zijn. Een waardering van het plangebied is derhalve niet van toepassing. Op basis van de resultaten van onderhavig onderzoek is het niet nodig een archeologisch vervolgonderzoek uit te voeren.